Een opmerkelijke vaststelling. Een jaar nadat Spanje het veelbesproken menstruatieverlof invoerde, blijkt dat er nog maar heel weinig gebruik van werd gemaakt. Dat maakte de Spaanse overheid bekend.
Vandaag om 18:38
Op 1 juni 2023 werd Spanje het eerste Europese land dat het menstruatieverlof invoerde voor vrouwen. Concreet maakte de toen gestemde wet het mogelijk dat vrouwen met pijnlijke maandstonden kunnen thuisblijven en dat de kosten gedekt worden door de staat. Hoelang ze thuis zijn, wordt bepaald door een arts.
Een jaar later blijkt dat het verlof nog maar 1.559 keer opgenomen is sinds de invoering. Dat heeft het Spaanse ministerie van Inclusie, Sociale Veiligheid en Migratie bekendgemaakt. “Zoals uit die gegevens blijkt, is er geen stormloop gekomen op deze tijdelijke werkonbekwaamheid”, klinkt het in een mededeling. Het gemiddelde opgenomen menstruatieverlof duurde drie dagen. Gemiddeld 4,75 personen maakten er dagelijks gebruik van. Spanje telt 49 miljoen inwoners.
Voor- en tegenstanders
Het idee achter het verlof is dat vrouwen met hevige pijnen als gevolg van hun menstruatie de kans moeten krijgen om thuis te blijven zonder loon te verliezen, als een arts ermee instemt. Bij het invoeren van de wet waren er voor- en tegenstanders. Die eerste groep vond het een belangrijke stap vooruit voor vrouwenrechten, anderen waren kritisch over de exacte bewoordingen in de wet.
Irene Aterido van RedCaps, het Spaanse netwerk voor zorgprofessionals die gender onderzoeken, zegt in The Guardian bijvoorbeeld dat de wet niet werkt omdat de naam verkeerd is. “Je moet een gediagnosticeerde aandoening hebben, anders kan je huisarts je geen toestemming geven. Daarom werkt het niet.” Het gaat dan bijvoorbeeld om endometriose. En daar zit de paradox, aldus Aterido, want vrouwen met die aandoening gebruiken voorbehoedsmiddelen om ermee om te gaan. “Het is bijna donkere humor”, zegt ze. “Dit is absurd.”
Gelukkig zijn er ook positieve signalen. “Voor vrouwen met pijnlijke menstruaties of die problemen hebben met menstrueren, is het een opluchting omdat je je salaris niet ziet dalen en je jezelf niet hoeft te dwingen om te gaan werken als je je niet goed voelt”, zegt Monica Ciria, een adviseur rond problemen op de werkvloer, in The Guardian. “De vrees was dat er mensen de pijnen zouden faken en er daardoor veel afwezigheden zouden zijn, maar dat blijkt gelukkig niet het geval te zijn.”
Dat er nog zo weinig gebruik van is gemaakt, is volgens beide vrouwen een gevolg van de door Aterido aangehaalde reden en het feit dat veel artsen niet voldoende geïnformeerd zouden zijn. “Maar het is in ieder geval een enorme vooruitgang”, zegt Ciria nog. “Het toont dat vrouwen niet gek zijn.”