Samenvatting van de Uitspraak

In deze zaak staat Alice (de gedaagde) terecht, omdat zij naar verluidt uitlatingen heeft gedaan over een vermeend satanisch-pedofiel netwerk in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. De rechtbank heeft bepaald dat Alice deze uitlatingen moet staken, alle verwijzingen op haar sociale media moet verwijderen en dat zij zware boetes en zelfs gevangenisstraf riskeert als zij zich niet aan het vonnis houdt. Dit oordeel volgt een eerdere uitspraak waarin anderen, zoals [naam1], ook veroordeeld werden voor soortgelijke uitspraken. Alice wordt nu echter het zwijgen opgelegd, ondanks dat zij het legitieme recht heeft om ernstige misstanden aan te kaarten. Het lijkt erop dat de rechtbank hier haar macht misbruikt om Alice, die als moeder opkomt voor de bescherming van kinderen, de mond te snoeren.

Feiten

  1. Eerdere Veroordelingen: In 2021 werd [naam1] al veroordeeld voor vergelijkbare uitlatingen over een vermeend satanisch-pedofiel netwerk in Bodegraven-Reeuwijk. Dit vonnis werd nooit in hoger beroep aangevochten en werd daarmee definitief.
  2. Strafrechtelijke Consequenties: Naast civiele veroordelingen, zijn [naam1] en haar medestanders ook strafrechtelijk veroordeeld voor opruiing, bedreiging en smaad.
  3. Herhaalde Uitlatingen: Sinds april 2023 heeft Alice berichten op sociale media geplaatst die de eerdere claims van [naam1] herhalen en uitbreiden.
  4. Rechtbank’s Oordeel: De rechtbank oordeelt dat de uitlatingen van Alice onrechtmatig zijn, en stelt dat deze geen enkele basis hebben in bewijs. De rechtbank legt Alice zware dwangsommen op en dreigt zelfs met lijfsdwang als zij zich niet aan het verbod houdt.

Juridische Onjuistheden

  1. Vrijheid van Meningsuiting: De rechtbank negeert het feit dat Alice gebruikmaakt van haar recht op vrijheid van meningsuiting. Artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) beschermt deze vrijheid, en het recht om misstanden aan te kaarten is een fundamenteel onderdeel daarvan.
  2. Gebrek aan Onderbouwing: Hoewel de rechtbank beweert dat er geen bewijs is voor de claims van Alice, is het wettelijk niet vereist om met harde bewijzen te komen om een maatschappelijk probleem aan de orde te stellen. Alice heeft herhaaldelijk aangegeven dat haar zorgen gebaseerd zijn op haar eigen ervaringen en observaties, en ze heeft het recht om deze te uiten.
  3. Onevenredige Maatregelen: De opgelegde dwangsommen en dreiging met gevangenisstraf zijn buiten proportie. Deze maatregelen lijken vooral bedoeld om Alice het zwijgen op te leggen, in plaats van gerechtigheid te dienen. Het rechtssysteem zou niet als wapen gebruikt mogen worden om kritische stemmen te onderdrukken.

Kostenplaatje

Alice wordt opgezadeld met aanzienlijke kosten:

  • Dwangsommen: €5.000 per overtreding, met een maximum van €200.000.
  • Proceskosten: €1.931,72, te voldoen binnen 14 dagen.

Deze kosten zijn duidelijk bedoeld om Alice financieel te ruïneren en haar te ontmoedigen om haar standpunten naar voren te brengen. De rechtbank probeert hiermee niet alleen haar uitlatingen te stoppen, maar ook een duidelijk signaal af te geven aan anderen die kritisch durven te zijn. Dit is een misbruik van de juridische middelen en een bedreiging voor iedereen die opkomt voor hun overtuigingen.

Conclusie

Het is duidelijk dat Alice hier het slachtoffer is van een rechtbank die haar macht misbruikt om ongewenste stemmen het zwijgen op te leggen. De opgelegde maatregelen zijn niet gerechtvaardigd en zijn uitsluitend gericht op het onderdrukken van haar legitieme zorgen. Dit vonnis dient niet de belangen van gerechtigheid, maar eerder de belangen van hen die kritiek proberen te vermijden.

