Een staatshoofd beschuldigen van openlijk vijandige intenties – dat wil zeggen van het willen binnenvallen van ons land – is een van de zwaarste beschuldigen die je als volksvertegenwoordiger kan uiten. Dan moet je ook met bewijzen komen. Zeker in de huidige al ontzettend gespannen wereldwijde situatie is een dergelijke ongefundeerde beschuldiging volstrekt onverantwoord en laakbaar. Maar toch gebeurt het, in de Tweede Kamer nog wel.
We vragen Dassen in een debat daarom waar en wanneer precies Poetin deze ongekende bedreiging gericht aan de EU zou hebben geuit. Er komt, zoals gebruikelijk geen antwoord. Ik word door Dassen en passant wel even uitgemaakt voor ‘Poetin vazal’. Dat is het niveau in de Tweede Kamer.
Maar misschien overviel ik hem en kon hij zo snel even geen citaat en verwijzing geven? Kan gebeuren. Dus vraag ik Dassen meer dan een maand later – voldoende tijd om het na te zoeken zou je toch zeggen – nogmaals om een verwijzing. En, kijk het debat zelf vooral na, weer komt er niets, maar dan ook helemaal NIETS, om deze zware beschuldiging te staven. Ook onze regering kan desgevraagd met geen enkel voorbeeld komen.
Met andere woorden, het was een LEUGEN. En niet zomaar een leugen, het is het type leugen dat de spanning verder opvoert en de kans op een oorlog doet vergroten. Het is ordinaire oorlogshitserij.
En wat je dan, in een goed functionerende democratie, zou verwachten, nadat zo’n gevaarlijke valse bewering door ons in een debat en plein public is doorgeprikt, zo’n brutale leugen is ontmaskerd, is bijval. Of dan toch in ieder geval kritische vragen hierover, van de media die Dassen hierover natuurlijk zélf al eens hadden moeten bevragen. Het is tenslotte hun werk. Maar niets van dit alles. Totale stilte.
En zo drumt de oorlogstrom, leugen na leugen, rustig door, mede met dank aan de media…