Jetten, deze simpele ziel uit Brabant zoals hij zichzelf liefkozend noemt, heeft zich met een ongekende arrogantie opgeworpen als de kampioen van het klimaatbeleid, ervan overtuigd dat hij en zijn kliek van groene illusionisten het beste voorhebben met Nederland. Maar laten we wel wezen: wat Jetten verkoopt, is niets minder dan een sprookje. Een sprookje dat ons land niet alleen berooft van zijn verdienvermogen, maar ons ook opzadelt met een energiebeleid dat zo lek is als een mandje.
Het is werkelijk stuitend hoe Jetten en consorten de Nederlandse burger voor de gek houden met hun holle frasen over duurzaamheid en energiezekerheid. Onder het mom van ‘veiligheid’ en ’toekomstbestendigheid’ worden miljarden euro’s verspild aan windmolenparken en zonnevelden die het landschap ontsieren en onze energievoorziening onstabiel maken. En dat terwijl de oplossingen die écht het verschil kunnen maken – zoals kernenergie – worden weggewuifd als vloeken in de kerk.
Wat nog het meest frustreert, is het feit dat een aanzienlijk deel van de Nederlandse bevolking de waanideeën van Jetten niet alleen slikt, maar ook toejuicht. Hebben we dan niets geleerd van de geschiedenis? Van de valkuilen van grootschalige utopische projecten die steevast eindigen in teleurstelling en verspilling?.
Rob Jetten mag dan denken dat hij de geschiedenis aan zijn zijde heeft, maar de echte rechter van zijn nalatenschap zal de tijd zijn. En ik, voor een, kan niet wachten op het moment dat zijn kaartenhuis ineenstort, en de ware kosten van zijn ‘groene dromen’ aan het licht komen.