In een tijd waarin onze opvangfaciliteiten onder ongekende druk staan en de nood hoog is, neemt het kabinet eindelijk de verantwoordelijkheid om prioriteit te geven aan degenen voor wie de opvang oorspronkelijk bedoeld was: Oekraïense vluchtelingen die het geweld in hun thuisland ontvluchten. Dit besluit adresseert de absurditeit van een situatie waarin personen uit landen als Nigeria of India, die toevallig in Oekraïne verbleven toen de oorlog uitbrak, dezelfde privileges eisten als de directe slachtoffers van deze tragedie.
Door gemeenten toe te staan de opvang van deze ‘derdelanders’ te beëindigen, erkent Van der Burg eindelijk de noodzaak van een pragmatische aanpak in deze tijden van crisis. Natuurlijk, er schuilt een risico in dat individuen ten onrechte worden uitgezet, maar de staatssecretaris biedt een servicelijn aan voor gemeenten die twijfelen over iemands situatie. Dit is een logische en noodzakelijke stap om te zorgen dat de opvang beschikbaar blijft voor hen die deze het hardst nodig hebben.
Het is verfrissend om te zien dat deze demissionaire regering eindelijk eens een standpunt inneemt dat getuigt van een zekere ruggengraat. Dit besluit komt niet zonder controverse, maar het toont wel aan dat er grenzen zijn aan wat Nederland kan en wil bieden. De boodschap is duidelijk: Nederland staat open voor hen die onze hulp echt nodig hebben, maar er zijn limieten aan onze gastvrijheid.