Het vernieuwde Handelingskader Professioneel Controleren stelt duidelijk dat uiterlijk, etniciteit of afkomst nooit een rol mogen spelen bij controles, tenzij er sprake is van een concrete verdachte beschrijving. Dit is een radicale verschuiving van eerdere praktijken die vaak willekeurige en subjectieve aspecten omvatten.
De weerstand binnen de politie, zoals aangegeven door woordvoerders van mensenrechtenorganisaties, onderstreept de uitdagingen die nog voor ons liggen. Het is essentieel dat deze nieuwe regels worden omarmd en geïnternaliseerd door alle lagen van de politieorganisatie om echte verandering te bewerkstelligen.
Het besluit van de politie om etnisch profileren te beëindigen is niet alleen een overwinning voor diegenen die gerechtigheid en gelijkheid nastreven, maar ook een essentiële correctie op een praktijk die fundamenteel strijdig is met de principes van een democratische rechtsstaat. Dit is een moment voor Nederland om zich te heroriënteren op de waarden van gerechtigheid en respect voor alle burgers, ongeacht hun achtergrond.
Maar het is wel slechts een begin. Want uiteindelijk is het volstrekt bezopen dat burgers zomaar fysiek gecontroleerd kunnen worden door medewerkers van de staat. De overheid moet met zijn kladden afblijven van burgers als die niets misdaan hebben. Pas als er bewijs is, of in ieder geval serieuze aanwijzingen, dat de burger in kwestie zich misdragen heeft of op dat moment misdraagt moet dat mogen kunnen. Voor de rest dient de overheid – en dus ambtenaren – zijn hebberige, autoritaire handjes thuis te houden.