In het Ieperse Bellewaerde Park is het eerste ooievaarsjong van het seizoen geringd. En het zal niet het laatste zijn. Door verschillende investeringen neemt het aantal nesten in het park immers toe. “Toch mogen deze vogels gaan en staan waar ze willen.”
Bellewaerde heeft iets met ooievaars. “Ze zitten in onze geschiedenis”, zegt Pieter Vercruysse, curator van de dieren in het park. “In Centraal-Europa was de vogel nog uitgestorven in het wild toen Bellewaerde al ooievaars hield. Ze werden gekortwiekt zodat ze niet zouden wegvliegen. Een gangbare praktijk in alle dierentuinen toen.”
Nest op de grond
Intussen is de wilde ooievaar terug. “Maar hij kan nog een duwtje in de rug gebruiken”, zegt Pieter. “Onze historische populatie, die niet kan vliegen, wordt aangevuld met vogels die door ongevallen verloren zouden zijn in de natuur. Via het vogelopvangcentrum komen ze in ons vogelpark op de begane grond terecht om nesten te maken, want hun jongen kunnen wel nog in de natuur uitgezet worden.” (Lees verder onder de foto)
Daarnaast investeerde Bellewaerde in nesten in de lucht. “We plaatsten een vijftiental nestpalen en -platforms doorheen het park om een aantrekkingspool te worden voor wilde ooievaars, zodat ze hier een wilde kolonie zouden stichten”, zegt Pieter.?
Gedood door tijger
Dat lijkt nu te lukken. “Het hoge nest van Jos, kort voor Josianne, die opgroeide in Bellewaerde en er al sinds 2018 nesten uitbroedt, kreeg vorig jaar het gezelschap van twee nieuwe nesten. In dit broedseizoen zitten we al aan vijf nesten. Dat levert voorlopig vijf jongen op. Het konden er al meer zijn, maar twee nesten gingen verloren door het overlijden van de mannetjes. De ene stierf aan de gevolgen van salmonella, de andere is gedood door de tijgers na een ongelukkige noodlanding in hun verblijf bij een hapering aan een tak.” (Lees verder onder de foto’s)
De eerste van de vijf jongen werd woensdag geringd. “Het jong is een zestal weken oud en zit in een boom, die ooit gesnoeid werd voor de komst van de attractie Wakala”, zegt Pieter. “Na de broedgevallen van de voorbije jaren moet dit al het zeventiende jong zijn dat we in het park laten ringen door het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen. Via de ringen kunnen we hun toekomstige trektochten volgen. Zo leren we meer over hun gedrag in de natuur. Normaal trekken ze naar het zuiden, maar we merken dat steeds meer ooievaars blijven overwinteren in ons park. Door de opwarming van de aarde vinden ze ook in onze streek genoeg voedsel.” (Lees verder onder de foto’s)
Door de investeringen van Bellewaerde zijn er nu meer ooievaars te zien in het park én in de Westhoek. “Toch mogen deze vogels gaan en staan waar ze willen. Als hedendaagse dierentuin is het onze maatschappelijke opdracht om ook dieren in de natuur te steunen.”