Direct nadat begin juni het bericht naar buiten kwam dat Soner Atasoy een vergunning heeft gekregen voor de oprichting van een islamitische school in Tilburg, vuurden Tweede-Kamerleden Daan de Kort en Bente Beker kritische vragen af op de minister van Onderwijs. “Deelt u de mening dat het onwenselijk en zorgwekkend is dat Soner Atasoy opnieuw een school sticht, na waarschuwingen van de AIVD vanwege contacten met salafistische aanjagers?” vroegen zij.
De twee VVD’ers verwijzen daarmee naar de affaire rond het Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam, dat in 2017 door Atasoy is opgericht, en waar hij is ontslagen na een jarenlange vijandige campagne door de autoriteiten, waarbij onder meer de gemeente Amsterdam, het ministerie van Onderwijs, de Onderwijsinspectie en de AIVD betrokken waren. Atasoy werd beschuldigd van contacten met ‘salafistische aanjagers’ én van financiële malversaties. Wie de krantenkoppen uit die tijd leest, krijgt de indruk dat Atasoy een islamitische extremist is die de jeugd wil radicaliseren en tegen de Nederlandse samenleving wil opzetten.
Inmiddels is er van alle beschuldigingen niets meer over. Atasoy is door de Raad van State op vrijwel alle punten in het gelijk gesteld. De school bleek goed te functioneren, er werden geen kinderen geïndoctrineerd met gevaarlijk gedachtegoed en er was geen sprake van financieel wanbeheer. Die laatste beschuldiging bleek zelfs te berusten op vervalst bewijsmateriaal. Soner verloor onlangs in hoger beroep wel de rechtszaak die hij had aangespannen tegen zijn ontslag. Een “bizarre uitspraak”, zegt hij, in zijn kantoor in Den Haag, waar we spreken met hem en zijn broer Son. “Iedere rechtsgeleerde die hier naar kijkt zal beamen dat mijn ontslag tegen alle bestuurlijke regels ingaat. Dit kan helemaal niet.” Verbazen doet het hem niet. Daarvoor heeft hij al te veel meegemaakt. “De rechter heeft in onze zaak een eigen juridische werkelijkheid gecreëerd. Hij heeft zogenaamde bewijzen uit de hoge hoed getoverd. Er bestaat geen onafhankelijke rechtspraak meer in Nederland.”
Atasoy kreeg in 2011 in Amsterdam goedkeuring voor de oprichting van een islamitische middelbare school. Daardoor had hij recht op een gebouw, maar dat kreeg hij niet zomaar. “De gemeente ging druk op me uitoefenen. Ik kreeg een lijst met namen van mensen die in het bestuur moesten. Daar doe ik niet aan mee, zei ik. Dan ga je het moeilijk krijgen, kreeg ik te horen. Uiteindelijk kreeg ik na zes jaar strijd, in 2017, een gebouw. Tegelijk kreeg ik te horen dat de vergunning binnen zes jaar moest worden geëffectueerd, anders zou hij vervallen. Ik had nog drie weken de tijd om de school op te zetten. Het gebouw was een puinhoop. Het was niet geschikt voor kinderen. Er was geen elektriciteit, het riool was verstopt, ze sloten expres de luchtcirculatie af. Ik heb de sollicitatiegesprekken buiten op het schoolplein gevoerd, op een krukje.”
Toch kwam de school er. In 2019 lag er zelfs een positief rapport van de Onderwijsinspectie. Althans, een concept-rapport. Atasoy: “De Onderwijsinspectie had eind 2018 een rapport klaar over ons. Wij kregen een perfecte beoordeling. Toen zijn ze gaan rommelen. Dit weten we allemaal uit Wob-documenten. Het Amsterdamse gemeentebestuur wilde per se iets vinden. Ze zijn naar het ministerie gegaan. De AIVD is erbij gehaald. Die zeiden, we hebben niks. Toen heeft de toenmalige directeur van de AIVD, Dick Schoof, een ambtsbericht gemaakt. De inhoud daarvan werd gedicteerd (via een beleidsmemo) door burgemeester Halsema. We zouden salafisten zijn en contacten hebben met terroristen. Maar de rechter gaf ons in januari 2020 gelijk. Van het ambtsbericht klopte alleen de aanhef.”
