Tweede Kamervoorzitter Martin Bosma (PVV). Een meerderheid van de
stadsdeelcommissie Amsterdam Zuidoost heeft namelijk het verzoek ingediend bij
het stadsbestuur om zich uit te spreken tegen de komst van Bosma bij de
aankomende Keti Koti-herdenking.
Bosma zijn duidelijk: ze vinden dat zijn uitspraken en standpunten haaks staan
op de waarden van diversiteit en inclusie die centraal staan bij de Keti
Koti-herdenking. Dylan Bakker (BIJ1) stelde dat het uitnodigen van Bosma een “klap in het gezicht” is voor de nazaten van tot slaaf gemaakten.
Bosma is verkozen als Tweede Kamervoorzitter, een rol die gepaard gaat
met bepaalde ceremoniële verplichtingen, waaronder het vertegenwoordigen van de
Kamer bij belangrijke nationale gebeurtenissen. Zijn aanwezigheid bij de
herdenking staat natuurlijk compleet los van zijn politieke standpunten, maar
is niets meer dan een symbool van de betrokkenheid van het parlement bij de
herdenking van het slavernijverleden.
Door zijn komst te willen blokkeren, sturen de commissieleden een signaal
af dat het politieke klimaat in Amsterdam zo gepolariseerd is dat zelfs
symbolische representatie niet wordt getolereerd.
Burgemeester Femke Halsema benadrukte het belang van democratische
rituelen en tradities die verzoenend zijn en mensen bij elkaar brengen. In een
tijd van maatschappelijke onrust is het cruciaal dat we deze tradities
koesteren en respecteren, ongeacht persoonlijke gevoelens jegens individuele
politici.
Het uitsluiten van Martin Bosma bij de Nationale Herdenking
Slavernijverleden is een misplaatste beslissing die de intentie van de
herdenking zelf ondermijnt. Het zal Bosma waarschijnlijk niet veel uitmaken of
hij wel of niet moet komen opdraven en is het vooral weer politieke anti-PVV
profileringsdrang van marginale partijtjes zoals BIJ1 en Denk.