De coalitie wil twee vliegen in één klap slaan. Ze spelen het politieke spelletje slim, en nu is het tijd voor de oppositie om kleur te bekennen. Want wat is er meer waard voor hen – de NPO of het onderwijs? De coalitie heeft namelijk voorgesteld om tientallen miljoenen extra te bezuinigen op de publieke omroep om daarmee de onderwijsdeal te redden. En dat zet de oppositie voor een interessante keuze: staan ze achter de NPO of zetten ze alles op alles voor beter onderwijs?
Er ligt maar liefst 60 miljoen euro op tafel, zo melden ingewijden aan De Telegraaf. Het plan is duidelijk: snijden in de NPO om zo de onderwijsbegroting van minister Eppo Bruins (NSC) te redden. De oppositiepartijen CDA, CU, SGP en JA21 hebben dit voorstel vrijdagochtend aangehoord, en ze overleggen nu bij hun eigen fracties of ze akkoord kunnen gaan met het financieel plan dat voorligt. PVV, VVD en BBB willen al langer snijden in de Nederlandse Publieke Omroep, bovenop de 100 miljoen euro die in het hoofdlijnenakkoord al was afgesproken. En nu lijkt ook NSC bereid om water bij de wijn te doen. De bedoeling is dat de gesprekken vrijdagmiddag verder gaan.
Het Mediapark in Hilversum dacht vanaf 2027 het jaarlijks met 100 miljoen euro minder te moeten doen, maar nu ligt er nog eens 60 miljoen extra aan bezuinigingen op tafel. Dat zijn flinke klappen voor de NPO, en de vraag is natuurlijk of de oppositie dat wil laten gebeuren. De vier oppositiepartijen hebben nog geen akkoord gegeven en overleggen eerst samen en met hun eigen fracties voordat ze een beslissing nemen. Maar de boodschap is helder: het zal ergens pijn moeten doen. Of dat nu bij de NPO of elders is.
Minister van Financiën Eelco Heinen verwoordde het treffend voor aanvang van de ministerraad: „Het is geen leuke boodschap, maar het zal ergens pijn moeten doen, linksom of rechtsom. Want we hebben wel een opgave met elkaar in te vullen.” Dat is precies de crux van deze onderhandelingen. De coalitiepartijen zetten de oppositie voor een keuze, en nu is het aan hen om te laten zien waar hun prioriteiten liggen.
Donderdag werd duidelijk dat de vier overgebleven oppositiepartijen het redelijk eens zijn geworden met de coalitie over het bedrag waarmee de bezuinigingen van 2 miljard euro teruggeschroefd worden. Het bod van de oppositie kwam neer op ruim 800 miljoen euro, met extra geld voor wetenschappelijk onderwijs. Het eindbedrag zal naar verwachting uitkomen op een bedrag tussen de 750 en 800 miljoen. Maar daar staat nu dus een extra bezuiniging op de NPO tegenover. De vraag is of de oppositie dat wil slikken.
En laten we eerlijk zijn, dit is geen gemakkelijke keuze voor partijen als D66. Rob Jetten, die eerder nog bij het ‘monsterverbond’ hoorde, is donderdag al van tafel weggelopen. Maar de rest van de oppositie zal nu echt kleur moeten bekennen. Wat is belangrijker: het redden van de onderwijsbegroting, of het beschermen van de publieke omroep? De coalitie speelt het spel slim, en nu is het de vraag of de oppositie bereid is om ook concessies te doen – of dat ze liever vasthouden aan de NPO ten koste van onze onderwijstoekomst.
.