“Ik weet echt niet hoe dit kan,” aldus Ali tegen Jill. “Ik ben nooit agressief tegen jou geweest. Noem één moment dat ik agressief tegen jou ben geweest.” Maar vervolgens begon hij taal uit te slaan die overduidelijk dreigend was. “Als jij wilt dat ik agressief…” op dat moment werd hij afgebroken door de rechter die hem duidelijk maakte dat hij niet in mediation zat, maar in een strafzaak. Dus of hij even op wilde houden het vermeende slachtoffer zo direct aan te spreken.
“Sorry, sorry, sorry!” riep Ali B. daarop, waarna hij de microfoon zo ongeveer probeerde te wurgen.
Jan Roos barst bij het zien van die beelden in lachen uit. “Ali B. werd op een gegeven moment geaccepteerd als dé knuffelmarokkaan. Dus die heeft zichzelf aangemeten dat hij een hartstikke leuke vent is. Maar dat is natuurlijk hartstikke gewoon een straatschoft. Als hij niet kon rappen, dan had hij gewoon oude vrouwtjes beroofd in Amsterdam West.”
“Je ziet op zo’n moment dat zijn echte ‘ik’ naar boven komt. Dat hij op een gegeven moment in een rechtbank tegen een vrouw die door hem zegt te zijn aangerand, ‘wanneer ben ik agressief, WANNEER BEN IK AGRESSIEF!’ [gaat roepen]. En dat de rechter dan zegt, ‘je moet tegen mij praten, niet die microfoon [vernielen].”
Vervolgens pakte Roos zijn eigen microfoon vast in Ali B-vorm, begon hij die heen en weer te schudden, terwijl hij riep: “GVD, KANKER, SORRY SORRY SORRY!”
“Ik vind het prachtig,” aldus Roos. “Ali B. laat zijn ware gezicht zien.”
“Ja, Ali B. is natuurlijk gewoon een straatschoft,” zegt Roos daarop, “die omhoog gekukeld is omdat wij in Nederland heel graag van dit soort beroepsallochtonen willen zodat we kunnen zeggen, ‘kijk, je hebt er ook leuke bij.’ Nou, toch niet.”