176.000 euro. Zoveel geld gaf Vlaams Belang sinds 9 februari uit aan Google, voornamelijk om reclame te maken via Youtube. N-VA besteedde ‘amper’ 63.000 euro – minder dan wat Vooruit, Groen, PVDA en CD&V in die periode bij Google spendeerden. Volgens cijfers die de nieuwssite Apache verzamelde, gaf de partij van Tom Van Grieken daarbovenop nog eens meer dan 750.000 euro uit aan Facebook en Instagram. N-VA besteedde bij Meta, het moederbedrijf van die twee sociale media, minder dan de helft daarvan: iets meer dan 300.000 euro.
LEES OOK. Dit valt op in de verkiezingsprogramma’s van alle Vlaamse partijen
Dat verschil is opmerkelijk, want de voorbije jaren lagen de uitgaven van N-VA en Vlaams Belang altijd erg dicht bij elkaar. Beide partijen spendeerden online fors meer dan de andere (Vlaamse) partijen. In 2023, bijvoorbeeld, was het verschil minimaal. N-VA gaf 1,68 miljoen euro uit aan advertenties op Facebook en Instagram. Vlaams Belang 1,688 miljoen euro. Elk gaven ze meer uit dan de zeven partijen van de Vivaldi-regering samen.
“Ook de bedragen die N-VA per post spendeert, liggen laag in vergelijking met die van Vlaams Belang”, zegt politiek marketeer Reinout Van Zandycke. “N-VA geeft gemiddeld zo’n 1.000 of 1.500 euro uit, terwijl de ‘duurste post’ van Vlaams Belang ongeveer 60.000 euro kostte. Die post werd verstuurd vanaf het Facebookaccount van voorzitter Van Grieken. Hij pushte een video van een straatgevecht in Antwerpen. “Bij Vlaams Belang weten ze dat video’s waarop rellen te zien zijn, goed werken op sociale media. Dat hebben ze de voorbije jaren proefondervindelijk vastgesteld: telkens na Nieuwjaar, bijvoorbeeld, verzamelen ze de beelden van gevechten in Brussel en Antwerpen.”
Overload
Hoe komt het dat de uitgaven van N-VA op sociale media nu, in vergelijking met die van Vlaams Belang, zo achterophinken? Van Zandycke ziet een logische verklaring. In de sperperiode, die loopt sinds 9 februari, staat er een rem op wat partijen mogen uitgeven aan hun verkiezingspropaganda. Dat bedrag mag niet meer zijn dan 1 miljoen euro. “N-VA maakt daarbij in mijn ogen een slimme keuze. Ze kiest ervoor haar boodschap niet ongevraagd op de newsfeed van mensen te gooien – de overload is daar nu groot. De partij van Bart De Wever zet in op advertenties op de nieuwssites van DPG Media (De Morgen, HLN.be, red.) en Mediahuis (onder meer het Nieuwsblad, De Standaard, red.). Dat is slim, want daar gaan mensen op zoek naar informatie”, aldus Van Zandycke. “Jammer genoeg publiceren die bedrijven de bestede budgetten niet. We weten dus niet hoeveel de N-VA er spendeert. Maar je moet de sites maar openklikken om het te zien. Voor Vlaams Belang zijn de nieuwswebsites geen optie.”
Vijf jaar is online een eeuwigheid. Dus bemerkt Van Zandycke sinds de vorige verkiezingen in 2019 nog andere interessante verschuivingen. “Sommige mensen zeggen me dat ze online veel minder zien van de verkiezingen. Maar de campagne woedt volop. Alleen diversifiëren de partijen veel meer.” Zo speelde Tiktok vijf jaar geleden nog geen rol in de campagne. Intussen is het platform voor veel partijen en politieke figuren (PVDA, Vlaams Belang, PS-kopstuk Elio Di Rupo) uitgegroeid tot een onmisbare campagnemachine.
Strikt genomen mogen politici er niet adverteren. Van Zandycke wijst erop dat ze het toch probeerden. Eind mei ving Open VLD-politica Liselotte Dupont bot nadat ze een klacht tegen het sociale medium had ingediend. Tiktok had haar verboden om de komende tien jaar nog video’s op haar account te posten en tegen betaling te promoten. Zij vond dat haar recht op vrije meningsuiting daarmee geschaad was. De rechter gaf haar ongelijk.
Van Zandycke merkte dat Stephanie D’Hose (Open VLD) net voor de pride in Brussel zelfs adverteerde op Grindr, de datingapp gericht op de lgbti-gemeenschap. “Happy pride”, wenste ze hen toe. Dat is perfect legitiem, die app laat politieke advertenties toe.
Nonkels
In 2019 was er amper sprake van politieke advertenties via online televisie. “Maar toen ik onlangs op GoPlay (de gratis streamingdienst van onder meer Play4, red.) naar Nonkels wilde kijken, kreeg ik eerst een reclamespot van de N-VA te zien”, zegt Van Zandycke. Dat de partij haar campagnebudget breder uitsmeert, heeft een bizar bijeffect. Bij haar duurste advertenties (de posts waar de N-VA het meest voor betaalde) zit minstens één Franstalige. Voor het eerst komt de N-VA ook op in alle Waalse provincies. Tussen 1 en 8 mei kregen Franstalige Belgen op hun tijdlijn op Facebook en Instagram een video van Bart De Wever te zien, die hengelt naar hun stem “pour une Wallonie prospère”.
Van Zandycke stelt nog iets vast: “De presidentiële onlinecampagnevideo is verdwenen”, zegt hij. “In 2019 was die alomtegenwoordig. Toen lieten politici zich filmen terwijl ze turend door de velden stapten en met spelende kinderen in de buurt hun boodschap verkondigen. Nu zie je dat het allemaal wat onaffer mag zijn. Elk belangrijk kopstuk voert campagne met een videograaf in zijn of haar kielzog. Die maakt korte video’s en foto’s die meteen online mogen. Zo documenteren ze bijna live de campagne.”