Het menselijk zintuiglijk vermogen schijnt – in termen van frequenties – maar uiterst beperkt te zijn. Zó beperkt zelfs, dat we ons hier in feite als hulpeloos doofstomme blinden proberen staande te houden. Er zijn aanwijzingen dat het meetbaar is, bijvoorbeeld dat we maar 0,003% kunnen waarnemen van wat er werkelijk is.

Voor zover ik het kan bevatten kunnen we alleen zien en voelen wat materie is. Het gehoor kan geluidsfrequenties waarnemen die we niet kunnen zien, soms kunnen voelen. We kunnen nog meer waarnemen: geuren en smaken. Er is een zesde zintuig – intuïtie, gevoel, instinct – en zo goed als uitgeschakeld door een ultrazware programmatuur en levenslange omgevingsvergiftiging.

Met dit laatste bedoel ik niet alleen de giftige, lichaamsvreemde stoffen die via injecties, voedsel, lucht en water worden toegediend. Ook allerlei stralingsfrequenties die constant op ons worden losgelaten. Straling bestaat ook uit deeltjes.

Laten we ons even beperken tot ons gezichtsvermogen.

In feite kunnen we van de oneindige universele frequenties alleen datgene zien wat binnen een specifieke bandbreedte valt. Materie kun je alleen zien als er licht op valt. Licht is ook een frequentie. Wij zijn als mens alleen mar bij machte 0,003% van het spectrum waar te nemen met behulp van een niet waarneembare frequentie: licht. Licht is wat anders dan “kleur”. Materie is frequenties. Als moleculen niet trilden, bestonden ze niet. Als atomen, protonen, neutronen en ionen niet zouden trillen, bestaan ze ook niet. Atomen bestaan volgens de wetenschap uit een trillende kern en verschillende trillende “-onen”. Wat er tussen de kern en die deeltjes zit kan geen vacuüm zijn, dus wat zit er tussen? Lucht? En waar bestaat die lucht dan uit? Moleculen? Ik denk dat de wetenschap daar nog niet uit is, althans theoretisch niet. Wetenschappers leiden alleen af en laten, net als ik soms, hun fantasie op hol slaan, op weg naar een Nobelprijs. En vanaf dat moment is de fantasie geen fantasie meer, maar de onomstotelijke waarheid.

Stel je eens voor, dat we alle frequenties konden zien! Dan weet je welk voedsel je kunt eten, op welk trillingsniveau je medemens zit, wat een dier denkt en wat een plant voelt. Je ziet misschien ook allerlei wezens en zielen die er zijn. Je kunt dan misschien ook afstemmen op de juiste bandbreedte om met iets of iemand te communiceren. We begrijpen nu ook wat telepathie is. Dan kunnen we misschien ook teleporteren. We snappen dan ook wat eeuwig leven is, omdat “tijd” niet bestaat. We manifesteren alleen wat gunstig voor het Universum is (als dat bestaat) en als het ongunstig is, lukt het niet. Alles is oneindig klein en oneindig groot. Het is toch niet te geloven hoe “ze” – een zielloos, levenloos apparaat op kunstmatige intelligentie – ons in een stapel organen en meters weefsel, miljarden neuronen en biljoenen moleculen gevangen weten te houden.

Dat manifesteren we helemaal zelf.

Dat komt omdat we zo goed als blind zijn. Als dat apparaat een fractie meer kan zien dan wij, organische mensen, dan liggen ze al lichtjaren op ons voor. Dan nemen ze je aan het handje en vertellen ze wat je zoal beleeft.

Wat we “ervaren” is hetgeen “ze” ons laten zien. We lopen als het ware een leven lang met een virtuele bril op. Dus de werkelijkheid is niet wat we ervaren. We zijn uit de werkelijkheid getrokken omdat we een 3D-bril aangemeten hebben gekregen. Vervolgens leiden we het leven van het apparaat, als verlengstuk, batterijtje en onderdeeltje. Ieder speelt zijn rol in een levenslange opvoering. We weten niet beter, vind je het dan gek dat in principe iedereen angstig, stapje voor stapje aan het handje van het apparaat zijn weg door het leven zoekt? Ze kunt niets zien, niets horen, je waarnemingsvermogen wát er nog over is, heb je weggegeven. Weg moeten geven, want je denkt dat het niet anders kan.

Ze kunnen je op deze manier van alles en nog wat wijsmaken.

Daar gaan we dan ook maar vanuit.


En toch….

…. zijn er formaties van organen en weefsel – van de menselijke soort – die menen dat sommige dingen wel degelijk kloppen en op eigen waarneming berusten. Dat hun ingevingen tot materie zijn geworden: letters op papier, vertellingen rond het kampvuur. De vraag is waar die “ingevingen”(mooi woord: WIE geeft WAT?) dan uiteindelijk vandaan komen. Met andere woorden: BESTAAN fantasieën wel? Of zijn het ingevingen afkomstig van de Maker? Dat er alleen iets ontstaat in frequenties, wat goed is voor het Universum en desastreus voor het apparaat?

Ik zeg dat ook wel eens. Ik heb ook wel eens ingevingen, en vaak blijken ze na een tijdje (tijd; wat is het?) niet te kloppen met waarnemingen. Zou het kunnen zijn dat originele ingevingen direct worden geneutraliseerd door reactieve waarnemingen? Met andere woorden: gepareerd door de machine om te voorkomen dat er een staat van verschrompeling gaat ontstaan?

Als orkanen kunnen worden gemanipuleerd door het apparaat met behulp van de organische mens en niet anders dan met behulp van die organische mens….. dan kunnen we diezelfde orkanen ook laten afbuigen en verschrompelen met onze “ingevingen”. Dan kunnen we alles wat slecht is voor het Universum laten verschrompelen, om te beginnen de virtuele werkelijkheid die ons wordt voorgeschoteld. Dan moeten we leren om zonder dat we iets kunnen zien, de andere slachtoffers van deze matrix te laten voelen dat er iets niet klopt.


Source: https://herstelderepubliek.wordpress.com/2024/10/15/alles-is-frequenties-maar-99997-gaat-aan-ons-voorbij/

.


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meld je aan voor de nieuws brief!


1 keer per dag de belangrijkste berichten,
1 keer per week de belangrijkste headlines,
en de nieuwste uitzendingen van hnmda,
zo in je postvakje... zeg nu ja....