Acht kandidaat-voorzitters Open VLD kruisen de degens: “666 dagen nodig want we zitten in de hel”.

De Bleeker: “We moeten niet meer voorzichtig zijn”

Ze was in het begin nog wat zenuwachtig, maar Vlaams Parlementslid en oud-staatssecretaris voor Begroting Eva De Bleeker vond daarna vaste grond onder de voeten. Ze pleit voor meer consequentie en wist te scoren door haar eigen ontslag door premier Alexander De Croo op te gooien. “We waren niet meer consequent. Als het over de overheidsfinanciën op orde te krijgen ging, dan moest je maar zwijgen, want dat ligt te moeilijk.” Ze kreeg prompt applaus. Nu Open VLD in de oppositie zit, kunnen de teugels gevierd worden. “We moeten niet meer voorzichtig zijn. Daarin schuilt een kans.”

De Gucht: “We zijn te veel tsjeef geworden”

Frédéric De Gucht, de voorzitter van de afdeling van Brussel-Stad, haalde zelf de angel uit zijn kandidatuur. “Ja, ik ben de zoon van en de broer van. Ik kan daar niet aan doen, maar ik ben er wel trots op.” Hij pleit ervoor om de partij meer te leiden als een bedrijf, geen wekelijkse partijbesturen meer, één keer per kwartaal nog moet voldoende zijn. “Een raad van bestuur die wekelijks bijeenkomt, is geen goede raad van bestuur.” Beste oneliner: “We zijn te veel tsjeef geworden. Te veel enerzijds, anderzijds.” Hij geeft zichzelf 666 dagen om de partij weer op poten te krijgen. “Want we zitten nu in de hel.”

Natus: “Wij zien Bouchez als onruststoker. Zo zien de mensen hem niet”

Maxime Natus uit Sint-Truiden is studiedienstmedewerker van de partij en schuift zichzelf toch naar voor. Voor hem mag de nieuwe voorzitter wat autoritairder te werk gaan. “De voorzitter moet de eerste man zijn die de individuele rechten en vrijheden zal verdedigen.” Een samensmelting met MR van Georges-Louis Bouchez ziet hij – net als alle anderen – niet zitten, maar toch een noot van waardering. “Wij zagen hem als een onruststoker die de regering in de problemen bracht. Zo zien de mensen hem niet. Zij zien hem altijd op dezelfde nagel kloppen. Een voorzitter moet geloven wat hij zegt en hij moet doen wat hij zegt.”

Nuytten: “Ik ben de meest maagdelijke, de meest pure”

Ondernemer Stefaan Nuytten nam het al eens op tegen Egbert Lachaert en Bart Tommelein in de voorzittersrace. Nu is hij er weer en hij neemt geen blad voor mond. Weinig franjes, wat onbehouwen en in het sappig West-Vlaams. “We praten over ondernemerschap en zelfstandigen, maar de mensen geloven de partij niet meer. Een ondernemer heeft schrik vandaag om zijn brievenbus open te doen. Ik had vijf GAS-boetes. De mensen zijn het spuugzat geworden.” Hij wil de partij doorgedreven decentraliseren. Dat hij weinig bekendheid heeft, is geen punt. In zijn eigen woorden: “Ik ben de meest maagdelijke, de meest pure. Ik heb geen enkel mandaat binnen de partij.”

Schelfhout: “Als je niet tegen de partijtop in kan gaan, ben je niet geschikt”

Ook Bert Schelfhout, schepen in het West-Vlaamse Deerlijk, is aan zijn tweede kandidatuur toe. Hij stelde zich kandidaat tegen de partijtop toen Tom Ongena op het schild werd gehesen. Hij zette die kandidatuur stevig in de verf. “Als je niet bereid bent om tegen de grote partijtop in te gaan, tot hier en niet verder, dan vrees ik dat je niet stroomopwaarts kunt.” Voorts: eenvoudige en liberale voorstellen. “De flexijobs, dan zeg je tegen de hardwerkende Vlaming dat hij of zij nog wat meer kan werken. Waarom niet gewoon de belastingen verlagen?”

Van hooland: “Wij hebben geen nood aan een Conner Rousseau”

Voor de voorzitter van de vrouwenafdeling Tineke Van hooland heeft Open VLD geen Conner Rousseau nodig. Niet enkel omdat hij een socialist is, maar ook omdat Rousseau “een strik deed rond het werk dat John Crombez in gang zette. Wij hebben beiden nodig: inhoud en verpakking.” Zij pleit voor werkgroepen binnen de partij over kernthema’s, zoals welzijn, de regeldrift, het industrieel beleid. “Luisteren en overleggen op een gestructureerde manier.”

Vande Reyde: “We zijn de Snollebollekespartij geworden. Naar links en dan naar rechts”

Vlaams Parlementslid Maurits Vande Reyde is de donkerblauwste onder de donkerblauwen. “Omarm de tegenstand”, zegt hij. “Als 30 procent voor u is, dan is 70 procent tegen u. Eerst vinden ze je gek. Dan noemen ze je gevaarlijk. En als je daarna de verkiezingen wint, ben je geniaal.” Het moet rechts-liberaal zijn, gedaan met de “Snolllebollekespartij” die VLD geworden was, naar het voetballied. “We gingen eerst naar links, dan naar rechts.” Vande Reyde is duidelijk. Hij wil vol naar rechts.

Verbeecke: “Enkel met een nieuw gezicht word je niet aan het verleden herinnerd”

En dan is er nog Vincent Verbeecke, de woordvoerder van Vlaams minister Gwendolyn Rutten. Ook hij wil vooral een duidelijke rechts-economische koers, maar in het debat stelde hij zich vooral heel verbindend op. Maar hij is categoriek. “De schaduw van het verleden mag niet doorschemeren. Je hebt echt een nieuw gezicht nodig, om niet constant herinnerd te worden aan het regeringswerk van de voorbije legislaturen.” Daarnaast mag Open VLD ook niet schuwen om ook in te zetten op het identitaire. “Zonder Nederlands te leren raak je niet vooruit in Vlaanderen. Open VLD mag daar niet van weg kijken.”

LEES OOK. Meningsverschillen, vetes en een stuurloze partij: nieuwe Open VLD-voorzitter staat voor titanenwerk