De school kon dus verder en groeide, maar de campagne van de autoriteiten ging door. Atasoy kreeg een taskforce op zijn dak. “Ze zijn ouders gaan benaderen. Er verschenen allerlei verhalen in de media. Er werd druk uitgeoefend op het bestuur.” Atasoy zegt dat één bestuurder 500.000 euro kreeg op een derdenrekening om processen te kunnen voeren tegen hem. “Dat hij het uiteindelijk won, was mede te danken aan Harm Brouwer, voorzitter van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD). Atasoy: “Die was heel eerlijk in zijn rapportages. Hij stond op het punt om met pensioen te gaan, hij had niks meer te verliezen. Het was duidelijk dat Schoof grote fouten had gemaakt. Schoof werd daarna overgeplaatst naar het ministerie van Justitie.”
De autoriteiten wisten er uiteindelijk voor te zorgen dat Atasoy werd ontslagen. Volgens hem is dat op volkomen onrechtmatige wijze gebeurd. “In de interne memo’s was te lezen dat een medebestuurslid een coup moest plegen op de twee overige bestuursleden. De vraag is: hoe kan één bestuurslid met één stem twee bestuursleden ontslaan? De school bestaat nog steeds, maar krijgt nu het predicaat ‘zeer zwak’ van de Inspectie. Het aantal leerlingen daalt. Atasoy: “De twee VVD-Kamerleden zeggen nu in hun vragen aan de minister, dat ik ‘eerder bestuurder was bij een zeer zwakke school’. Dat is een leugen. Het is na mijn vertrek een zeer zwakke school geworden.”
Wat Atasoy vertelt, zou een paar jaar geleden door de meeste mensen nog als ongeloofwaardig worden afgedaan. De overheid, die is er toch voor het belang van de burgers? Na de ervaringen van de afgelopen jaren weten we beter. Het is duidelijk geworden – mede uit de vele Wob-documenten – dat er in Nederland een schaduwoverheid bestaat die haar eigen regels bepaalt en politici en rechters aanstuurt. Zij houden hun eigen agenda erop na. Wat Atasoy overkwam, overkwam velen die zich verzetten tegen de coronaregels. Het is dan ook geen toeval dat jurist Jeroen Pols, die met de actiegroep Viruswaarheid een lange juridische strijd voerde tegen het coronabeleid, ook Atasoy bijstond. Pols bevestigt tegenover De Andere Krant het verhaal van Atasoy.
Het is evenmin toeval dat ‘radicale moslims’ door de geheime diensten op één hoop worden gegooid met corona-activisten. Atasoy: “In hun ‘dreigingsbeelden’ worden wij allemaal omschreven als een vijand van de overheid en een gevaar voor de democratie. Wat ze bedoelen is dat wij onafhankelijke en kritische burgers zijn. Dat willen ze niet. Dan kunnen ze je niet controleren.” Volgens Atasoy steekt Nederland qua wet en regelgeving goed in elkaar, maar is er een kleine kliek van bewindspersonen en hooggeplaatste ambtenaren die “een andere koers varen. Die kliek krijgt de neutrale machthebbers mee door telkens ongenuanceerd te vertellen dat wij tegen de instituties zijn en dat wij de instituties omver willen duwen. Het probleem is dat zij de wet niet uitvoeren.” Het gaat om mensen als Dick Schoof, Pieter-Jaap Aalbersberg, Paul Abels en HP Schreinemachers. “Als je niet doet wat zij willen, word je kapotgemaakt.” Son vergelijkt ze met de Stasi uit Oost-Duitsland. “Ze hebben geen enkel menselijk gevoel. Het maakt ze niet uit of ze jouw leven verzieken. Het zijn barbaren.”
