Een panel van vijf rechters bij de Appellate Division, First Department, in New York hoorde pleidooien over de beroepszaak van voormalig president Donald Trump tegen een vonnis van $454 miljoen voor civiele fraude vonnis, waarbij twijfels werden geuit over belangrijke aspecten van de zaak die was aangespannen door de procureur-generaal van New York, Letitia James.
De hoorzitting, die op donderdag plaatsvond, ging dieper in op het gebruik van een consumentenfraudewet, de omvang van financiële sancties en de private aard van de transacties die betrokken waren bij Trumps vastgoeddeals.
De juridische uitdaging komt voort uit een uitspraak van februari door rechter Arthur Engoron, die Trump opdroeg meer dan $454 miljoen aan boetes en rente te betalen voor het vermeend verhogen van zijn netto waarde om gunstige voorwaarden van kredietverstrekkers en verzekeraars veilig te stellen.
De juridische team van Trump betoogt dat de rechtszaak te laat is ingediend en dat de hoge financiële boete onrechtvaardig is, aangezien er geen duidelijke slachtoffers waren en er geen financiële verliezen zijn geleden.
Tijdens de hoorzitting leken twee rechters bijzonder sceptisch over de zaak van de staat.
Rechter Peter Moulton uitte bezorgdheid over de omvang van de boete en vroeg: “Hoe koppel je het bedrag dat is vastgesteld aan de schade die hier is veroorzaakt, waar de partijen deze transacties gelukkig hebben verlaten?”
Dit vroeg om de verdediging’s argument dat Trumps kredietverstrekkers en zakenpartners geen financiële schade hebben geleden.
D. John Sauer, de advocaat van Trump, argumenteerde dat er geen slachtoffers of klachten in de zaak waren, en benadrukte dat inconsistenties in Trumps opgegeven netto waarde geen invloed hebben gehad op de betrokken deals. “Wat niet wordt betwist is de getuigenis dat als de netto waarde zo laag was geweest als één miljoen dollar, de deal precies hetzelfde zou zijn geweest,” zei Sauer.
De beroepszaak questioned ook de autoriteit van procureur-generaal James om de zaak te vervolgen, waarbij rechter David Friedman vroeg of er enige precedent was voor het gebruik van consumentenbeschermingswetten om te procederen over private transacties tussen geavanceerde partijen.
Friedman merkte op dat eerdere zaken die door de staat werden aangehaald, betrekking hadden op schade aan consumenten of de markt, wat in Trumps zaak ontbrak.
In de oorspronkelijke rechtzaak oordeelde Engoron dat Trump en zijn organisatie fraude hadden gepleegd door activa te overwaarderen en Trumps netto waarde te overdrijven op documenten die werden gebruikt voor het sluiten van deals en het veiligstellen van financiering.
Trump kreeg aanvankelijk een boete van $355 miljoen, die is gestegen tot ongeveer $470 miljoen door opgelopen rente.
Sauer herhaalde dat de rechtszaak de verjaringstermijn schendt en waarschuwde dat het handhaven van een dergelijk vonnis verstrekkende gevolgen zou kunnen hebben voor de vastgoedsector. “Als het vonnis niet wordt vernietigd, kunnen mensen geen zaken doen in vastgoed zonder angst,” zei hij.
Ondanks de argumenten van de verdediging beweerden de staat aanklagers dat er voldoende bewijs was om het vonnis te ondersteunen, waarbij plaatsvervangend procureur-generaal van New York Judith Vale betoogde: “Hoewel dit een groot bedrag is, is het om een paar redenen een groot bedrag. Ten eerste, omdat er veel fraude en illegaliteit was.”
De Appellate Division doet meestal ongeveer een maand na afloop van de pleidooien uitspraak, wat betekent dat een beslissing kan komen vóór de presidentsverkiezingen van 2024, waarin Trump de vermoedelijke GOP-kandidaat is.
Trump heeft gezworen de zaak tot aan het Amerikaanse Hooggerechtshof te bestrijden indien nodig.
Zijn juridische team heeft ook geprobeerd het vonnis voor civiele fraude van $454 miljoen te verlagen, en noemde het “draconisch, onwettig en ongrondwettelijk.”
Gedurende het proces stelden Trumps advocaten dat zijn financiële verklaringen afwijzingen bevatten die banken adviseerden om hun eigen beoordelingen uit te voeren.
Getuigen, waaronder voormalige leidinggevenden van Deutsche Bank, getuigen dat de banken Trump als een waardevolle klant beschouwden en actief naar extra zaken zochten.
De beroepszaak gaat door terwijl Trumps juridische team de aanzienlijke boete bestrijdt, met als mogelijke consequentie dat dit invloed kan hebben op Trumps financiële situatie en politieke campagne.
Source: https://www.rvmnews.com/2024/09/letitia-james-454-million-case-against-trump-in-trouble-after-this/
.
