Abou Jahjah (rechts) dient klacht in tegen Belgen die als soldaat vechten “voor het genocidaal regime van Netanyahu”. — © rr
De advocaat van Dyab Abou Jahjah heeft vandaag klacht ingediend tegen vijf Belgen die als soldaat voor Israël in Gaza vechten. “Het kan niet dat deze mensen, die deel uitmaken van een genocidale oorlog, hiermee wegkomen.”
Hij had het al beloofd, maar nu is het zover. Dyab Abou Jahjah (52) en zijn “30-maart Beweging” die opkomt voor de Palestijnen, dienen straks klacht in bij de onderzoeksrechter tegen vijf Belgen die meevechten met het Israëlische leger in Gaza.
“Het gaat om mensen met de Belgische nationaliteit die een duurzame band hebben met ons land”, zegt Jahjah. “De vier mannen en één vrouw komen uit Brussel, Antwerpen en nog van elders in het land. Ze maken deel uit van het leger dat Gaza aanvalt. Ze posten op hun sociale media agressieve slogans en liedjes die de “dood aan de Amalek” scanderen (een oude term waaronder we de Arabieren mogen verstaan, red.).”
Puinhopen
“Eén van hen poseert ook op foto’s bij de rokende puinhopen in Gaza”, zegt Jahjah. “Op een andere foto laat één van hen gevangen Palestijnen plaatsnemen in een vrachtwagen. Wij vinden dat die vijf deel uitmaken van een genocidaal regime van Netanyahu dat Gaza aanvalt én dat ze zich daarvoor voor de rechter moeten verantwoorden. Het zijn misdaden tegen de menselijkheid.”
Volgens Jahjah is het Belgisch gerecht bevoegd. “Verschillende Palestijnse Belgen die slachtoffer zijn van het geweld van Israël hebben zich tegen de vijf burgerlijke partij gesteld. Het gaat om een Palestijnse Belg die heel zijn familie zag omkomen in de oorlog. Een andere die er zijn familie bezocht en een been verloor bij de bombardementen. Het gaat om Belgische daders en Belgische slachtoffers. Het Belgische gerecht is bevoegd.”
Met de klacht tegen de vijf Belgen stopt het niet. “We hebben al dossiers tegen 13 personen. Maar we checken alles eerst nauwgezet na.” Namen wil Jahjah voorlopig niet geven. “Die zullen ooit wel openbaar worden, maar we geven eerst het gerecht de tijd om dit te onderzoeken.”
