Een Zweedse rechtbank in Stockholm veroordeelde Salwan Najem (50), een handlanger van koranverbrander Salwan Momika dinsdag voor het “aanzetten tot haat”. De timing van de veroordeling is opmerkelijk: slechts een paar dagen na de brute moord op Momika die werd vermoord op de dag waarop de rechtbank een uitspraak zou doen in de zaak tegen hem en zijn medeplichtige. Nu veroordeelde de rechtbank dus alleen Najem, een absurde toestand.
Op islamkritiek en het verbranden van de koran staat in de sharia wetgeving de doodstraf. In Zweden is het bij wet toegestaan, het aanzetten tot haat niet. Jihadisten hebben dus hun zin gekregen: als de staat de doodstraf niet wil opleggen zijn theoterroristen bereid het recht in eigen handen te nemen. Dan vermoorden die jihadisten de godslasteraar gewoon zelf.
Wat is jihadistisch theoterrorisme?
Vanuit het westerse perspectief plegen de daders van dit soort moorden “terrorisme”. Immers zij gebruiken geweld om de slachtoffers van hun geweld tot iets te dwingen. Meer specifiek: zij plegen moord en doodslag met een terroristisch motief.
Men zou dat motief ook nog wat verder specificeren en zeggen dat het gaat om een “theoterroristisch” motief. Immers hun interpretatie van de wil van God (“theo”) brengt hen tot de daad. Het “theoterrorisme” is ingebed in een breder kader: de overtuiging dat een “heilige strijd” (“jihad”) gevoerd moet worden tegenover de ongelovigen, de geloofsafvalligen, de godslasteraars en ketters. Vandaar dus: jihadistisch theoterrorisme.
Westerse decriminalisering van de godslastering
In het Westen is godslastering grotendeels gedecriminaliseerd. Een veroordeling van een koranverbranding vanwege “godslastering” zit er dus niet meer in. Maar in westerse jurisdicties kent men wel vaak een strafbaarstelling van het beledigen van groepen mensen vanwege de religie van die mensen of het aanzetten tot haat vanwege een religie (artt. 137c en d Sr.).
Dat biedt rechters in het Westen de mogelijkheid om toch een koranverbranding strafrechtelijk te veroordelen. Zij het niet met een straf die jihadistische theoterroristen gepast achten. Zij vinden namelijk dat godslasteraars de dood verdienen. De dood en niets minder dan de dood. Zoals ze die ook hebben opgelegd aan Salwan Momika op 29 januari.
Wat vindt de Zweedse rechter van islamkritiek?
“Er is heel wat ruimte binnen het kader van de vrijheid van meningsuiting om, in een feitelijk en ernstig debat, kritisch te zijn over een religie”, benadrukte rechter Göran Lundahl.
“Het uiten van een mening over een religie geeft echter niet automatisch een vrijbrief om wat dan ook te zeggen of te doen zonder het risico te lopen om (een betrokken) groep te beledigen”, voegde hij eraan toe.
Met deze woorden sauveert de Zweedse rechter dus zowel vrijheid van expressie alsook het recht voor gelovigen om niet in hun religieuze overtuiging te worden beledigd.
Is de veroordeling van Salwan Najem een oplossing voor het probleem?
Zou rechter Lundahl met de veroordeling van Najem jihadistisch theoterroristen wind uit de zeilen nemen? Anders gezegd: zouden jihadistisch theoterroristen tevreden zijn met een veroordeling van Najem vanwege aanzetten tot haat (en dus niet vanwege godslastering)?
Hierover kan men gerede twijfel koesteren. Wat theoterroristen willen, eisen zelfs, is namelijk de doodstraf voor godslasteraars. En die kan rechter Lundahl hen nooit beloven. Waarschijnlijk zal daarom de veroordeling van Salwan Najem niet echt helpen.
Koranverbranders zullen nu ook andere varianten proberen om hun afkeer en afwijzing van wat zij zien als de basis van het islamistisch geweld tot uitdrukking te brengen. En die basis is: de koran zelf. Wat de koranverbranders nu zullen doen, is wellicht geen verbranding van het heilige boek meer plegen, maar iets minder heftigs dan een verbranding. Bijvoorbeeld het scheuren van bladzijden uit het heilige boek. Eindeloos zijn de mogelijkheden.
De rechter kan zeggen: dan veroordeel ik ook het scheuren van bladzijden uit de koran. Maar het probleem is met deze strategie: je zult de jihadistisch theoterroristen nooit tevredenstellen. Zij zijn alleen tevreden met totale submissie aan de islam. In een multireligieuze samenleving zullen altijd mensen blijven bestaan die vinden dat hun godsdienst niet “respectvol” wordt benaderd. Altijd mensen die “beledigd” zijn omdat hun godsdienst niet de privileges krijgt die deze vanuit het gelovig standpunt verdient.
Met de veroordeling beperkt de rechter in feite de vrijheid van expressie
“Ook al was de bedoeling om de islam als religie te bekritiseren, met het gestelde gedrag en de daden zijn duidelijk de grenzen van een feitelijk debat en kritiek overschreden”, gaat de rechtbank verder. Men vond ook dat sprake was van minachting tegenover de moslimbevolking.
(Artikel gaat verder onder deze oproep) Bij DDS steunen we ON! van harte. Het OM heeft de aanval ingezet tegen Ongehoord Nederland. Dat kunnen en mogen we niet accepteren. Vecht terug! Hoe? Door nu LID te worden van ON! Voor slechts 10 euro per jaar steun je ON! en zorg je ervoor dat Raisa Blommestijn, Tom de Nooijer en Jonathan Krispijn het kunnen opnemen tegen de Woke-mafketels van het OM! WORD DUS LID!
Met dat laatste projecteert de Zweedse rechter iets in de koranverbranding dat daar niet in ligt. Koranverbranders geven aan: “mensen, pas op, in de koran ligt de basis voor veel ellende en geweld”. Dat is een mening. Die mening kan je delen en die mening kan je verwerpen. Daarvoor heb je het publieke debat. Het publieke debat wordt beschermd door de Zweedse grondwet en door verdragen waarin vrijheid van meningsuiting en gedachtevrijheid wordt gegarandeerd en waarbij Zweden zich heeft aangesloten. De Zweedse rechter neemt nu de houding aan van “jawel, maar …”.
Maar moeten we niet zeggen: niks maar?
Paul Cliteur is de schrijver van Theoterrorism v. Freedom of Speech: from Incident to Precedent (2019): https://ap.lc/KuKd1
Arthur Blok is de schrijver van Zo gek is het geworden: Geert Wilders, van eenmansfractie tot brede volksbeweging, Just Publishers, z.p. 2018.
.