De Marker Wadden vormen een archipel van vijf kunstmatige, onbewoonde natuureilanden die in het Markermeer zijn aangelegd met het doel natuurherstel te bevorderen. Door de aanleg van natuureilanden met zand, klei en slib uit het Markermeer, zou nieuwe natuur tot ontwikkeling komen, was de achterliggende gedachte. Dit grootschalige natuurproject heeft 75 miljoen euro gekost. De ambitie van Natuurmonumenten en Rijkswaterstaat, is van de Marker Wadden een grote natuurarchipel te maken van in totaal 10.000 hectare. Het is daarmee een van de grootste natuurherstelprojecten van West-Europa.
Het pronkstuk van Natuurmonumenten en Rijkswaterstaat wordt aangeprezen als ‘een natuurparadijs voor vissen en vogels en een heerlijk recreatie-eiland’. “Er wordt op innovatieve wijze gebouwd met en voor de natuur. Met een eerste bijdrage van de Nationale Postcode Loterij kon dit project van start gaan”, jubelt Natuurmonumenten op hun website.
Maar zo goed gaat het niet met de eilandengroep. Eind vorige maand bleek uit satellietbeelden dat de Marker Wadden in omvang zijn afgenomen. Stranden zijn afgekalfd en een groot deel van de aangelegde eilanden is al verdwenen in het Markermeer. Natuurmonumenten wijt deze afkalving aan de hoge waterstand in met name het voorjaar, maar onderzoekster Annemieke van Straaten en visser Patrick Schilder hebben een heel andere verklaring voor het langzaam verdwijnen van de eilandengroep in het Markerweer.
Dat de Marker Wadden verzakken, verbaast Schilder niets. Volgens hem zou dat komen door bouwtechnische fouten. “Toen ze de eilanden wilden bouwen, zat ik met onderzoekers aan tafel die alle wijsheiden in pacht hebben.” Naar eigen zeggen werd hij “gewoon uitgelachen” toen hij voorspelde dat de eilanden zouden afkalven. “Wij hebben Natuurmonumenten en Rijkswaterstaat vaak genoeg gewaarschuwd. Het proefeiland dat ze in het verleden hebben gemaakt, is ook weggezakt.” Volgens hem heeft dat niet alleen te maken met de vervuilde slib die voor de opbouw van de eilanden is gebruikt, maar veel meer met weersomstandigheden zoals stroomverandering. “Het is een drama, dat hele eiland kalft af. Maar men vond mij te lastig. En als de eilanden inderdaad wegzakken, zoals ik heb voorspeld, komt er gif in het water. Ons drinkwater komt in gevaar: dat gaat iedereen aan. In plaats daarvan willen ze nog meer eilanden bouwen.”
Voor de aanleg van de natuureilanden was afgesproken slib te gebruiken uit de Markerwaard. “Maar ze hebben overal rotzooi vandaan gehaald”, zegt Schilder. Hij merkt op dat de visvangst in het gebied drastisch is afgenomen, wat volgens hem een duidelijke indicatie van watervervuiling is. “Ik weet honderd procent zeker dat het water daar vervuild is, want wij vangen daar geen paling meer. Een mega slimme vissoort, die niet van rotzooi houdt. Als er ergens rotzooi is, smeert de paling ’m.” Tot drie keer toe kaartte hij het aan bij de NVWA, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, maar volgens hem is daar niets gedaan.
De rapporten waarin wordt beargumenteerd dat de aanleg van de Marker Wadden de visstand juist zou bevorderen noemt hij ‘allemaal onzinrapporten’. “Rijkswaterstaat en LNV (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit – red.) zeggen dat je pas over 25 jaar een goed beeld van de visstand kunt krijgen. Nu willen ze nog meer eilanden gaan maken. Maar dit is een natuurlijk waterbekken, daar moet je niet aankomen”, zegt Schilder. “Dan krijg je overstromingen, net als in Volendam en Monnickendam. Dit soort beslissingen moet je niet vanuit een kantoor nemen. In plaats daarvan moet er worden geluisterd naar mensen die al veertig jaar op het water zitten.” Hij vindt dat goed moet worden uitgezocht wat er precies aan de hand is. “De onderste steen moet bovenkomen. De eilanden zakken weg en kalven af, Men geloofde dat destijds niet. Laat ze nu maar eens komen met excuses.”
