De Rijksuniversiteit Groningen gaat zelfs zo ver dat ze demonstraties na 19:00 uur verbiedt en beveiligingscamera’s installeert, nadat hun academiegebouw werd beklad met pro-Palestijnse leuzen. Deze maatregelen zijn een direct gevolg van de toenemende angst voor geweld en vandalisme, ingegeven door radicale ideologieën die geen plaats hebben binnen de muren van deze onderwijsinstellingen.
Ondertussen probeert de Erasmus Universiteit Rotterdam door middel van open communicatie en geplande evenementen de gemoederen te bedaren. Zij hebben een uitleg gestuurd over hun samenwerking met Israëlische instellingen, waarin wordt benadrukt dat deze banden niet zomaar verbroken kunnen worden zonder ook kritische wetenschappelijke stemmen te verliezen. Eigenlijk heeft de Erasmus Universiteit dus een Niet-Joodverklaring afgegeven en dat is zeer kwalijk te noemen. Dit is een vorm van verwerpelijke appeasement politiek.
Deze universiteiten staan voor een dilemma: hoe handhaven zij de vrijheid van meningsuiting zonder toe te staan dat hun campussen veranderen in slagvelden? Het is een strijd die niet alleen gaat over de beveiliging van gebouwen, maar over het beschermen van onze academische vrijheid tegen krachten die deze willen ondermijnen.
Het is duidelijk dat de combinatie van extreemlinks en radicale moslimgroeperingen een giftig brouwsel vormt dat gericht is tegen de fundamenten van onze vrije, veilige en welvarende samenleving. Het wordt tijd dat we deze dreiging erkennen en krachtig en beslist optreden om de integriteit van onze onderwijsinstellingen te bewaren.