Het kantoor van de inspecteur-generaal (OIG) van het ministerie van Justitie publiceerde op donderdag een kritisch rapport, waarin de noodzaak werd benadrukt voor het Federal Bureau of Investigation (FBI) om zijn aanpak van zaken van kindermisbruik te verbeteren.
Dit rapport volgt op een verontrustende onthulling van meer dan drie jaar geleden dat de FBI haar reactie op beschuldigingen tegen de voormalige Amerikaanse gymnastiekarts Larry Nassar, die beschuldigd werd van het misbruiken van vrouwelijke atleten, had vertraagd.
Het rapport van de OIG onthulde aanzienlijke tekortkomingen in de aanpak van de FBI met betrekking tot het beheren van zijn programma Crimes Against Children and Human Trafficking (CAC/HT).
Vrijheidslievende strandmode van Red Beach Nation – Bespaar 10% met code RVM10
Het rapport benadrukte verschillende gebieden die onmiddellijke aandacht vereisten, waaronder de afhandeling van leads, naleving van verplichte meldingen aan andere instanties en het tijdig bijwerken van de case-activiteiten.
Belangrijkste bevindingen van het OIG-rapport
De OIG beoordeelde 327 incidenten van 1 oktober 2021 tot 26 februari 2023, met betrekking tot vermeende handmatige zedendelicten tegen kinderen.
Het vond alarmerende hiaten in de operationele protocollen van de FBI, die omvatten:
Onvoldoende zaakbeheer: De audit wees 42 incidenten aan—13 procent van de beoordeelde gevallen—die recentelijk onderzoek of logische onderzoeksstappen misten.
Deze zaken toonden ook een tekort aan in het maken van noodzakelijke verwijzingen naar de juiste instanties.
Het niet naleven van verplichte meldwetten: Het rapport benadrukte dat 47 procent van de incidenten niet voldeed aan de verplichting van de FBI om vermoedelijk kindermisbruik te melden aan relevante staats-, lokale, tribale en territoriale wetshandhavingsinstanties.
Bovendien ontbrak naleving van verplichte meldingen aan de sociale diensten in 50 procent van de beoordeelde zaken.
Vertraagde reactietijden: De OIG ontdekte dat in 40 procent van de actieve beschuldigingen van misbruik er geen bewijs was dat de FBI binnen de 24-uursperiode reageerde die haar eigen beleid vereiste.
Overdrachts- en communicatieproblemen: Ongeveer 73 procent van de case-overdrachten tussen FBI-veldkantoren ontbrak de juiste documentatie van mondeling contact en bevestigde ontvangst, zoals vereist door het beleid van de FBI.
Verwaarlozing van slachtoffersdiensten: Voor 36 procent van de geïdentificeerde in aanmerking komende slachtoffers was er geen bewijs dat hen passende slachtoffersdiensten werden aangeboden of dat ze op de hoogte werden gesteld van de status van hun zaken.
Ondanks deze ernstige problemen merkte het rapport een positief aspect op: 95 procent van de forensische interviews met minderjarigen werd uitgevoerd door personeel dat adequaat was opgeleid in forensische technieken, en 98 procent werd persoonlijk uitgevoerd.
Hoge caseloads en middelenbeperkingen
Het rapport wees ook op de hoge werkdruk die agents binnen het CAC/HT-programma van de FBI te verduren hebben, gezien de toename van beschuldigingen in de afgelopen jaren.
FBI-functionarissen hebben erkend dat beperkte middelen een aanzienlijke uitdaging vormen voor de effectiviteit van het programma.
Aanbevelingen en reactie van de FBI
De OIG deed 11 aanbevelingen om het beheer van het CAC/HT-programma van de FBI te verbeteren.
De FBI heeft ingestemd met alle aanbevelingen en had al vóór de publicatie van het rapport corrigerende maatregelen genomen voor twee ervan.
Inspecteur-generaal Michael E. Horowitz benadrukte de urgentie van deze verbeteringen en verklaarde: “De DOJ OIG heeft vastgesteld dat verdere verbeteringen nodig zijn om voort te bouwen op de recente veranderingen van de FBI in zijn programma’s tegen misdaden tegen kinderen en mensenhandel om ervoor te zorgen dat het op de juiste manier omgaat met beschuldigingen van kindermisbruik.”
De onthullingen en aanbevelingen uit dit rapport onderstrepen een cruciale behoefte aan hervorming binnen de aanpak van de FBI voor gevoelige zaken die kinderen betreffen.
.