Onderzoeker Annemieke van Straaten wordt er soms moedeloos van. Een aantal jaar geleden verwierf zij bekendheid, toen ze het opnam voor de grote grazers in de Oostvaardersplassen. Vervolgens beet ze zich vast in het Marker Waddendossier, omdat ze ook hier ziet dat natuurorganisaties burgers voorhouden dat ze de natuur willen herstellen, terwijl de natuur er juist op achteruitgaat. In 2020 begon Van Straaten met het verzamelen van documenten over de Marker Wadden. Ze besloot zelf op onderzoek uit te gaan en huurde een huisje op de Marker Wadden, om met eigen ogen te zien wat er aan de hand was. Ze had een paar journalisten meegenomen. “De vogels vielen dood neer voor onze ogen” beschrijft ze. Dit zou komen door botulisme (vergiftiging waaraan met name watervogels sterven).
Ze diende talloze Wob- en Woo (Wet Open Overheid)-verzoeken in bij de Inspectie voor Leefomstandigheden en Rijkswaterstaat om boven water te krijgen of er inderdaad vervuilde slib is gebruikt en vroeg duizenden pagina’s aan documenten op, van projectplannen tot bodemonderzoeken en informatie over transport. “Daaruit blijkt dat er naast schone grond, klasse A, ook allemaal vervuilde troep in gaat”, zegt Van Straaten. Zo blijkt uit de documenten dat er een hele lading slib uit de Nieuwe Waterweg bij Schiedam in het Markermeer terecht is gekomen, wat vervuild is. Ook zou er een document zijn van een industriële lading uit IJmuiden, waar een zeesluis is gebouwd.
“En ze zijn nog niet klaar met de Marker Wadden”, zegt Van Straaten, doelend op plannen om de eilandenarchipel nog verder uit te breiden. “Toeristen vinden de natuur prachtig, de toeristenbootjes varen af en aan. Maar mensen vergeten wat er onderin is gedonderd. De Marker Wadden zijn een vervuild baggerdepot, niets meer en niets minder. Hoeveel miljoenen gaat dit nog kosten, van de belastingbetaler? Wanneer gaan ze eindelijk eens toegeven dat dit een mislukt project is?” Ook is ze benieuwd of ‘die troep’ er nu eindelijk is uitgehaald en waar dat heen is gegaan. De onderzoeker ziet dat op meer plekken in Nederland vervuilde slib wordt gedumpt in de natuur. “Kijk maar eens naar Koornwaard in Den Bosch of de Grote Moere in Drenthe. Nederland is het afvoerputje van Europa van vervuilde slib en bagger.”
Wil Lases, een voormalig waterbouwkundige die vijftien jaar bij Rijkswaterstaat werkte, deelt de zorgen van Van Straaten en Schilder. De oud-hoofdingenieur noemt de Marker Wadden een ‘cult project’, dat niet past in het natuurlijke landschap van het Markermeer. “Het Markermeer zelf is al decennialang een beschermd natuurgebied waar niemand aankwam”, legt Lases uit. “Dat had zijn eigen natuurlijke ontwikkeling aan de bodem. Er vormde zich slib en het water werd troebel. Troebel water is een natuurlijke trage overgangssituatie, waarbij bacteriën dode biomassa omzetten. Het leidt tot bodemaanwaas.”
“Maar omdat men door het troebele water de flora en fauna, zoals de vissen en andere aaibare diersoorten, niet meer goed kon beleven, vond men het meer doods”, zegt Lases. “Er werd besloten in te grijpen in het natuurlijke ontwikkelingsproces van deze beschermde natuur en eilanden te maken om daar het slib in te bergen. Men had geen geduld meer met de natuur in het Markermeer en wilde meer genietbare natuur beleven, zoals vissen.”
