De Zuid-Hollandse gemeenten moesten gezamenlijk 4647 asielzoekers met een verblijfsvergunning onderdak bieden, maar op 1 juli stond de teller op slechts 2642. Anne Koning (GroenLinks-PvdA), gedeputeerde voor Wonen, heeft de Provinciale Staten een brief gestuurd over deze teleurstellende cijfers. Volgens Koning werken de gemeenten hard aan het halen van hun taakstelling, maar de resultaten spreken voor zich: het schiet simpelweg niet op.
Een half jaar geleden voldeden vijftien gemeenten aan hun opdracht vanuit het Rijk, maar nu zijn er nog maar vijf over. Het is een patroon dat we vaker zien: halverwege het jaar loopt men achter, en dan volgt er een haastige inhaalslag in de tweede helft van het jaar. Dit ad hoc-beleid is niet houdbaar en zorgt voor onnodige druk en chaos in de gemeenschappen. Veel Nederlanders voelen zich benadeeld omdat statushouders in veel gemeenten voorrang krijgen op een huurwoning.
Zuid-Holland pochte ooit de best presterende provincie te zijn wat betreft de huisvesting van statushouders, maar die status zijn ze nu kwijt. En wie betaalt de prijs voor dit falende beleid? Juist, de gewone burger die ziet hoe zijn gemeenschap onder druk komt te staan door een onrealistisch en inefficiënt asielbeleid.
De tijd van pappen en nathouden is voorbij. Het is tijd voor harde keuzes en duidelijke grenzen. Gemeenten moeten niet langer worden overladen met taakstellingen die ze niet kunnen waarmaken. We moeten onze grenzen beter bewaken en kritisch kijken naar wie we wel en niet toelaten.