De Navo is in januari begonnen aan een nieuwe maritieme missie in de Oostzee, genaamd Baltic Sentry. Deze moet zorgen voor de beveiliging van kritieke onderzeese infrastructuur, zoals energie- en datakabels. Ook Nederland is van de partij. Den Haag stuurde drie schepen: Zr.Ms. Luymes, Zr.Ms. Tromp en Zr.Ms. Schiedam. De missie volgt op berichten in de media over beschadigingen aan energie- en datakabels in de Oostzee, ook wel de Baltische Zee genoemd. Zo werd op 25 december de olietanker Eagle S. aan de ketting gelegd door de Finse politie en kustwacht op verdenking van vernieling van een onderzeese hoogspanningskabel en vier datakabels die Finland en Estland met elkaar verbinden. De Eagle S. voer onder de vlag van de Cookeilanden, maar zou deel uitmaken van de zogenoemde “Russische schaduwvloot” die olie vervoert vanuit Rusland ter omzeiling van westerse sancties. De autoriteiten verdachten de Eagle S ervan met het anker over de zeebodem te hebben gesleept om zo onderzeese infrastructuur van Navo-staten te saboteren.
Twee Chinese schepen werden eerder van hetzelfde verdacht. De Yi Peng 3 zou in november vorig jaar moedwillig glasvezelkabels hebben beschadigd en de NewnewPolar Bear in oktober vorig jaar gasleidingen. De Duitse defensieminister Boris Pistorius sprak van sabotage. “Niemand gelooft dat deze kabels per ongeluk zijn beschadigd,” zei hij over het november-incident. Een paar weken later zei de Finse president Alexander Stubb over het incident met de Eagle S. dat Rusland hier “zeker” iets mee te maken had.
De Navo-operatie in de Oostzee, die voor onbepaalde tijd duurt, begon precies een dag nadat de Washington Post had gemeld dat Amerikaanse en Europese inlichtingendiensten inmiddels van mening zijn dat recente incidenten met kabels in de Oostzee zijn toe te schrijven aan ongelukken, en niet aan sabotage. De Amerikaanse krant meldt dit op basis van interviews met drie niet nader genoemde “hooggeplaatste functionarissen uit drie landen” die betrokken zijn bij onderzoek naar beschadigingen van zeekabels in het gebied. Er zouden geen aanwijzigingen zijn gevonden voor moedwillige acties. Wel zouden de bemanningen een onervaren indruk hebben gemaakt en werd er achterstallig onderhoud geconstateerd aan de schepen.
Toen in september 2022 drie van de vier Nord Stream-gaspijpleidingen werden opgeblazen, wezen diverse Europese politici en opiniemakers meteen naar Rusland. Dat land zou zijn eigen gasinfrastructuur onklaar hebben gemaakt. Hun verdenking gaat inmiddels uit naar Oekraïne.
De Nederlandse en andere westerse media blijven intussen zonder enige reserve spreken over “Russische sabotage”. Zo plaatste de Volkskrant vorige week een groot artikel met de kop: “Sabotage onder water: de Russische schaduwoorlog legt kwetsbaarheid van het Westen bloot.” In het artikel wordt geen enkele onderbouwing gegeven voor deze alarmistische claim. Daarin zijn voornamelijk beweringen te lezen van personen die op geen enkele manier betrokken zijn geweest bij het onderzoek naar de incidenten: brigadegeneraal Kees Schellens, hoofd van een Nederlands overheidsprogramma ter bescherming van de infrastructuur in de Noordzee, en Frank Bekkers, veiligheidsexpert bij het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). De Volkskrant tekende uit de mond van Bekkers op: “Het doel is onrust en verwarring zaaien. Rusland laat zien: kijk uit, dit is wat we kunnen. Als jullie niet oppassen, doen we het tienvoudige en hebben jullie er wel veel last van.” Schellens waarschuwt dat we voorbereid zijn moeten zijn op de schadelijke gevolgen van “deze hybride acties”. Recente oproepen om een noodpakket in huis te halen, juicht hij toe. “De kans bestaat dat we voor langere tijd zonder elektriciteit of internet komen te zitten.” In het Volkskrant-artikel geen woord over de door de Washington Post geïnterviewde functionarissen die betrokken zijn geweest bij het onderzoek naar de kabelbreuken en die tot de conclusie kwamen dat er aanwijzingen zijn voor sabotage.
Afgelopen week was er opnieuw een melding over een kabel in de Oostzee die beschadigd was geraakt. Het betrof een glasvezelkabel tussen Letland en Zweden. De Letse publieke omroep LSM berichtte dat de Letse marine direct een patrouille had afgestuurd op een schip dat mogelijk de schade had veroorzaakt. Dit schip, de Michalis San, was van de Algerijnse havenstad Béjaïa onderweg naar Rusland. Volgens de omroep heeft de marine geen verdachte activiteiten geconstateerd aan boord van het schip of schade aan het anker.
Er is niets bijzonders aan kabelbreuken. Volgens het International Cable Protection Committee, dat zich inzet om schade aan onderzeekabels tegen te gaan, zijn er doorgaans zo’n honderd tot tweehonderd kabelbreuken per jaar. Dit was ook al zo voordat de VS en bondgenoten in conflict kwamen met Rusland over Oekraïne.
Source: http://deanderekrant.nl/nieuws/rusland-ongegrond-beschuldigd-van-kabelsabotage-oostzee-2025-02-04
.