
Een tragisch verhaal van een gekwelde medemens
“Het had altijd erger kunnen zijn,” zegt mijn buurman vaak. Dat troost soms. Het is een ouwe kerel, zoiets als mijn vader. Maar die is al lang dood. Hein houdt konijnen in zijn tuin, die hij opeet in de winter. Niet met Kerst, want dat vindt hij te voorspelbaar. Hij fokt met de jonkies en eet de moeders op na voldoende geleverde prestaties. Ik moest gisteren ook aan mijn dode moeder denken. Hoe zou het voor haar in de hemel zijn als ze zag hoe ik opgegeten word? Door de wormen in elk geval, zoals ik het nu voorzie. Niks cremeren, gewoon ouderwets begraven. Dat wil ik. Als ik eindelijk uit dit tranendal verlost word.
“De toekomst is pas toekomst als ik hem nu meemaak,” zegt de buurman. Hij is van de clichés. Klitsjees zegt hij zelf. Of ik überhaupt weet wat een klit is, sneert hij dan. De smeerkees. Hein noemt zichzelf een optimistische atheïst en daar praten wij regelmatig over. Hij is niet alleen ouder en veel grijzer dan ik, maar ook wijzer. Tenminste, dat vindt hij nadrukkelijke zelf. Dat schuurt toch bij mij. Zijn negatieve zienswijze schraapt de vellen van de mijne af. Want? Want ik ga natuurlijk niemand vertellen dat God met mij praat. Door Hein ben ik mijzelf echter de vraag gaan stellen wiens stem ik nu eigenlijk hoor in mijn hoofd. Misschien bestaat er wel zoiets als een Hoger Zelf. Een breinfunctie die mij attent maakt op mijn ego. Ja, want dat is de kwestie. Ego. Patronen. Jezelf beter voordoen dan je bent. Je overlevingsgewoonten bepalen 90% van je dagelijks handelen, dat las ik in Psychologie Magazine. Dat roept veel vragen op. Kan ik dus hoogstens 10% authentiek zijn? Wat is dat eigenlijk, authentiek?
Er zingt een merel. Dat leidt heerlijk af.
KONINGSDAG
Op Koningsdag zong ik vorig jaar nog mee met het Wilhelmus. Op straat toen de koning langs reed. Terwijl iets in mij dacht aan Winnie die tijdens haar verre buitenlandse vakantie zag hoe die zware man geheel bezopen van de loopplank van zijn jacht in het water viel. Moest de lijfwacht hem er uit halen. Is dat nou een koning? Bestaat er zoiets als het Ware Koningschap in de hemel? En zo ja, is dat nu die stem van God in mijn hoofd? Met zulke vergelijkingen ben ik bezig.
Hein etiketteerde mij al direct als uitgestelde autist. Met zo iemand naast je wonen is een soort van hel. Ik moest met hem mee, varen in de Biesbosch, otters opsporen aan de hand van uitwerpselen of zoiets. Het onderwaterstilleven boeit mij niets, eerder wekt het een griezeling bij mij op. Zwart, een nog donkerder beweging in dat zwart! Kaken, tanden, prooi zijn, een vileine stroom van langs flitsende geheimen. Het idee triggerde akelig een vreselijk verhaal uit mijn jeugd, van mijn Oost-Groningse oudoom. Boeren gooiden in een zak een afgehakt paardenhoofd in het water, en die zak takelden ze later weer op. Zwaar. Vol met vette palingen die dan die hele witte schedel kaalgevreten hadden. Ik vind dat het goorste dat je je kunt voorstellen. In de Biesbosch, er zwemmen daar slangen, snoeken en zoetwaterhaaien! En dan ook nog otters spotten?
“Jij gaat nooit leren leven met jouw beperkingen,” lacht Hein mijn bezwaren weg. Nee, echt, ik ga niet mee naar de Biesbosch, Hein.
De folder van de mevrouw van de lichttherapie zei mij meer. Althans, meer dan zo’n waterige vakantie met Hein. Mag het voor mij wat lichter zijn, Hein? Nu ja, het gaat om de evolutionaire transformatie van de etherische Christus, schreef die mevrouw. Dat is ook niet meteen een lichte opdracht. Sowieso niks voor Hein, dat weet ik al zeker.
Ter compensatie bied ik deze opdringerige buurman aan om hem te helpen met het dak van zijn schuur. Het is geen offerdaad maar een dikdubieuze manoeuvre, dat weet ik zelf ook wel. Hein weigert: “Ik kan alles zelf, buur! Hahaha, behalve pijpen natuurlijk, lekker lulletje!”
Ik weiger zijn Biesboschding, hij slaat mijn schuurdakding af. Dat kun je voorspellen, maar dat deed ik niet op tijd.
