dinsdagmiddag maakten pro-Palestijnse demonstranten hun aanwezigheid luid en
duidelijk door een debat van EU-lijsttrekkers op de campus van de TU Eindhoven
te verstoren. Met luidruchtige protesten buiten de ruimte waar het debat
plaatsvond, sloegen ze op deuren, schreeuwden ze leuzen zoals ‘stop de
genocide’ en ‘cut the ties with Israel’, en zwaaiden ze met Palestijnse
vlaggen.
Het
debat, dat gericht was op de koers van Europa met betrekking tot innovatie en
technologie, werd ontsierd door het onnodige tumult veroorzaakt door de
demonstranten. Deze acties, hoewel bedoeld om aandacht te vragen voor een
ernstige zaak, waren niet alleen storend maar ook contraproductief en
behoorlijk respectloos.
Een
woordvoerder van de universiteit merkte op dat hoewel het debat binnen
doorging, het volume moest worden verhoogd om het lawaai van buiten te
overstemmen. Deze verstoring ondermijnt het recht van anderen om te spreken en
te luisteren, en laat zien dat sommige demonstranten bereid zijn om de grenzen
van vreedzaam protest te overschrijden.
De
universiteit heeft geen gehoor gegeven aan de eisen van de demonstranten om de
banden met Israëlische instituties en bedrijven te verbreken. Terwijl het recht
om te demonstreren essentieel is in een democratische samenleving, moet het
worden uitgeoefend binnen de grenzen van redelijkheid. Die redelijkheid lijkt
bij de pro-Palestina demonstranten ver te zoeken.
Bovendien
lijken de acties van de demonstranten een gebrek aan begrip te tonen voor de
complexiteit van het Israëlisch-Palestijnse conflict. Het bevriezen van
samenwerking tussen de Design Academy Eindhoven en Israëlische scholen, hoewel
het een symbolisch gebaar kan zijn, doet weinig om een oplossing voor het
conflict te bevorderen.
