Mario Draghi presenteerde begin september een uiterst alarmerend en omvangrijk rapport over het ‘concurrentievermogen’ van de EU. Hij had het speciaal geschreven op verzoek van de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen. In Brussel is het doorgedrongen dat het niet goed gaat met de Europese industrie. Er is één positief aspect aan dit rapport: Draghi erkent dat de situatie alarmerend is. “Voor het eerst sinds de tijd van de Koude Oorlog, moeten we ons zorgen maken over ons overleven”, schrijft hij letterlijk. Voor de rest is zijn rapport een misleidend kompas, dat in een ideologische richting wijst, zonder acht te slaan op de geopolitieke ­realiteit en op de energierealiteit.

Draghi houdt vast aan het Europese klimaatbeleid, dat de oorzaak is van de economische problemen. Hij is wel zo eerlijk dat hij erkent dat het klimaatbeleid nadelig is voor de Europese industrie en dat ‘we’ een keuze moeten maken: “We kunnen niet tegelijk leider zijn in nieuwe technologieën, een baken van klimaatverantwoordelijkheid en een onafhankelijke speler op het wereldtoneel”, schrijft hij. “We zullen niet in staat zijn ons sociale model te financieren. We zullen sommige, misschien wel al onze ambities moeten terugschroeven.” Hij concludeert zelfs: “We hebben het punt bereikt waarop we onze welvaart, ons milieu of onze vrijheid moeten compromitteren.”

Hoewel Draghi schrijft dat de EU vrijheid en welvaart moet blijven verdedigen, kiest hij wel degelijk voor de derde optie: ‘het milieu’. De belangrijkste maatregel die hij voorstelt, de hoeksteen van zijn voorgestelde beleid, is dat de EU jaarlijks 4,4 tot 4,7 procent van het bruto nationaal product (BNP) zou moeten besteden aan ‘groene’ energie en ‘duurzame’ technologieën. Het gaat om een onvoorstelbare 700 tot 800 miljard euro per jaar. Zijn rapport zal dan ook ongetwijfeld door Von der Leyen worden gebruikt om de Green Deal uit te breiden en door te gaan op het ingeslagen pad, dat moet leiden tot 90 procent minder CO2-uitstoot in 2040.

Als Draghi’s aanbevelingen worden gevolgd, zal de EU nog meer gaan inzetten op zon- en windenergie en olie, kolen en gas vrijwel geheel uitbannen. Dit zal onze economische problemen alleen maar vergroten en onze industrie verder ondermijnen. Draghi signaleert dat de elektriciteitsprijzen in de EU twee tot drie keer zo hoog zijn als in de VS en de gasprijzen vier tot vijf keer zo hoog, maar geeft niet aan hoe we dat kunnen veranderen. De EU subsidieert hernieuwbare energie al 45 jaar, maar zon en wind vergen nog steeds enorme subsidies. Duitsland, dat sinds 2000 honderden miljarden heeft besteed aan steun voor hernieuwbare energie, geeft nog steeds 30 miljard euro per jaar uit aan subsidies voor zon en wind, en is nog altijd afhankelijk van kolen en gas. De Duitse elektriciteitsprijzen behoren bovendien tot de hoogste ter wereld. Ondertussen maakt de VS op grote schaal gebruik van schalie­gas en schalie-olie.

Wind en zon zijn onzekere energiebronnen, die dure infrastructuur nodig hebben. De EU is niet eens in staat gebleken een eigen industrie op te bouwen voor zonnepanelen, windturbines en batterijen. Die komen voornamelijk uit China, dat gebruikmaakt van kolencentrales bij de productie ervan. China controleert ook grotendeels de grondstoffen die nodig zijn voor de panelen, turbines en batterijen, zoals lithium, kobalt, nikkel, koper en zeldzame metalen. Toch wil Draghi Europa volledig afhankelijk maken van hernieuwbare energiebronnen.

De mogelijkheden van kernenergie, een bron van goedkope, schone en betrouwbare elektriciteit, worden door Draghi niet besproken. Terwijl in de hele wereld – Rusland, China, Korea, de VS – nieuwe kerncentrales worden gebouwd, heeft de EU geen enkele strategie op dit gebied. Dit is symptomatisch voor de irrationele vooringenomenheid die Europese beleidsmakers kenmerkt.

Ook aardgas komt er in het rapport bekaaid vanaf. Het meeste gas (70 procent) wordt gebruikt voor verwarming en als hittebron in productieprocessen, slechts 30 procent om elektriciteit op te wekken.

Aardgas is dan ook cruciaal voor de chemische en keramische industrie, voedselfabrieken, brouwerijen, de petrochemie, de productie van bakstenen, glas, ijzer, staal, en andere metalen. Ook voor ziekenhuizen en zwembaden, en de verwarming van huizen. De elektrische warmtepomp is een illusie die in het geheel niet genoemd wordt in het rapport. Warmtenetten, die in de jaren ’50 vooral werden gebruikt in communistische landen, vergen enorme investeringen voor de aanleg van buizen.

Olie wordt in het hele rapport van 400 pagina’s welgeteld één keer genoemd. Olie is essentieel voor transport, industrie en talloze andere economische activiteiten. Wereldwijd worden 100 miljoen vaten olie per dag gebruikt. Onze wegen worden gemaakt met asfalt, onze synthetische kleding is afkomstig van de petrochemie, onze medicijnen worden gemaakt van olieproducten en zonder olie zouden er geen elektriciteitskabels zijn. Een ‘concurrentiestrategie’ ontwerpen zonder rekening te houden met deze realiteit is als een huis bouwen zonder dak.

Het gaat hier niet om een onschuldige omissie. De Europese beleids­elite verwart energiebeleid maar al te vaak met elektriciteitsbeleid. Elektriciteit omvat slechts 23 procent van de energieconsumptie. De helft van het energiegebruik betreft warmte voor huishoudens en industriële productie, waar voornamelijk gas voor wordt gebruikt, en 27 procent transport, dat draait op olie. Als je je richt op zonne- en windenergie, negeer je 80 procent van de energiebehoeften.

Het beleid om elektrische auto’s af te dwingen is een enorme bedreiging voor de Europese auto-industrie, de trots van onze economie.

Hoewel het rapport een economische strategie moet uitstippelen, lijkt Draghi nog nooit te hebben gehoord van de BRICS-landen. Ze worden nergens genoemd. De strategie van de BRICS is geheel anders dan die van de EU. Ze richten zich op investeringen in infrastructuur, en houden zich nauwelijks bezig met ‘decarbonisatie’ en ‘duurzaamheid’.

Draghi erkent dat de energie-intensieve industrie al met 10-15 procent is gekrompen sinds 2021 dankzij hoge energiekosten, maar beveelt maatregelen aan die alleen maar leiden tot hogere kosten. Als we de Europese industrie willen redden, en weer innovatief willen maken, moeten we ophouden ons schuldig te voelen over ‘het klimaat’ en aansturen op een echte energie-renaissance. Dit betekent een terugkeer naar het fundament waarop de EU ooit is gebouwd: overvloedige, betrouwbare en betaalbare energie.


Source: http://deanderekrant.nl/nieuws/mario-draghi-klimaatbeleid-vernietigt-europese-industrie-dus-graag-meer-klimaatbeleid-2024-10-09

.


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meld je aan voor de nieuws brief!


1 keer per dag de belangrijkste berichten,
1 keer per week de belangrijkste headlines,
en de nieuwste uitzendingen van hnmda,
zo in je postvakje... zeg nu ja....