Ondanks de versoepelingen na de coronapandemie klagen buitenlandse journalisten over moeilijkere werkomstandigheden in China. Uit de bevraging van de Foreign Correspondents’ Club of China (FCCC) blijkt voor het eerst dat de overheid ook drones inzet bij de monitoring van mediawerkers.
Vandaag om 07:35
In het rapport van de FCCC zegt 81 procent van de leden dat de werkomstandigheden wat waren verbeterd in vergelijking met de periode van de coronapandemie. Toch komen de journalisten met hun herwonnen bewegingsvrijheid opnieuw problemen tegen bij onafhankelijke verslaggeving ter plaatse, waar ze ook al voor het coronavirus over hadden geklaagd.
Uit de jaarlijkse bevraging, waaraan 101 van de 157 FCC-leden deelnamen, blijkt dat 81 procent pesterijen en geweld meemaakten. Net zoals vorig jaar zei de helft van de respondenten dat de politie of de autoriteiten hen minstens één keer hadden gehinderd tijdens de uitvoering van hun werk.
Drones
Vooral uit gebieden die politiek gevoelig liggen, komen er meldingen over belemmeringen. Zo had 85 procent van de buitenlandse journalisten die geprobeerd hadden uit de regio Xinjiang verslag uit te brengen, te maken met problemen. De regio waar vooral mensen van de islamitische Oeigoerse minderheid leven, haalt vaak het nieuws in verband met mensenrechtenschendingen. De Oeigoeren klagen er over onderdrukking. Peking verwerpt die beschuldigingen.
Volgens de FCCC zou de lijst met gevoelige gebieden ook zijn uitgebreid. Verslaggevers uit gebieden die grenzen aan Rusland of Zuidoost-Aziatische landen, en regio’s met etnische minderheden, meldden meer problemen bij hun verslaggeving. Uit het onderzoek bleek ook voor het eerst dat de autoriteiten drones gebruiken om mediawerkers in de gaten te houden.