Met het aantreden van Schoof als premier is deze groep, die tot dusver achter de schermen werkte, nu openlijk aan de macht, zegt Atasoy. Voor veel islamitische organisaties in Nederland is de benoeming van Schoof tot premier een wake-upcall, voegt hij hieraan toe. Het samenwerkingsverband van regionale moskeekoepels, de K7, gaf op 1 juni een persbericht uit, waarin zij hun zorgen uitspreken over de aanstelling van Schoof. (Zie kader.) Zij stellen dat Schoof als directeur van de AIVD en NCTV en als secretaris-generaal bij Justitie “meer dan eens over de grenzen van de rechtsstaat heen ging”.
“De moslimorganisaties in Nederland beginnen eindelijk wakker te worden”, zegt Atasoy. In 2021 waren de organisaties geschokt toen bleek dat de NCTV een particulier onderzoeksbureau had ingezet, NTA, dat undercover infiltreerde in islamitische organisaties, om “radicale tendensen” te onderzoeken. De overwinning van Wilders in november vorig jaar kwam daar bovenop. “Het is voor het eerst dat ze nu echt protest laten horen. Ze waren de afgelopen jaren volledig ingekapseld door het systeem. Ze zijn overal in meegegaan, ook in het covid-beleid. Als door de overheid druk werd uitgeoefend, bijvoorbeeld op schoolbesturen, om mensen weg te krijgen, gingen ze gedwee mee. Ze werkten ook altijd braaf samen met Schoof. Die vonden ze heel goed.” Hij verklaart dit uit de “gastarbeidersmentaliteit” van veel oudere moslims. “Zij voelen zich gast, en gedragen zich zo. Als ze een snoepje krijgen, zijn ze blij. De nieuwe generaties zijn hier geboren. Wij maken aanspraak op onze grondrechten. Als je dat doet, wordt het een ander verhaal. Dan kom je een bepaald deel van de overheid tegen die Jan Modaal of Hassan Modaal nooit meemaakt.” Hij denkt dat de overheid nu haar “grip op de moslimorganisaties heeft verloren. En dat is eng voor een controlefreak.”
Ondanks alle tegenwerking, gaan Atasoy en zijn broers door met hun missie. Ze lijken er zelfs een tandje bij te zetten. Ze zijn in Tilburg door lokale islamitische organisaties gevraagd om een school op te zetten. Daarvoor hebben ze nu goedkeuring gekregen. Die school zal in 2025 van start gaan. Daarnaast hebben ze plannen om nog dit jaar in Breda, Gouda, Almere en Den Haag aanvragen in te dienen voor nieuwe scholen. Dat zullen niet allemaal uitsluitend islamitische scholen zijn, zegt Atasoy. “Een grote stichting heeft ons hiervoor benaderd. We richten ons niet alleen op moslims, maar op ouders die vrij willen zijn, onafhankelijk van de overheid. Dat is een hele grote groep.”
Waarom benaderen partijen uitgerekend hem om scholen te stichten? “Dat komt doordat wij een uniek onderwijsconcept hebben ontwikkeld”, zegt hij. “Wij hebben klassen van maximaal 20 leerlingen. We bieden drie uur extra Nederlands en drie uur extra wiskunde. Docenten zijn geheel vrijgesteld van administratieve taken. Ze mogen 60 procent van hun tijd aan onderwijs besteden en 40 procent zelf invullen met het voorbereiden van lessen en eigen onderzoek. Ze hoeven geen mentor te zijn. De bureaucratie is tot een minimum beperkt. We hebben geen conrectoren, geen rector, geen adviseurs, geen externen. De docent staat centraal.”
