Huurmoordenaar Aimee Betro. — © Facebook / Instagram / Aimee Betro
Jarenlang leidde een 44-jarige vrouw een teruggetrokken leven na een mislukte moordaanslag. Maar dankzij selfies konden journalisten haar schuilplaats wél achterhalen.
Vandaag om 10:44
De Amerikaanse Aimee Betro was op dat moment al bijna vijf jaar op de vlucht, nadat ze in september 2019 winkeleigenaar Sikander Ali probeerde dood te schieten in Acocks Green, een buitenwijk van de Britse stad Birmingham. Met haar gezicht verborgen achter een hidjab richtte de vrouw uit Milwaukee (Wisconsin) op straat haar vuurwapen op Skiander Ali en haalde de trekker over, maar het pistool blokkeerde. In de daaropvolgende nacht werden nog eens drie kogels afgevuurd op zijn woning.
Twee dagen na de mislukte moordaanslag keerde Betro terug naar de Verenigde Staten. Volgens Britse speurders was ze gerekruteerd door Mohammed Aslam en zijn zoon Mohammed Nazir. Zij waren uit op revanche nadat ze het met Ali aan de stok hadden gekregen in zijn kledingwinkel en daarbij gewond waren geraakt. De politie arresteerde het duo en vorige maand werden ze ook effectief veroordeeld voor hun aandeel in het moordcomplot. Op 9 augustus krijgen ze hun straf te horen. (Lees verder onder de foto)
Mohammed Aslam en Mohammed Nazir. — © West Midlands Police
De politie liet ook Aimee Betro seinen, maar tot voor kort wist de vrouw uit de handen van het gerecht te blijven. Op basis van details op de achtergrond van foto’s en selfies die ze op sociale media had gepost, achterhaalden journalisten van de Britse krant Daily Mail enkele dagen geleden dat Betro op de vlucht was geslagen naar Armenië. Ze zou zich volgens hen bevinden in de hoofdstad Jerevan. Ze werkte er blijkbaar online en verliet maar zelden haar schuilplaats.
Daar werd Betro dinsdag in de boeien geslagen door de politie. Op beelden van haar arrestatie is te zien dat agenten de in het zwart geklede vrouw wegleiden uit een pand. Volgens Britse media zullen de Armeense autoriteiten haar wellicht uitleveren aan het Verenigd Koninkrijk.
