De benoeming van Schouten is een schoolvoorbeeld van het Nederlandse politieke gekonkel. Ondanks de hardnekkige pogingen van D66 om hun kandidaat, Alexandra van Huffelen, naar voren te schuiven, heeft Schouten de gemeenteraadsleden vanaf het eerste moment geïmponeerd met haar visie op de stad en haar indrukwekkende levensverhaal. Haar verhaal als alleenstaande moeder die haar weg vond naar de Rotterdamse wijk Spangen, resoneerde duidelijk schrijft van Willegenburg.
Maar laten we eerlijk zijn: is dit wat Rotterdam nodig heeft? Een stad die bekend staat om zijn rauwe randjes en recht-voor-zijn-raap mentaliteit krijgt nu een burgemeester die bijna heilig wordt verklaard. Schoutens ontmoeting met Sander de Kramer, een bekende weldoener, en de lof die ze ontvangt in het AD Rotterdams Dagblad voor haar verbindende karakter, geven haar een bijna onaantastbare status merkt van Willigenburg op. Maar wat betekent dit voor de gewone Rotterdammer die geen boodschap heeft aan dit soort verhevenheid?
De benoeming van Carola Schouten lijkt eerder een politiek gemotiveerde zet om een braaf, gedwee figuur op de belangrijke positie van burgemeester te zetten, in plaats van iemand die de echte problemen van de stad durft aan te pakken. Rotterdam verdient een burgemeester die niet alleen discipline en dienstbaarheid toont, maar ook lef en daadkracht. Is Schouten die persoon? Of wordt zij de zoveelste politieke marionet in een spel waar de gewone burger geen zeggenschap in heeft?
Het is wachten op het moment dat Schouten werkelijk de handschoen opneemt en laat zien dat ze meer is dan alleen de semi-heilige van Rotterdam. De tijd zal leren of deze polderachtige benoeming daadwerkelijk vruchten afwerpt of dat het slechts een volgende stap is in het politieke schaakspel van Nederland.