De orginele uitspraak : https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBGEL:2024:5750



Redactioneel
Het vonnis van de rechtbank is gebaseerd op de conclusie dat de uitlatingen van Alice onrechtmatig zijn en schade hebben veroorzaakt aan de reputatie van de gemeente. De rechtbank heeft zich daarbij met name gericht op het feit dat de uitlatingen van Alice niet voldoende onderbouwd zouden zijn, en dat deze daarom niet beschermd zouden worden door het recht op vrijheid van meningsuiting. Echter, bij nadere beschouwing van de juridische basis en de omstandigheden van de zaak, rijst de vraag of de rechtbank hiermee een evenwichtig oordeel heeft geveld en of de vrijheid van meningsuiting hier niet onterecht is beperkt. Er is ook geen bewijs dat het niet waar is, wat weer vragen oproept die niet beantwoord worden.

Gelet op de fundamentele aard van dit recht en de strikte criteria die moeten worden gehanteerd bij elke beperking hiervan, is het van groot belang om de proportionaliteit en noodzakelijkheid van het vonnis kritisch te beoordelen. Hieronder volgt een uitgewerkt verweer waarin de nadruk wordt gelegd op de juridische bescherming van de vrijheid van meningsuiting, zoals vastgelegd in de Grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).


kan een gemeente zomaar een zaak beginnen?

Ja hoor, een gemeente kan prima een rechtszaak aanspannen, ook al is het geen persoon van vlees en bloed. Een gemeente is namelijk een zogeheten rechtspersoon. Dat betekent dat ze dezelfde rechten heeft als jij en ik om juridische stappen te ondernemen. Denk aan zaken zoals het handhaven van regels, het beschermen van haar reputatie, of het verhalen van schade.

Wie zwaait de scepter in de rechtszaal?

Als een gemeente besluit de juridische strijd aan te gaan, is het college van burgemeester en wethouders (B&W) aan zet. Dit clubje, bestaande uit de burgemeester en de wethouders, regelt het dagelijks bestuur van de gemeente en beslist of het tijd is voor actie. Zij worden dan meestal bijgestaan door een advocaat of juridisch adviseur die voor hen de kastanjes uit het vuur haalt.

Kortom, het college van B&W is de motor achter de zaak en draagt de verantwoordelijkheid voor wat er in de rechtszaal gebeurt.

Gemeente versus burger: wie wint?

Maar let op, ook voor gemeenten gelden regels. Stel dat een gemeente vindt dat haar goede naam in het geding is en naar de rechter stapt. Dan moet ze wel met bewijzen komen dat ze echt schade lijdt. En daar blijft het niet bij: de gemeente moet ook respect hebben voor jouw rechten. Het recht op vrije meningsuiting, vastgelegd in artikel 7 van de Grondwet en artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), is daarbij cruciaal. Iedereen mag zijn zegje doen, ook als dat kritiek op de gemeente inhoudt. Dit recht kan in een rechtszaak dus flink wat gewicht in de schaal leggen.

