Een goed verkiezingsresultaat kan een opsteker zijn voor de Spaanse premier Pedro Sánchez, nadat de socialist vorige maand had overwogen om af te treden na een corruptieklacht tegen zijn vrouw. Puigdemont koppelde dan weer zijn politieke lot aan de stembusslag.
De Catalaanse premier Pere Aragonès, van de links-nationalistische ERC, had in maart vervroegde verkiezingen uitgeschreven, nadat zijn begrotingsplan was gestrand in het parlement. Aragonès bestuurde de regio met een minderheidskabinet, nadat de rechts-nationalistische partij Junts van Puigdemont in het najaar van 2022 uit de regioregering was gestapt.
Volgens de laatste peilingen is het de socialistische PSC van Salvador Illa, de gewezen Spaanse minister van Gezondheid, die op de overwinning afstevent. De PSC ligt steeds op kop in de peilingen, gevolgd door Junts en ERC. Maar terwijl de jongste peiling van het onderzoeksinstituut CIS de PSC nog een comfortabele voorsprong geeft op Junts en ERC, die verwikkeld zijn in een strijd om de tweede plaats, schept een peiling in opdracht van de onafhankelijkheidsgezinde krant El Nacional.cat een ander beeld. Die peiling geeft aan dat Junts inloopt op de socialisten. Nadien volgen PP, Vox, Comuns en CUP.
Bezinningsperiode
Een positieve uitslag van de PSC, de Catalaanse tak van de Spaanse PSOE, zou een teken zijn dat de ‘bezinningsperiode’ die de Spaanse premier Pedro Sánchez eind vorige maand inlaste weinig tot geen sporen heeft nagelaten bij zijn achterban. Sánchez overwoog ontslag te nemen na een corruptieklacht die zijn echtgenote viseerde. Maar na vijf dagen gaf de socialistische premier aan dat hij alsnog zou aanblijven en hekelde hij een campagne van de rechtse oppositie om hem in diskrediet te brengen. Een positieve uitslag zou Sánchez daarnaast belonen voor zijn verzoenende politiek tegenover de Catalaanse separatisten. Zo beloofde Sánchez hen amnestie, in ruil voor gedoogsteun aan de regering in Madrid.
Dat de amnestiewet nog niet goedgekeurd is in de Senaat, en naar verwachting pas in mei of juni ingaat, belette ex-minister-president Puigdemont niet om zich in de kiescampagne te storten. Puigdemont, die na de eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring in 2017 in België verbleef maar intussen naar Zuid-Frankrijk verhuisde, kondigde zelfs aan dat hij zich zou terugtrekken uit de regionale politiek als hij in mei niet opnieuw verkozen zou worden als minister-president van Catalonië.
Verloren decennium
Het ziet er in elk geval naar uit dat het politieke schaakbord er na de verkiezingen ingewikkeld zal bijliggen. Zo is het zeer onwaarschijnlijk dat de PSC-PSOE een absolute meerderheid van de zetels behaalt, maar afgaande op de peilingen is het maar de vraag of de separatistische partijen Junts, ERC en CUP dat samen wel voor elkaar krijgen. Een meerderheid zou de separatistische partijen een nieuw momentum kunnen geven voor hun onafhankelijkheidsstreven. PSC-kandidaat Illa gaf evenwel aan het Spaanse nieuwsagentschap EFE aan dat hij het “mogelijk” acht, mits een goed resultaat, om alleen te besturen of in een coalitie met ERC en het linkse Comuns. Illa, die campagne voert met de slogan ‘unir y servir’ (‘verenigen en dienen’), heeft het over een “verloren decennium” voor Catalonië door het onafhanklijkheidsstreven.
Een partij die bij speculaties over een regeringsvorming nog over de tongen gaat, is de PP. De conservatieve partij, die het straatprotest aanvuurde tegen de amnestieregeling, gaat er volgens de peilingen ook stevig op vooruit. In interviews in Spaanse media kondigde Puigdemont alvast aan dat zijn partij zijn gedoogsteun zou intrekken voor de Spaanse regering van Sánchez als de PSC-PSOE door steun van de PP aan de macht zou komen.