Hoewel ingenieurs denken de oorzaak van de problemen met de Boeing-ruimtecapsule Starliner te hebben gevonden, kunnen Boeing en Nasa nog altijd niet zeggen wanneer twee astronauten uit het ISS kunnen terugkeren naar Aarde.
Normaal gezien zouden de astronauten Butch Wilmore (61) en Suni Williams maar een week aan boord van het internationale ruimtestation (ISS) verblijven, maar intussen zitten ze er al een 50-tal en nog altijd weten ze niet wanneer ze weer naar huis mogen.
De reden? Tijdens het eerste deel van de reis richting ISS, begin juni, ondervond de Starliner enkele problemen zoals heliumlekken en stuwraketten die onverwachts stopten met werken. Wilmore en Williams kunnen niet teruggehaald worden voor er daarvoor een oplossing is gevonden.
Al zeven weken lang zijn de ingenieurs van Boeing en Nasa intussen naarstig aan de slag om vanop Aarde te bepalen wat die problemen nu precies veroorzaakte en er lijkt eindelijk licht aan het einde van de tunnel te zijn. De onderzoekers menen de grondoorzaak van alle issues te hebben ontdekt.
Aan de hand van grondtesten kon worden aangetoond dat de hitte die zich opbouwt in de stuwraketten ervoor kan zorgen dat de teflonafdichtingen opbollen, waardoor de doorstroming van brandstof wordt beperkt. “De tests hebben ons extra vertrouwen gegeven om het toestel weer los te koppelen”, aldus Mark Nappi van Boeing.
Toch konden de officials van zowel Boeing als Nasa nog niet zeggen wanneer dat precies zou gebeuren en Wilmore en Williams dus opnieuw naar huis kunnen. “We moeten het proces eerst goed doorlopen”, verklaarde Steve Stich van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie Nasa.
Donderdag waren de astronauten 50 dagen in de ruimte en de Nasa gaf eerder al aan dat de Starliner maximaal 90 dagen in de ruimte kan blijven. Voorlopig is niet duidelijk wat er met de astronauten zal gebeuren als die deadline niet gehaald wordt. “Maar we hebben noodoplossingen”, aldus Stich. “We hebben altijd noodoplossingen.”