Bijna 70% van de handhavingsmaatregelen uitgevoerd door het Department of Education (DoE) van de Biden-Harris-administratie zijn gericht op religieuze en beroepsgerichte scholen, ondanks het feit dat deze instellingen minder dan 10% van de studentenpopulatie in de Verenigde Staten vertegenwoordigen, volgens een recent rapport van het American Principles Project (APP).
Het APP, een conservatieve denktank, heeft gegevens vrijgegeven waaruit blijkt dat het Department of Education onevenredig religieuze en op carrières gerichte scholen heeft aangepakt.
APP-beleidsdirecteur Jon Schweppe bekritiseerde deze acties en verklaarde dat de Biden-Harris-administratie federale instanties gebruikt om politieke tegenstanders te bedreigen, met name christelijke onderwijsinstellingen die niet in lijn zijn met de agenda van links.
Vier Trump’s historische overwinning in 2024 met de exclusieve Trump 47th President Collection!
Schweppe zei: “Hoewel grote aanvallen vanuit instanties zoals het Department of Justice de meeste aandacht hebben getrokken, moeten we ook lijken op soortgelijke corrupte inspanningen in andere instanties.”
Het rapport belichtte twee van de meest prominente christelijke universiteiten van het land—Grand Canyon University (GCU) en Liberty University—die aanzienlijke scrutinies van het DoE hebben ondergaan.
Beide instellingen zijn getroffen door recordboetes, die de straffen overtreffen die aan grotere publieke instellingen zoals Penn State en Michigan State zijn opgelegd.
Deze boetes waren grotendeels gerelateerd aan overtredingen van de Clery Act, die campuscriminaliteitsrapportage vereist.
GCU, gelegen in Arizona, is momenteel in beroep tegen een boete van $37,7 miljoen die in november 2023 door het DoE is opgelegd.
De straf volgt uit beschuldigingen dat de universiteit studenten verkeerd heeft voorgelicht over de kosten van haar doctoraatsprogramma’s.
Bovendien beloofde onderwijssecretaris Miguel Cardona tijdens een hoorzitting van de Huiscommissie voor Begrotingen eerder dit jaar om GCU te sluiten, en noemde het een “roofzuchtige school” die naar haar zeggen zich richt op eerste-generatiestudenten.
Het APP-rapport toonde ook aan dat ten minste 12 christelijke hogescholen te maken hebben gehad met buitensporige boetes of zijn verbannen van het ontvangen van federale studentensteun. Ter vergelijking, geen Ivy League-school heeft een soortgelijke straf gekregen.
Minstens 12 christelijke hogescholen zijn het doelwit geweest van buitensporige boetes of zijn verbannen van het ontvangen van federale studentensteun; ter vergelijking, geen Ivy League-school is het slachtoffer geworden van een strafactie door het Bureau voor Handhaving.
Lees APP’s laatste rapport nu!👇 pic.twitter.com/227UfREBs5
— American Principles 🇺🇸 (@approject) 20 november 2024
Volgens de gegevens was de gemiddelde boete opgelegd aan een christelijke instelling voor overtredingen van de Clery Act $815.000, in vergelijking met slechts $228.571 voor publieke en private instellingen.
Een opmerkelijke overwinning voor GCU kwam in haar juridische strijd over de non-profitstatus.
Nadat de Arizona Board for Private Postsecondary Education, de Internal Revenue Service, de Staat Arizona en de Higher Learning Commission GCU allemaal non-profit erkenning hadden verleend, weigerde het Department of Education de status.
Echter, in een unanieme beslissing oordeelde het 9th U.S. Circuit Court of Appeals dat het DoE onrechtmatig de verkeerde normen had toegepast bij het afwijzen van de non-profitstatus van de universiteit.
Een woordvoerder van het Department of Education reageerde op het APP-rapport en ontkend elke bias in zijn handhavingsacties. “De religieuze affiliatie of non-profitstatus van een school heeft absoluut geen invloed op ons toezicht en onze handhavingsacties,” zei de woordvoerder.
“Onze hoogste prioriteit is het beschermen van veiligheid en academische kansen voor alle studenten aan instellingen voor hoger onderwijs.” De woordvoerder beweerde ook dat de gegevens van het APP de acties van de afdeling verkeerd weergeven, en de publiekelijk vrijgegeven informatie verdraaien.
Ondanks de verdediging van het Department of Education, blijven critici zich zorgen maken over de onevenredige focus op religieuze instellingen, vooral in het licht van de recente juridische uitdagingen en recordstraffen.
Met GCU’s overwinning in de rechtszaal en de voortdurende scrutinie van christelijke hogescholen, is het waarschijnlijk dat de discussie over de aanpak van de federale regering inzake handhaving van hoger onderwijs zal aanhouden.
Terwijl deze discussies zich ontwikkelen, blijft het duidelijk dat christelijke universiteiten en op carrières gerichte instellingen unieke uitdagingen ondervinden onder het onderwijsbeleid van de Biden-Harris-administratie.
De bevindingen van het APP werpen licht op de voortdurende controverse rond federaal toezicht op particuliere instellingen en de mogelijke gevolgen voor religieus onderwijs in Amerika.
.
