Door heel Nederland worden in een rap tempo windparken aangelegd, terwijl de onderzoeksresultaten die moeten aantonen dat deze veilig zijn voor mens en milieu nog niet binnen zijn. Dat blijkt uit antwoorden van staatssecretaris Vivianne Heijnen op Tweede Kamervragen. Stichting Tegenwind Echteld-Lienden ontdekte dat er nog veel meer niet klopt. Het burgerinitiatief ageert tegen plannen van de provincie Gelderland voor het bouwen van zeven van de hoogste windturbines ter wereld. De milieueffectrapportages die hiervoor zijn aangeleverd door de exploitant Vattenfall blijken niet deugdelijk te zijn uitgevoerd. De stichting dringt bij de provincie aan op een directe stop op het bouwen van de geplande turbines.
Landelijk verschijnen steeds meer berichten over gezondheidsklachten van omwonenden van windmolens. Artsen zien in toenemende mate patiënten met last van slapeloosheid, angstklachten, depressie en zelfs suïcidale gedachten. Er zijn zoveel signalen, dat er in de Tweede Kamer vragen over zijn gesteld, onder andere door PVV, VVD en BBB. Kamerlid Henk Vermeer (BBB) riep 19 maart tijdens een Kamerdebat op: “Kan de staatssecretaris per direct een stop instellen op het aansluiten en vergunnen van windmolens in windparken op land, niet alleen vanwege gezondheidsredenen, maar omdat er toch al geen aansluitruimte is op het stroomnetwerk?”
Staatssecretaris Vivianne Heijnen antwoordde: “Per direct een stop instellen gaat niet. Je hebt ook te maken met plaatselijk beleid op het gebied van windmolens. Er kan daar wel wat meer gestuurd worden. Landelijk worden er dus kaders gesteld, waarna het aan de lokale bevoegd gezagen is om te kijken in hoeverre zij binnen die kaders windmolenparken al dan niet mogelijk maken”. Daarnaast gaf zij aan dat het RIVM momenteel een onderzoek naar gezondheidseffecten van windturbines uitvoert en dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werkt aan nieuwe normen op basis van een milieueffectrapportages (MER), waarvan de conclusies na de zomer bekend worden gemaakt. Heijnen: “Dat was nodig omdat daarvoor volgens het Europees Hof een milieubeoordeling had moeten plaatsvinden”. In reactie op dit debat doet De Stichting Tegenwind Echteld-Lienden een dringende oproep bij de Provinciale Staten om de bouw van zeven windturbines bij woonwijken, bijna ter grootte van de Eiffeltoren, per direct te pauzeren, in afwachting van de uitslagen van onderzoeken en de nieuwe normen die na de zomer bekend moeten zijn.
Besluitvorming voor het bouwen van windparken vindt plaats binnen zogeheten RES-regio’s, speciaal opgezet om de door de Den Haag bedachte ‘Regionale Energie Strategieën’ (RES) uit te voeren. Gemeenten en provincies, waar normaliter de democratische besluitvorming plaatsvindt, zijn hierdoor grotendeels buitenspel gezet. Voor provinciale en gemeentelijke bestuurders is de besluitvorming moeilijk te controleren. Zij laten zich nu onder druk zetten vanwege RES-afspraken.
Uit het antwoord van Heijnen blijkt echter dat de beslissingsbevoegdheid nog steeds bij de volksvertegenwoordigers ligt, en niet bij de RES-regio. Heijnen: “Op dit moment moet voor een nieuw windpark toch echt het bevoegd gezag een locatiespecifieke afweging maken. De gemeente of de provincie is het bevoegd gezag. Dat kan dus verschillen. Het ligt er een beetje aan waar zo’n windmolen wordt aangelegd. Het Rijk is geen bevoegd gezag. Daardoor kunnen wij dus geen vergunningen weigeren”.
De gemeentelijke en provinciale bestuurders hebben dus het mandaat om op de stopknop te drukken. Jan van de Scheur, medeoprichter van de Stichting Tegenwind, legt uit: “Volgens de advocaat die ons bijstaat zijn RES-afspraken juridisch gezien niet houdbaar. Bij de RES gaat het om een inspanningsverplichting, geen vaststaand doel. Als men plannen voor windparken wil doorduwen op basis van een RES zal dat voor een rechter geen stand houden”.
Daarnaast liepen deze planningsprocessen tijdens de coronaperiode, toen mensen met andere dingen bezig waren volgens Van de Scheur. Burgers waren niet op de hoogte van de plannen. Er zijn informatieavonden door Vattenfall georganiseerd, maar inwoners wisten daar vaak niets van. Van de Scheur kwam er door een tip van een buurtbewoner achter dat er plannen waren voor het plaatsen van ’s werelds grootste windturbine op 600 meter afstand van zijn huis.