HAPPY ENDING
Ik moet me weer eens laten masseren. Met Happy Ending. Voor alleenstaande, alleenwonende 55plussers is niet meer zo veel seks. Dat Chinese meisje in de Walgstraat trekt me altijd lacherig af. Kost vijfenzeventig piek. Dat is veel geld in deze prijsbewuste dagen, maar God staat me deze zonde toe. Hij zegt dat goed voor je lichaam zorgen een vorm van eerbied is. Voor Zijn schepping. Zo is Zijn Aanwezigheid in mij een steun. Wat zou mijn moeder in de hemel moeten met mijn onverbloemde hoerenloperij? Dat God alles ziet, dat is prima, onontkoombaar, maar dat je moeder. Dat je moeder…
Mijn moeder heeft mij gemaakt. Dat idee verlicht mijn schuldig gemoed. Toch, je ouders betrappen bij zo’n daad, dat is toch traumatisch? Zou die lichttherapeute ook iets met regressie doen? Hypnose, trance, ik las dat in Psychologie Magazine. Mijn lieve dochter Linda neemt altijd haar uitgelezen exemplaren voor mij mee. Dat is dan weer zo’n dingetje. Ik verslind al die spirituele teksten. Niks is meer onschuldig of vanzelfsprekend. Overal kan een therapeut iets achter zoeken. Ze rafelen al je touwtjes uit, alles heeft draden die je door moet knippen. En gronden. Vooral dat moet. Dat woord lees je te pas en te onpas. Een rioolbuis visualiseren aan je stuitje. Voor het lozen van psychische ballast. Mijn stuitje is van mij. Dat hele gebied is van mij. Het idee, dat daar iets langs glijdt naar beneden, bah.
Hein heeft rond dat thema voor alles dezelfde homohatende oplossing. Daarbij imiteert hij de Vlaamse navigatiejuffrouw van de TomTom. “Keer om, kontenbonkers, keer om,” schreeuwt hij dan bij het verschijnen van allerlei politici op tv.
Ik wil eigenlijk niet bij hem op bezoek maar ik ga toch. Rillend van angst langs de rand van het ravijn vanwege alle subtiele kritiek. Maar anders, niet gaan? Niet gaan is ook zo wat. Want dan kijk ik thuis ziekelijk weer rustig drie afleveringen achter elkaar van Breaking Bad, op Netflix. Drie keer drie kwartier, dat doe je niet voor je plezier, maar alleen omdat anders de muren op je af komen. Eenzaam maar niet alleen. Ja ja, zei Koningin Wilhelmina dat iets eens? Of andersom, alleen maar niet eenzaam? Na zo’n Netflixdrugsfilm droom ik ’s nachts van Mexicaanse dealers en politiescherpschutters, van narcogeld en laboratoria. Dat is de prijs. Ik word met heftig bonzend hart wakker, vermoed overal bloed maar Goddank, het is slechts zweet.
NETFLIX
Mijn Netflix-abonnement kan ik met vijf mensen delen, maar er is een grens. Dàt doe ik dus niet. En al helemaal niet met Hein. Goed, dat hij het niet weet. Van die vijf gratis meekijkers. Goed, dan maar neutraal buurten. Bibberend een bakkie bij Hein en zijn politieke documentaires. Koffie.
Ik moet dat ook helemaal niet doen. Drie koffies ’s avonds, ik weet al, dat ik dan niet in slaap kan komen. Woelen, opstaan, weer woelen, uit nood maar masturberen in de hoop dat dan Klaas Vaak mij eindelijk wat zand in de ogen wil strooien. Ik zet Klaas Vaak uit mijn hoofd en God er weer in. Wat moet ik nu met mij, Heer? Dat vraag ik Hem elke doorwaakte nacht, zo’n duizend keer. Totdat Hij mij weer troost. “Het leven is een test,” fluistert Hij. “Een beproeving. Of jij je bewustzijn verruimt of niet. Of jij het weet en ziet.”
Ben ik gewoon een pathetisch iemand die stemmen hoort? Ik moet het gaan zien, nee, voelen! Het Al voelen. Het Geheel. This it it! tegen mijzelf leren zeggen. Dat alles met alles verbonden is. Dat zelfs Hein en ik uit dezelfde bron komen. Kinderen ven Eén Vader. Hein is mijn lakmoesproef. Als ik hem kan accepteren zoals hij is, dan kan ik ook mezelf accepteren zoals ik ben. Toen hij zat te timmeren op zijn schuurdak, overviel mij de erge gedachte, zelfs gekoppeld aan een diepe opluchting, dat hij zou vallen. Direct volgde daar op dan diepe schuldigheid. Ik voelde zulk een venijnig verterende haat en zelfhaat, Here God, gedachten kunnen ook al zonde zijn. Dat iets sadistisch in mij Hein uit mijn leven wenst. En God er weer in. Dat denk ik dan. Dat ik juist God verlaat door mijzelf te verlagen tot zo’n daad van weerzin, irritatie en ergernis. Hein weigert mijn hulp. hij wijst mij af. Hij maakt mij belachelijk, hij vernedert mij waar ik bij sta.
