”Het jihadisme van de geest dat in onze scholen gaande is, wordt eindelijk genoemd. Maar de voorstellen die de auteurs doen, blijven zwak en oppervlakkig. Durf het te benoemen, zeggen ze, maar dat durven ze zelf niet echt, want volgens hen is de islam niet het probleem. En ja, ze pleiten voor wettelijke initiatieven om leraren te beschermen en scholen neutraal terrein te maken – zoals een hoofddoekenverbod. Maar de olifant in de kamer blijft onbenoemd: de islamitische leer zelf, en de massale migratiestromen vanuit islamitische landen. Zolang die niet worden aangepakt, blijft de islamisering van ons onderwijs voortduren,” schrijft van Rooy.
De getuigenissen die in het boek worden beschreven, zijn schrijnend. Leraren die bang zijn voor hun eigen leerlingen. Leraren die anoniem blijven omdat ze vrezen voor hun veiligheid. Moslimleraren die worden bedreigd omdat ze ‘verraders’ zouden zijn. En het begint allemaal al in de basisschool, waar halal-brooddozen gescheiden moeten worden van de rest, omdat sommige kinderen niet in de buurt van een boterham met ham willen komen. Dit is het niveau waarop we ons bevinden, en het is te triest voor woorden.
Het ironische is dat de angst voor extreemrechts blijkbaar groter is dan de angst voor het islamisme. Alsof extreemrechts verantwoordelijk is voor het feit dat leraren in angst leven, of dat leerlingen steeds meer radicale denkbeelden aanhangen. Nee, het is de islam die de klaslokalen infiltreert, het is de islam die de vrijheid van meningsuiting en het recht op onderwijs onder druk zet. En toch lijkt het grootste schrikbeeld voor deze journalisten en leerkrachten te zijn dat ze in hetzelfde kamp worden geplaatst als ‘extreemrechts’ schrijft Belgisch parlementslid Sam van Rooy (Vlaams Belang).
.