Daarnaast is volgens Van de Scheur op veel andere manieren onzorgvuldig gehandeld. Volgens de Europese wet- en regelgeving dient een MER voor het bouwen van een windpark plaats te vinden. Dat is niet gebeurd. “In het beleidsdocument VKA (voorkeursalternatief, het onderzoek waarin wordt verkend waar windturbines geplaatst worden – red.) stellen de gedeputeerden zelfs dat er geen wetenschappelijke onderzoeken gedaan zullen worden. Dat kan natuurlijk niet”, zegt van der Scheur.
De onderzoeken die wel zijn gedaan, zijn uitgevoerd door Vattenfall. Een typisch voorbeeld van de slager die zijn eigen vlees keurt. Van de Scheur: “Het meest vervelende voor ons als omwonenden is, dat de grote jongens, in dit geval Vattenfall, met een grote zak geld met een team van advocaten, een vergunningaanvraag doen en rapportages indienen die niet compleet zijn of niet deugen. De Gedeputeerden, die niet gespecialiseerd zijn, zien niet direct wat eraan mankeert”. Samen met andere actieve burgers is hij de aangeleverde documentatie gaan napluizen. Er bleek veel niet te kloppen. Via een Woo-verzoek kreeg de stichting inzage in de ecologische onderzoeken die door Vattenfall zijn ingediend. Van der Scheur: “Als omwonenden weten we wat zich wel en niet in de omgeving bevindt. Er wordt nauwelijks iets genoemd over flora en fauna, slechts weidevogels en vleermuizen zijn in kaart gebracht, en zelfs dat is niet naar behoren gedaan. We hebben hier bijvoorbeeld drie geregistreerde steenuil nesten. Deze worden niet genoemd in de rapportages. Zo zijn er nog veel meer gebreken. Wij geven aan bij de provincie wat er allemaal niet klopt, en als ze daar rekening mee gaan houden, gaan een heleboel plekken voor windturbines afvallen”.
Het belang van een deugdelijk milieu-effectonderzoek blijkt niet alleen uit de gezondheidsklachten van omwonenden. Ook andere gevolgen kwamen na uitrol aan het licht. Zo blijken de rotorbladen significante hoeveelheden bisfenol A (bpa) in het milieu te lekken. Er zijn ondertussen al drie provincies (Utrecht, Flevoland en Limburg) die de vergunningverlening voor de bouw van windparken op pauze hebben gezet in afwachting van onderzoeksresultaten naar bpa in water. Bij metingen in Flevoland bleken normen al ver zijn overschreden bij turbines die er slechts drie jaar stonden. Van der Scheur: “Als je bij de bouwers opvraagt wat de samenstelling van de rotorbladen is, wordt dat niet gedeeld. Wij zeggen dan, je kan dit als provincie niet slikken. Je kan gewoon eisen bij een vergunningaanvraag dat deze informatie moet worden aangeleverd. We moeten weten wat erin zit. Dat vragen ze niet. Het is onbegrijpelijk”.
In een ander rapport, geschreven door het adviesbureau Bosch en van Rijn, werden op basis van de geluidsnormen de afstand van turbines tot woningen berekend. Deze berekeningen ging van der Scheur met twee ingenieurs na, waarna zij op hele andere afstanden uitkomen. Van der Scheur: “Die verschillen zijn heel groot. Zij gaven bijvoorbeeld een minimale afstand van 990 meter, en wij komen op 2670 meter uit. Een voormalig molenaar wees ons erop dat onder 60 meter hoogte je dempingsfactoren voor bebouwing en begroeiing mag meenemen, waarschijnlijk zit daarin het verschil. Maar deze gelden helemaal niet op de hoogte van deze turbines met een tiphoogte van 270 meter. Bovendien middelen ze windkracht en windrichting, dit is ontzettend corrupt. Het vervelende aan dit verhaal is dat we met omgekeerde bewijslast te maken krijgen. Wij moeten aantonen dat dingen niet kloppen. Dat is natuurlijk heel vreemd”.
Van de Scheur: “We hebben al onze informatie en zorgen bij provinciale staten, gemeenteraden en gedeputeerden neergelegd. En we hebben daar ook aangegeven: we hebben jullie geïnformeerd, en we hebben nog veel meer informatie. Je kunt je niet meer verschuilen achter onwetendheid. Als jullie nu gaan beslissen, zonder goede onderzoeken of alleen op basis van de rapportages van Vattenfall, dan zien wij dat als fraude en startten we een strafrechtelijke procedure”.
Van de Scheur hoopt dat ook elders in het land de politiek zich gaat afvragen waar ze mee bezig zijn. “Er worden in het hele land projecten uitgevoerd, op basis van afspraken die zijn gemaakt in een ondoorzichtige bestuurslaag, terwijl de effecten op mens en milieu nog niet duidelijk zijn.” Hij roept politici op om hun verantwoordelijkheid te nemen. “We schudden op allerlei manieren aan de boom, waarbij we aangeven, let op politiek, je bent met dingen bezig waarvan we weten dat dit straks een probleem wordt. Je dient onderzoeken af te wachten.”