Waar collega-onderzoeker Dane ­Wigington – de Amerikaanse onderzoeker achter Geoengineeringwatch.org – bewust de term chemtrails vermijdt om niet in de complothoek te worden geduwd, en andere critici geloven dat er slechts sprake is van condensvorming, blijkt uit de subtitel van het nieuwe boek, Verduisterende praktijken, van Coen Vermeeren hoe hij erin staat: De actualiteit van grootschalige geoengineering met chemtrails. Over de polarisatie die de term chemtrails met zich meebrengt, haalt hij zijn schouders op. “Waar iedereen in deze discussie aan voorbij lijkt te gaan, is het feit dat er al heel lang ­geo­-engineering met chemicaliën in de lucht plaatsvindt. Sinds de mens kan vliegen, is er op deze manier geprobeerd het weer te beïnvloeden. Heel recent kwam het twee keer ­voorbij, bij RTL: Dubai heeft chemicaliën ingezet om regen te creëren, waarna enorme overstromingen ontstonden.1 Ook in Thailand is het gedaan2”, aldus Vermeeren.

Het woord ‘chemtrails’ is een samen­trekking van de Engelse woorden chemical en trails, oftewel chemische sporen. Contrails is een samenvoeging van condens en spoor. “Daar is iedereen het wel over eens. Chemtrails is alleen controversieel omdat de reguliere pers en wetenschap doen alsof de term een verzinsel is van ‘complotdenkers’ die de samenleving willen destabiliseren met een gekke theorie. Het woord chemtrails komt echter gewoon uit het ­Chemistry Course 131 Manual, van de US Air Force Academy Course.3 Dit handboek behandelt chemische verbindingen voor de aerosolprogramma’s van de luchtmacht. Het woord chemtrails is ook in officiële overheidsdocumentatie gebruikt door Dennis Kucinich, een democratisch lid van het Huis van Afgevaardigden in de VS, op 2 oktober 2021. Hij diende de Space­ ­Preservation Act (HR2977) in om te voorkomen dat de atmosfeer gebruikt zou worden voor militaire doeleinden. Hij neemt onder het kopje Exotische wapen­systemen ook het woord chemtrails op.

Het is een gangbare, door de autoriteiten gebezigde term. Ik gebruik ’m ook. Ik hou het namelijk graag bij de feiten. Dus hoezo complottheorie?”

Vermeeren onderzoekt al ruim twintig jaar het fenomeen chemtrails. “Ik kijk mijn hele leven al naar de hemel. Vandaar ook mijn fascinatie voor vliegtuigen. Rond het millennium begon het mij op te vallen dat de strepen achter vliegtuigen langer werden. Ik vond dat vreemd, maar was nog niet ‘wakker’, zocht er niet veel achter. Ik had toen nog niet door dat we op grootschalige, systematische wijze worden misleid door overheden, globalistische instellingen en andere clubs. 2006 was voor mij wat dat betreft een kanteljaar, toen ik stuitte op informatie over de aanslagen van 9/11, wat een complot is. Iedereen die zich daar, los van de reguliere pers, in verdiept komt tot die conclusie. Ik stuitte toen ook op informatie over chemtrails op het internet, dat toen nog niet zo gecensureerd werd als nu. Het was het begin van een lang onderzoek dat ik nu eindelijk in boekvorm heb gegoten.”

Vermeeren, die tot 2017 verbonden was aan TU Delft, de universiteit waarmee hij gebrouilleerd raakte omdat hij sprak over ufo’s en 9/114, stelde na het chemtrails-­congres ‘Case Orange’ in 2010 voor onderzoek te doen naar de persistente vliegtuigsporen. “Ik vroeg hoogleraren Bob Mulder en zijn opvolger Max Mulder, van de leerstoel Stabiliteit en Besturing van Vliegtuigen, het laboratoriumvliegtuig PH-Lab Cessna 550 van TU Delft en het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) in te zetten voor onderzoek. Er werd aanvankelijk heel enthousiast op gereageerd. Ik heb zelfs twee keer mijn verzoek tijdens een vergadering van de leerstoel mogen toelichten. Kennelijk is daarna ruggespraak geweest, want twee maanden later was het enthousiasme ineens verdwenen. Ik kreeg te horen dat men niet betrokken of geassocieerd wilde worden met dit soort onderzoek.” Tegenover De Andere Krant reageert Bob Mulder hierop: “Waarom de metingen niet doorgingen? Ik vermoed dat Vermeeren er geen geld voor had.

Wetenschappelijk zouden de metingen niet interessant zijn geweest. Een wetenschappelijke publicatie zat er dus sowieso niet in.” Vermeeren stipt in zijn boek aan dat onder andere de onderzoekers van Geoengineeringwatch.org er wel in zijn geslaagd (kleinschalig) onderzoek te doen met een vliegend lab. Zij constateerden dat er giftige nanodeeltjes zijn gevonden in vliegtuigsporen, zoals aluminiumoxide en bariumsulfaat. Het is te zien in de documentaire The Dimming 2021 van Dane Wigington.