Ik haat Hein. Dat bekennen lucht iets op. Hier: weer een appje! Hij woont naast mij, hoe achterlijk is dat?! Communiceren via Whats App, als ik je kan horen bellen! Nog bejaarder dan ik! Of ik mee ga naar een Koreaans All You Can Eat restaurant. Hij wil zich daar vol vreten, steak schransen, moddervet worden. Het beeld van zo’n vetbalbolle buik, slap hangend over iemands broekriem, ik zie dat elke dag erger worden bij Hein. Gàdver!
Sorry, Here God, die vloek kwam er onbewust uit, ik ga er heus op letten. Niets is toevallig. Zo slaat geraffineerd dat duiveltje in mijn geest toe. Satan, de verleider.
Hein is met elk buffet te verleiden! De vreetschuur, daar waar het slechtste in de mens boven komt, natuurlijk na het deelnemen aan de oorlog in Oekraïne. De eikel wil natuurlijk niet alléén daar naar toe. Ze zien je vanzelf al zitten, zo’n eenzame single, die het in maaltijd.nl zoekt. Armoedig tot en met, maar het kost je wel 43,50, hallo!
In mei ging ik al eens met Hein naar zo’n Chinese tent in Leek. Zag ik hem rustig vier keer, vijf keer terug gaan voor de biefstukjes van 200 gram. Hij moest en zou er de investering uit krijgen. Ik voelde me na een kwartier al bekocht. Okay, ik ging inderdaad zelf nog drie keer terug voor dat minieme mangomousse ijstoetje. Ja, wat moet je, als je je al afgeladen voelt na twee keer die goddelijke aardappeltjes en die successalade?
Uitgezakt zat ik daar, drassig aangestaard door Turkse inteeltkindertjes van de volgende tafel. Ik kon me nauwelijks meer bewegen, maar daar bleven ze blij rondrennen met hun nieuwe, schone bordjes. Meer! Meer!
Hein kwam de laatste ronde terug met nòg een pizzapunt, die me symbolisch recht in het hart gestoken werd. Teveel! Alles wordt me dan teveel. Nee, ik ga niet mee. Niks Koreaans, all you can eat. Koreanen, wat voor volk is dat überhaupt?
MET RUST LATEN!
Laat die Hein mij toch eens met rust laten. Here God, ik zoek naar gelijkgestemden, naar spirituele geestverwanten om mij heen. Waar zijn die? Zijn die er? Niet op de reünie van school, niet in de kantine op mijn werk, niemand op de damclub.
Nee, ik ga me echt niet aansluiten bij zo’n occulte, Oosterse sekte. Daar heb ik genoeg van gezien op tv. Beetje halleluja gaan gillen naar die gast met die 100 Rolls Royces in Amerika. Soort duur autohandeltje natuurlijk. Tweedehands duurder dan nieuw, omdat de goeroe er zelf in heen en weer gereden heeft. Ik heb mijn eigen ouwe Volvo helemaal opgereden: 366.000 op de teller, ja, dàt is pas een prestatie.
Hein ziet echter overal voordeel in. “De wijven in die sekte waren gewillig, man. Niks voorspel of smoezen over je kinderwens. Die vroegen zèlf de mannen daar. Dat was de regel van die goeroe. Ik heb best alles gepakt wat los liep, maar die Indiase kans heb ik gemist, vogel!”
Zo gaat het maar door. Nu ben ik weer een vogel, dan heet ik eikel, lulletje of knolraap. Ik ben zo blij met die stem van God. Die zegt dat ik ook Zijn kind ben. Als die troost mij ontnomen wordt, dan ben ik rijp voor een schietpartij op een school. Of dan drink ik mij eens een delirium aan de koffielikeur en dan steek ik met een bloedscherp keukenlademes iemand kapot. Die knolraapbuur! Die klote Hein! Die gast is toch Godverdomme zelf een knolraap? O nee, ik doe het weer, ik vloekte uit overmacht. Heer, vergeef mij toch. Ik ben Uw dienstwillige dienaar, ik doe alles voor U en voor Uw stem. Verlaat U me nu alstublieft niet. Zonder U gaat Hein er een keertje aan. Laat U mij hierin toch niet alleen staan! O nee, alleen gelaten, zoals mijn boze vader deed, toen daar op dat station en ik was pas negen jaar. Pas negen jaar. Pas negen jaar! Pappa, pappa. Pappa!
Dit literair bedoelde verhaal werd in 2024 gepubliceerd op www.wanttoknow.nl
Source: https://www.tijdgeest-magazine.nl/korte-verhalen/worstelen-met-dood-en-god
.