Nederland staat niet bepaald bekend om zijn krijgshaftigheid. Toch is op dit moment niet alleen de secretaris-generaal van de Navo een Nederlander, ook de hoogste militair – de voorzitter van het Militair Comité van het bondgenootschap – is een landgenoot, zij het één met een Duitse naam. Rob Bauer is onze eigen ijzervreter. “Oekraïne kan de oorlog nog altijd winnen”, zei deze fantast in een interview in mei dit jaar.
Van onderhandelingen met Rusland wil Bauer niets weten. Aanvalluh … is zijn parool. Van Bauer mogen er nog wel een paar honderdduizend Oekraïners sneuvelen, want dat doen ze voor een nobel doel. In een interview in het AD in maart zei Rob dat de oorlog in Oekraïne “gaat over Rusland dat bang is voor iets dat veel krachtiger is dan welk wapen op aarde dan ook – democratie.”
Wat zou Rob in gedachten hebben als hij dat woordje uit? Democratie. Zoals in Oekraïne, Rob, waar Zelensky oppositiepartijen heeft verboden en de presidentsverkiezingen heeft afgeschaft? Of in Nederland, waar ze net een premier in onze mik hebben geschoven die niemand kende. (“Hallo, ik ben Dick Schoof, ik ben jullie nieuwe premier.”) Of zoals in de Verenigde Staten, waar miljardairs en lobbyisten bepalen uit welke twee presidentskandidaten het volk mag kiezen?
Of bedoelt hij de democratie die de Navo en de VS zo kwistig in de wereld hebben verspreid de afgelopen driekwart eeuw? Zoals in Irak, Rob? In Afghanistan? Libië? Syrië? Servië? Chili? Argentinië? Panama? Guatemala? De Dominicaanse Republiek? El Salvador? Bolivia? Honduras? Congo? Indonesië? Iran? Vietnam? Cambodja? Excuses aan de 86 landen die ik vergeten ben, die de vruchten van de Navo-democratie hebben mogen plukken.
Er is één constante in de moderne geschiedenis, waar de niet-westerse bewoners van deze wereld zich maar al te bewust van zijn: als de Navo of VS het woord democratie in de mond neemt, berg je dan maar.
Zou Rob weleens proosten op zijn voorgangers bij de Navo? Misschien wist je het niet, Rob, maar van 1961 tot 1964 werd jouw functie, voorzitter van het Militair Comité van de Navo, vervuld door (what’s in a name) Adolf Heusinger. Deze bobo was in de Tweede Wereldoorlog stafchef van het Duitse leger. Hij stond vlak naast die andere Adolf toen de bom ontplofte waarmee opstandige militairen (waar Heusinger niet bij hoorde) de Führer wilden ombrengen in 1944. In 1940 was hij een van de planners van de invasie van Nederland. Rotterdammers zullen hem dankbaar zijn.
Nu zult u misschien zeggen dat het kinderachtig is om Bauer te verwijten dat een van zijn voorgangers Hitler hielp met de vernietiging van Europa en de Holocaust. Maar het is geen toeval. De Navo, westerse legers en geheime diensten zaten na de oorlog tjokvol met nazi’s, die linea recta van de Hitler-moordmachine via hotel Neurenberg doorschoven naar het bondgenootschap van de democratie, om tegen ‘de communisten’ te vechten. Daarbij was alles geoorloofd, tot terroristische aanslagen in West-Europa aan toe.
Toen de Sovjet-Unie instortte in 1989, gingen ze gewoon door met deze strijd, nu tegen Rusland. Terwijl de Russen en veel Europeanen hoopten op een nieuw Europees huis, een vreedzame ‘Europese ruimte’, met 800 miljoen inwoners, veel groter dan de VS – en Poetin zelfs lid wilde worden van de Navo – bleven de Navo-cops Rusland onverminderd als vijand bejegenen. De Navo breidde gestaag uit, de Amerikanen zegden een cruciaal antikernwapenverdrag op en gaven volop steun aan de nationalistische fascisten in Oekraïne, die erop uit waren om de Russischsprekende bevolking in Oost-Oekraïne te onderwerpen aan de zegeningen van de Oekraïense ‘democratie’. Zelfs Kissinger waarschuwde dat dit tot oorlog zou leiden in Oekraïne.
Rob, jij als voorvechter van vrijheid en democratie, en de internationale rechtsorde, staat vast pal achter het Handvest van de Verenigde Naties? Of niet soms? Mag ik je dan herinneren aan Hoofdstuk VI van dat Handvest, artikel 33, lid 1, getiteld ‘Vreedzame regeling van geschillen’. Dit luidt als volgt: “De partijen bij een geschil waarvan het voortbestaan de handhaving van de internationale vrede en veiligheid in gevaar dreigt te brengen, dienen daarvoor allereerst een oplossing te zoeken door onderhandelingen, feitenonderzoek, bemiddeling, conciliatie, arbitrage, een rechterlijke beslissing, het doen van een beroep op regionale organen of akkoorden, of andere vreedzame middelen naar hun eigen keuze.” (Mijn cursivering)