In Verduisterende praktijken onderbouwt Vermeeren zijn eigen case over chemtrails met een grote hoeveelheid historisch, feitelijk en uit de wetenschap afkomstige informatie. In hoofdstuk 8 zet hij bijvoorbeeld geheime weermanipulatieprojecten uit de geschiedenis op een rijtje, in hoofdstuk 9 somt hij de patenten op, zoals 4.412,654 – de laminaire micro­jetverstuiver voor het sproeien in de lucht vanuit de vleugel, in hoofdstuk 11 gaat het over elektromagnetische manipulatie via ontwikkelingen als HAARP, een systeem waarmee met elektrogolven de lucht gemanipuleerd kan worden. In hoofdstuk 14 stelt de ingenieur met een berekening vast dat kerosineverbranding van vliegtuigen “onder normale omstandigheden onmogelijk verantwoordelijk kan zijn voor de zilverwitte ‘cirrus contrailus’ wolkenlaag” die we zo vaak aan de hemel zien op heldere dagen. Een collega-wetenschapper en het KNMI konden de berekening niet weerleggen.

Mulder stelt desgevraagd dat er niks vreemds aan de hand is in de lucht. “Zijn de sporen langer dan vroeger? Nee. Trekt de hele lucht dicht nadat er sporen zijn getrokken? Ja dat kan, dat is afhankelijk van de toestand van de lucht (vochtigheid) ter plaatse. Wij leerden dat al op de Rijks Luchtvaart School. Er wordt aan kerosine nooit rotzooi toegevoegd. Wel kan bijvoorbeeld soms een ‘antivries’ toegevoegd worden, want het is erg koud boven. Vermeeren vroeg mij eens of piloten opzettelijk bepaalde stoffen toevoegen, zoals zou blijken uit het feit dat soms de strepen niet continu zijn maar onderbroken. Het antwoord is nee. Het verschijnsel komt voor, omdat de samenstelling van de lucht plaatselijk anders kan zijn.”

Vermeeren gelooft dat de uitdijende sporen het gevolg zijn van chemische additieven in vliegtuigbrandstof, in combinatie met elektromagnetische beïnvloeding van de luchtlagen. “Die twee vormen een gouden combinatie”, stelt hij. “We weten nog zoveel niet over de mogelijkheden van microscopische nanodeeltjes, waar maar heel weinig van nodig is om effect mee te sorteren. En al helemaal niet wat deze doen als ze elektrisch geladen zijn. In mijn boek heb ik in elk geval voldoende argumenten gepresenteerd, om eens een andere denkrichting te gaan toepassen dan we nu doen.”

Een van de redenaties die gebruikt wordt om chemtrails af te doen als niet meer dan een complottheorie, is dat er honderden, misschien wel duizenden vliegtuigen en piloten nodig zijn om de lucht vol te sprayen met chemicaliën. Onmogelijk dat zoveel mensen meewerken aan zo’n grootschalig complot, wordt dan gesteld. En dat er zo weinig uit de school klappen. In Verduisterende praktijken adresseert Coen Vermeeren dit vraagstuk. “Het is een luie stelling. Er worden immers al jaren vragen gesteld in de Tweede Kamer, bijvoorbeeld door Pepijn van Houwelingen. En ook in het Europarlement. Wie enig onderzoek doet, komt er al gauw achter dat er veel klokkenluiders zijn met kennis en gezag.” Hij noemt de namen van Ted Gunderson (FBI), Kirsten Meghan (US Air Force) en Willem Felderhof – voormalig piloot van Transavia en KLM. Laatstgenoemde vertelde in 2021 bij Café Weltschmerz 5 dat hij gelooft dat de grote sporen het gevolg zijn van “additieven in de kerosine” waar de meeste piloten en misschien zelfs de luchtvaartmaatschappijen niet eens van weten. De Andere Krant sprak een nog actieve piloot van een grote maatschappij, die anoniem het volgende deelt. “Ik vlieg al meer dan twintig jaar en heb de trails van veel vliegtuigen in die periode langer zien worden. Of dat bij mijn vluchten ook zo is, weet ik niet. Een piloot kan vanuit de cockpit niet zien wat hij achterlaat. We hebben geen achteruitkijkspiegel. Ik heb weleens met een walkietalkie contact gelegd met de grond, terwijl ik overvloog. Maar ik vloog nog niet hoog genoeg om het vast te kunnen stellen. Mijn overtuiging: ze stoppen tegenwoordig van alles overal in, zo ook de kerosine. De trails – of je ze nou condens- of chemtrails noemt – vergelijk ik met ontwikkelingen als tandpasta met fluoride, asbest en bodemverbeteraars. Ze noemen het goed, maar op lange termijn blijkt dat vaak niet zo te zijn. Is het geo-engineering – waar ze zeker mee bezig zijn – of misschien gewoon een economische keuze, om de brandstofprijs laag te houden? Ik weet het niet. Wat ik wel met zekerheid stel: commerciële luchtvaartpiloten maken geen onderdeel uit van een complot. We hebben geen chemtrails on-/off-knopje in de cockpit, zoals ik weleens op internet voorbij zie komen. Rasters waar mensen het over hebben, die kan ik wel verklaren, want we vliegen in patronen. Als die verwaaien, dan trekt het gauw dicht.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meld je aan voor de nieuws brief!


1 keer per dag de belangrijkste berichten,
1 keer per week de belangrijkste headlines,
en de nieuwste uitzendingen van hnmda,
zo in je postvakje... zeg nu ja....