Geert Vanweehaeghe zat vier jaar onschuldig in de cel, het blijft onduidelijk of twee agenten van Grensleie daar mee verantwoordelijk voor waren.© jof

Wevelgem/Menen

Geert Vanweehaeghe zat vier jaar onschuldig in de cel nadat hij onder druk bekentenissen aflegde voor de moord op zijn partner Caroline Vyncke. Twee agenten werden vervolgd voor valsheid in geschrifte omdat ze in een proces-verbaal bepaalde passages weglieten waaruit bleek dat Vanweehaeghe onder druk gezet werd. De feiten dateren echter al van 2011, volgens de rechter te lang geleden om de agenten nog te veroordelen.

Jonathan Folens

Geert Vanweehaeghe deed in februari 2011 zelf aangifte van de verdwijning van zijn vriendin Caroline Vyncke uit Moorsele. Door zijn warrige verklaringen kwam hij zelf al snel in beeld als verdachte. De zwakbegaafde man mocht na een kort verblijf in de cel terug beschikken. Tot twee maanden na haar verdwijning lichaamsdelen van Caroline gevonden werden in de Heulebeek.

Vanweehaeghe vloog terug de cel in. Hij legde bekentenissen af maar trok die telkens terug in. Op een reconstructie van de feiten werd de man, die een IQ van 63 heeft en op dat moment niet werd bijgestaan door een advocaat, onder druk gezet om de moord nogmaals te bekennen. In het kader van het onderzoek hing echter nog afluisterapparatuur in zijn woning.

Tunnelvisie

Twee agenten van de zone Grensleie waren verantwoordelijk om een transcriptie te maken van die opnames. Volgens advocaten Frank Scheerlinck en Dimitri Vantomme lieten de politiemannen daarbij bewust hele passages weg. “Men heeft geknipt omdat ze anders hun onderzoek niet zouden rondkrijgen”, zei meester Scheerlinck die de politie tunnelvisie verweet. “De stukken werden vervalst om niet te laten zien dat de bekentenis afgedwongen werd.”

Nog tijdens het assisenproces in 2015 diende meester Scheerlinck daarom een klacht in wegens valsheid in geschrifte. Dit onderzoek sleepte echter zolang aan dat het Openbaar Ministerie uiteindelijk zelf vroeg om de strafvordering te laten vervallen wegens een overschrijding van de redelijke termijn.

Onder de mat

“Al meent mijn ambt ook dat de feiten niet bewezen zijn”, zei de procureur op het proces.“Als de beklaagden passages weglieten, dan deden ze dat omdat ze niet rechtstreeks over de feiten gingen. De grote fout in het dossier was inderdaad dat meneer toen niet werd bijgestaan door een advocaat maar dit werd geremedieerd door het assisenproces.”

Meester Scheerlinck legde de schuld voor de verstreken termijn net bij het gerecht zelf. “De overschrijding van de redelijke termijn is niet te wijten aan ons maar diegenen die dit onder de mat wilden vegen”, klonk het fors. “De onderzoeksrechter moest jarenlang wachten op het dossier van assisen en de geluidsopname. Die lag ergens in een schuif in de hoop dat die niet gevonden zou worden.”

Eer en geweten

Advocaat Peter Crispyn, die beide betrokken agenten bijstond, vroeg de vrijspraak en wees onder meer naar de slechte kwaliteit van de audio-opname. “Die was met momenten moeilijk te verstaan, 2011 was nog een ander tijdperk. Het was het oordeel van het moment om bepaalde delen eerder als synopsis te noteren, daar zaten geen kwade bedoelingen achter.”

De betrokken agenten herhaalden dat ze altijd in eer en geweten gehandeld hebben. “Ik was destijds pas acht maanden aan de slag bij de recherche”, zei een van hen. “Ik wist nog niet hoe dat in elkaar zat met een audiotap. Het was zeker niet mijn bedoeling om stukken weg te laten.”

Door het laten vervallen van de strafvordering zijn de agenten juridisch-technisch niet veroordeeld maar evenmin vrijgesproken.

Door NieuwsBlad

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *