Advocaat Hugo Smit werd in 2004 openbaar veroordeeld door rechter Hans Westenberg, die beweerde dat Smit had gelogen. Deze beschuldiging kwam voort uit het boek ‘Topadvocatuur’ van journalist Micha Kat, waarin Smit beweerde dat Westenberg had gebeld met advocaten in de Chipshol-zaak. Deze zaak draaide om bouwgronden bij Schiphol.
In de jaren negentig had Westenberg wel degelijk telefonisch contact gehad met een advocaat van Chipshol, wat van groot belang was gezien de strijd tussen Chipshol en de Nederlandse Staat. Als gevolg hiervan verloor Chipshol destijds grote stukken grond rond de luchthaven.
Wat volgde was een unieke juridische strijd tussen Smit en Westenberg, die maar liefst 16 jaar duurde. Uiteindelijk won Smit de zaak bij de rechtbank, het gerechtshof en de Hoge Raad. Het was Westenberg die had gelogen, terwijl hij gedurende die hele periode gesteund werd met belastinggeld.
In 2016 schreef Smit een boek genaamd ‘De Liegende Rechter’ over zijn ervaringen. Het gerechtshof in Den Bosch bepaalde dat Westenberg Smit een schadevergoeding van meer dan 1,4 miljoen euro (plus rente) moest betalen wegens smaad.
Vorig jaar oordeelde het gerechtshof dat de Staat de schadevergoeding moest betalen die journalist Micha Kat had geleden in de zaak tegen de oud-rechter. Het hof stelde vast dat Westenberg onrechtmatig had gehandeld en misbruik had gemaakt van het procesrecht door een zaak tegen Kat aan te spannen.
Kat heeft kritiek op het feit dat de Staat de procedure tegen hem heeft bekostigd en beschrijft in een persbericht dat hij in 2004 onthulde dat de toenmalige coördinerend vicepresident van de rechtbank in Den Haag een ‘volledig corrupte crimineel’ was. In plaats van hem te bedanken, lanceerde de Staat volgens Kat een terreurcampagne die tot op de dag van vandaag voortduurt.
Kat benadrukt dat justitie nog steeds de oud-rechter steunt en hemzelf nog steeds als de crimineel ziet. Hij concludeert dat hiermee ‘onomkeerbaar bewezen is dat de hele justitie in Nederland een criminele organisatie is’. Hij hoopt dat de Staat na 20 jaar eindelijk de zaak opgeeft.
Het is duidelijk dat deze langdurige juridische strijd grote gevolgen heeft gehad en de integriteit van het Nederlandse rechtssysteem in twijfel trekt.