Atasoy is rond 2004 in het onderwijs gerold. “Wij werkten met jongeren in Den Haag. Je zag er veel ontsporen. Daar wilden we iets aan doen. Dat kan niet als je er alleen op vrijdagavond voor ze bent.” Wat zijn de waarden die hij jongeren bij wil brengen? “Onze school is gebaseerd op het monotheïsme”, legt hij uit. “Vanuit ons islamitisch geloof erkennen wij vier heilige boeken, waaronder de Bijbel, althans de Bijbel zoals die oorspronkelijk was. Die bestaat alleen niet meer. Daarom zeggen wij, de Koran is het laatste boek met het echte woord van God. Maar we hebben veel overeenkomsten met joden en christenen in onze waarden.”
Hoe zit het dan met dat salafisme? Is dat geen radicaal gedachtegoed? Atasoy: “Wat is salafisme? Als een Christen iets zegt dat mensen niet bevalt, zeggen ze, hij is gek, maar hij heeft het recht om dat te denken. Als een moslims iets zegt, dan is hij een extremist. Salafisten kun je vergelijken met orthodoxe joden of christenen. Het zijn orthodoxe moslims die proberen te leven volgens de leer van de profeet en zijn metgezellen. Ik probeer dat ook, maar ik ben geen salafist.” Dat een orthodoxe moslim per definitie onverdraagzaam zou zijn, bijvoorbeeld naar homo’s, ontkent Atasoy. “Wij geloven in heteroseksualiteit. Dat is waar. Je kunt mij niet verplichten een homo-school op te richten. Maar we veroordelen homoseksuelen niet. God heeft mensen vrije wil gegeven. Doe je goede dingen, ga je naar de hemel. Slechte dingen, dan ga je naar de hel. Dat is jouw keuze. Ik bemoei me daar niet mee. Als jij daarvoor kiest, heeft niemand het recht je daar vanaf te houden. Dat is vrijheid. Maar het mes snijdt aan twee kanten. Als ik word verplicht waarden uit te dragen waar ik niet in geloof, ben ik niet vrij.”
Atasoy heeft veel meer op met een partij als de FVD dan met linkse partijen, zegt hij. “Baudet wil dat Nederlanders trots zijn op hun geschiedenis en hun cultuur. Ik vind dat terecht. Ik geloof niet in die prietpraat van de PvdA en Groenlinks, dat wij Nederlanders zouden zijn. Ik ben geen Nederlander! Ik ben Nederlands staatsburger, dat is wat anders.” Zijn broer Son valt hem bij: “Het is een gebod van God. Hij heeft de mensheid geschapen in stammen en volkeren, zodat ze elkaar kunnen leren kennen. Elke stam heeft zijn goede en minder goede eigenschappen. Het is geen schande om te zeggen dat je Nederlander bent. Je hoeft je geschiedenis niet weg te poetsen.”
Hoe zien Soner en Son de toekomst? Is de vrijheid nog te redden? “Wat positief is, is dat steeds meer autochtone Nederlanders ook wakker worden”, zegt Atasoy. “We werken steeds meer samen met organisaties waar dat in het verleden niet mee kon. Christenen, joden, atheïsten. Je kunt van alles van me vinden, ik ben moslim, maar ik ben misschien jouw beste bondgenoot in deze strijd.” Volgens hem is het belangrijk elkaar te steunen. “Ze hebben de sociale media zo ingericht dat we elkaar niet kunnen vinden, dat iedereen in zijn eigen bubbel zit. Wij komen De Andere Krant nooit tegen. Dat moeten we doorbreken. Dat vindt de overheid het grootste gevaar.” Hij heeft nog een praktische tip voor autochtone Nederlanders: zorg dat je veel kinderen maakt. “Ze doen er alles aan om ervoor te zorgen dat we weinig kinderen krijgen. Maar wat heeft een volk voor toekomst als het zich niet voortplant? Ik zeg, maak vijf kinderen en begin eigen scholen. Dan pluk je over een aantal jaren de vruchten.”
Samen tegen fascisme en steun aan deze man! Van binnen zie je géén verschil!