“Misschien moeten mensen met een beperking beter doodgaan”: dat heeft Donald Trump destijds gezegd tegen zijn eigen neef, toen die man in het Witte Huis hulp kwam zoeken voor zijn gehandicapte zoon. Dat blijkt uit een nieuw boek over de voormalige Amerikaanse president.
Fred Trump (61) is de zoon van de broer van Donald Trump, en was zelf ook een succesvolle vastgoedmakelaar in New York. Samen met zijn vrouw Lisa zet hij zich in voor de rechten van mensen met een beperking. Het koppel heeft zelf namelijk ook een zoon met een beperking: William (25) moest meteen na zijn geboorte al voor zijn leven vechten. Na drie maanden kreeg hij de diagnose “infantiele spasmen”, een zeldzame stoornis die William zowel fysiek als cognitief beïnvloedde. Hij belandde hierdoor in een rolstoel.
Toen Donald Trump verkozen werd tot president van de Verenigde Staten, en dus de machtigste man van Amerika werd, zag Fred zijn kans: misschien kon zijn oom nu een verschil maken in het leven van mensen met een beperking. In 2020 nam Lisa contact op met Ivanka, de dochter van de president die in het Witte Huis werkte als adviseur. Met succes: Fred en Lisa mochten in het Witte Huis hun zaak gaan bepleiten, samen met enkele experts.
“Betrokken” Donald Trump
Dat gesprek zou heel erg vlot verlopen zijn, klinkt het in het boek ‘All in the family: the Trumps and how we got this way’. “Er was een idee voor een programma waar iedereen het eens over kon zijn, dat de bureaucratie kon doorbreken, kosten zou beperken, en ook betere en efficiëntere medische resultaten zou opleveren”, aldus Fred Trump in het boek. Het gesprek in het Oval Office duurde ruim 45 minuten, waarbij Donald “betrokken leek” en zich actief in het gesprek mengde.
Na afloop van het gesprek werd Fred echter teruggeroepen naar het kantoor van de president. Daar verspeelde Trump alle krediet dat hij in die 45 minuten had opgebouwd met één pijnlijke uitspraak: “Die mensen…”, zei een hakkelende Trump, “…de staat waarin ze verkeren, al die kosten. Misschien moet dat soort mensen gewoon doodgaan.” Toen Fred dat hoorde, wist hij niet meer wat te zeggen: hij draaide zich naar eigen zeggen om, en liep weg.
“Hij had het over uitgaven, wij hadden het over mensenlevens”, schrijft hij over het incident in zijn boek. “De opmerking van Donald was afschuwelijk. Het deed pijn om hem dat te horen zeggen.”