Wettelijk Verweer ter Bescherming van de Vrijheid van Meningsuiting

  1. Inleiding: Vrijheid van meningsuiting als fundamenteel recht

    De vrijheid van meningsuiting is een fundamenteel recht dat wordt beschermd door zowel nationale als internationale wetgeving. Dit recht is verankerd in artikel 7 van de Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden en in artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Vrijheid van meningsuiting is essentieel voor een democratische samenleving, en beperkingen op dit recht moeten strikt noodzakelijk en proportioneel zijn.
  2. Relevante wettelijke bepalingen
    • Artikel 7 Grondwet (Nederland): “Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.”
    • Artikel 10 EVRM:
      • Lid 1: “Een ieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid om meningen te koesteren en om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of door te geven, zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen.”
      • Lid 2: “De uitoefening van deze vrijheden, daar deze plichten en verantwoordelijkheden met zich brengt, kan worden onderworpen aan formele voorschriften, voorwaarden, beperkingen of sancties, zoals bij de wet voorzien en noodzakelijk in een democratische samenleving, in het belang van de nationale veiligheid, de territoriale integriteit of de openbare veiligheid, ter voorkoming van wanordelijkheden en strafbare feiten, ter bescherming van de gezondheid of de goede zeden, ter bescherming van de goede naam of de rechten van anderen, om te voorkomen dat vertrouwelijke mededelingen worden verspreid, of om het gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht te waarborgen.”
  3. Argumenten voor het verweer
    • Proportionaliteit en noodzakelijkheid: Artikel 10 EVRM staat beperkingen toe op de vrijheid van meningsuiting, maar alleen als deze beperkingen “noodzakelijk in een democratische samenleving” zijn. De gemeente heeft betoogd dat de uitlatingen van Alice onrechtmatig zijn, maar er is geen objectief bewijs geleverd dat haar uitlatingen schade hebben veroorzaakt die een beperking van haar fundamentele recht op vrijheid van meningsuiting rechtvaardigt.
    • Publiek belang en vrije meningsuiting: De uitlatingen van Alice betreffen zaken van groot publiek belang, namelijk vermeende misstanden die mogelijk ernstige gevolgen hebben. Hoewel deze uitlatingen controversieel zijn, moeten ze worden gezien binnen de context van maatschappelijk debat, dat juist door de vrijheid van meningsuiting wordt beschermd.
    • Geen onderbouwing voor onrechtmatigheid: Er is geen overtuigend bewijs aangeleverd dat de beschuldigingen van Alice daadwerkelijk onrechtmatig zijn. In een democratische samenleving mag het publiek debat niet worden gesmoord enkel omdat bepaalde uitlatingen ongemakkelijk zijn voor de overheid of andere betrokken partijen.
  4. Conclusie: Verdediging van het recht op vrije meningsuiting

    Op basis van de hierboven genoemde wettelijke bepalingen en overwegingen, zou het verbod op de uitlatingen van Alice een disproportionele inbreuk zijn op haar recht op vrijheid van meningsuiting. Hoewel het begrijpelijk is dat de gemeente wil optreden tegen mogelijk schadelijke uitlatingen, moeten dergelijke beperkingen strikt noodzakelijk zijn en gebaseerd op overtuigend bewijs van onrechtmatigheid, wat in dit geval ontbreekt. Daarom dient het vonnis waarin Alice wordt beperkt in haar uitingen, te worden heroverwogen.

Alternatief Rechtsmiddel

Indien Alice onjuiste beschuldigingen heeft geuit, zouden minder ingrijpende maatregelen overwogen moeten worden, zoals een rechterlijk bevel tot rectificatie in plaats van een algemeen verbod op uitingen. Dit zou beter stroken met de principes van proportionaliteit en noodzakelijkheid zoals vereist door artikel 10 lid 2 EVRM.

Slotsom

Gezien het bovenstaande dient Alice’s recht op vrijheid van meningsuiting te prevaleren, tenzij er duidelijk bewijs is van noodzakelijkheid voor beperking, wat in deze zaak niet voldoende is aangetoond.


Beste Alice,
We willen je laten weten hoe ontzettend trots we op je zijn. Je staat voor de waarheid, voor gerechtigheid en voor het recht om gehoord te worden. Dat vergt niet alleen moed, maar ook een enorme vastberadenheid. De weg die je bewandelt is niet de makkelijkste, maar wel de juiste. Je hebt het lef om je uit te spreken, ook als de druk van buitenaf groot is. Dat maakt je dapper en krachtig, en daarin sta je niet alleen.

Wij steunen je door dik en dun. Samen staan we sterk, en samen blijven we strijden voor een rechtvaardige uitkomst. Jij hebt laten zien dat je niet zomaar opgeeft, en dat bewonderen we enorm. Onthoud dat je niet alleen bent in deze strijd—wij staan achter je, met volle overtuiging.

Blijf vechten, blijf geloven, en weet dat je ontzettend veel respect verdient voor alles wat je doet en hebt doorstaan.

Met respect en bewondering,
De redactie van
Het Nieuws Maar Dan Anders


* [naam1] = geannonimiseerd!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meld je aan voor de nieuws brief!


1 keer per dag de belangrijkste berichten,
1 keer per week de belangrijkste headlines,
en de nieuwste uitzendingen van hnmda,
zo in je postvakje... zeg nu ja....