Volgens Lases heeft het project Marker Wadden weinig te maken met natuurherstel. Integendeel: men verstoort bewust de natuur. “Ze wilden eilanden maken, maar de biodiversiteit niet aan de natuur over laten. Men wilde de regie in eigen hand houden en zelf de gewenste diversiteit bepalen. Er mag bijvoorbeeld geen enkele boom spontaan groeien. Dat is geen natuurherstel, dat is het creëren van een landschap dat niets te maken heeft met de oorspronkelijke natuur. De eilanden horen niet thuis in dit landschap en zijn slechts een bedenksel van landschapsarchitecten.” Hij uit ook forse kritiek op de kosten van het project: “Ze tappen uit algemene middelen om dit voor elkaar te krijgen, waaronder de Postcodeloterij die een flinke duit in het zakje deed. Er gaat gigantisch veel maatschappelijk geld in om. Maar dit is niet natuurlijk, het hoort niet thuis in het landschap.”
Lases bekritiseert de manier waarop natuurorganisaties de eilanden beheren. Volgens de oud-waterbouwkundige zijn ze eerder bezig met het naar hun hand zetten van de natuur dan met het beschermen ervan. “Ze willen op de eilanden specifiek een gewenste waddensituatie creëren. Het kost veel onderhoud om niet-gewenste soorten te verwijderen.”
De eilanden zorgen volgens de voormalig waterbouwkundige voor een andere stromingssituatie op het Markermeer, die ook voor aantasting van de eilanden kan zorgen. Belangrijk is dat de ondergrond, waarop deze grote massa van de eilanden rust, niet heel stabiel is en zettingen met zich meebrengt. “Tevens zal de slibmassa in de eilanden nog behoorlijk inslinken, wat tijd kost. Daarvoor is ruim tien jaar geleden al gewaarschuwd”, zegt Lases. “Dit is geen natuurherstel, noch het scheppen van meer biodiversiteit in het natuurlijke landschap. Het is puur projectontwikkeling, oftewel cultuur, van en voor biologen”, besluit hij zijn woorden.
Ook emeritus hoogleraar prof. dr. ir. Bart Schultz (74) uit zich kritisch over het miljoenenproject. Volgens hem verzakken en verdwijnen de Marker Wadden zonder menselijk ingrijpen onherroepelijk in het water. Schultz is een internationaal gerespecteerd civiel ingenieur, met een lange staat van dienst. De Marker Wadden noemt hij een ‘totaal onzinnig plan, dat nooit uitgevoerd had moeten worden’. Zijn voorspelling is somber: hij denkt dat de eilandjes wegzakken in het meer. Of dat er dure operaties nodig zijn om de eilanden van tijd tot tijd weer op te hogen en de afkalving van de zanddammen tegen te gaan.
Reeds in 2013 waarschuwde hij Natuurmonumenten en Rijkswaterstaat voor de Marker Wadden, tijdens gesprekken met deze organisaties. “Ik heb ze toen gewaarschuwd dat ze ernstig in elkaar zouden zakken, maar ze wilden het niet geloven. Natuurmonumenten is niet goed op de hoogte van de bodem en Rijkswaterstaat geloofde de twee ingenieursbureaus. Maar het is precies gegaan zoals ik het heb gezegd”, zegt Schultz. “De bodem bestaat uit ongeconsolideerde klei en water. Als je daar nog meer klei op gaat spuiten, gaat het zakken.”
Hij vermoedt dat het project nog veel meer gaat kosten, als het gaat om onderhoud: het aanvullen met zand en slib en het corrigeren van de natuureilanden. “Maar zolang Natuurmonumenten daartoe bereid is, doen ze dat toch wel”, zegt hij moedeloos. “Ik heb gezegd dat het een totaal onzinnig plan was en daar ben ik alleen maar in bevestigd.”
Source: http://deanderekrant.nl/nieuws/prestigeproject-marker-wadden-onder-vuur-2024-09-07
.