We mogen er publiekelijk nog steeds niet over spreken geloof ik, maar er zijn natuurlijk mensen die serieus last hebben gekregen van ‘bijwerkingen’ nadat ze het coronavaccin hebben gekregen. Veel van ons kennen mensen in eigen kring voor wie dat geldt. Maar toch. Er hardop over spreken in de media is nog altijd verboden.
Iris kreeg last van ernstige bijwerkingen na het nemen van het coronavaccin. Dat is ook erkend door een medisch specialist.
“Bedenk je heel goed: áls het mis gaat, sta je er helemaal alleen voor,” zegt ze tegen @ArletteAdriani. #OngehoordNieuws
Kijk de uitzending:…
Iris de Boer kreeg de Pfizerprik. Daarna is ze “ernstig ziek geworden,” aldus Arlette. Het begon voor haar eigenlijk na de tweede prik. “Er braken oorlogen in mijn lichaam uit,” zegt Iris daarover. “Ik kreeg concentratieproblemen, wazig zien, piep in mijn oor, hersenmist, afbrokkelende tanden. Neuropathie.” Dat houdt in “allerlei soorten pijn.”
Dat is al erg genoeg, maar Iris leed nog veel meer. “Op een gegeven moment kreeg ik krachtverlies. Toen viel de linkerkant van mijn lijf uit.” Logischerwijze werd ze toen naar de eerste hulp gebracht. Wat die deden om haar te helpen? Helemaal niets.
“Toeval,” zeiden ze tegen haar. “Gaat u maar naar huis, morgen is het weer over.”
Niet dus. Daarop is ze uiteindelijk naar haar huisarts gegaan. Die vroeg haar of ze onlangs gevaccineerd was. Na gesproken te hebben met haar stuurde hij haar door naar een neuroloog.
“Post-vaccinatie” syndroom, werd het officieel dan ook genoemd.
Huisarts: “Vaccinatieschade, tenzij…”
Na aanleiding van Iris’ verhaal is Arlette daarop langsgegaan bij huisarts Felix van der Wissel. Die legt uit dat de aanpak van dit soort problemen volstrekt bezopen is. Want, zegt hij, nu is men vanaf dag één kritisch over de vraag of dit soort problemen mogelijk “vaccinatieschade” zijn.
Dat kan niet. Als iemand net geprikt is en dit soort problemen krijgt moet, zegt hij, de houding juist zijn dat het mogelijk inderdaad om vaccinatieschade gaat. Daarop moet er actie genomen worden – en moet dit soort informatie ook gedeeld worden.
“Dit is vaccinatieschade tot het tegendeel bewezen is.” Dat moet, zegt de huisarts, de houding zijn. Niet, “het is geen vaccinatieschade totdat honderd procent vast staat dat het dat wel is.”
“Want,” gaat hij verder, “we hebben te maken met een medicijn wat nieuw op de markt is gekomen, waarbij we geen lange termijnplanning hebben… Het is een ónderzoek waar we in zitten. Dus alle mógelijke bijwerkingen die een medicijn kan hebben moeten we als dokters tegen het licht kunnen houden en zeggen: dit is mogelijk vaccinatieschade totdat het tegendeel bewezen is.”
Voor Iris is het ondertussen allemaal heel vervelend. Ze staat er grotendeels in haar eentje voor. Wat haar wél inspireert? Ze heeft heel veel mensen gevonden die hetzelfde hebben als zij. Online praat ze met die mensen, met name op Facebook.
Helaas is daar het enige positieve wel mee gezegd. Want de staat controleert sociale media nog steeds heel erg. Als mensen met vaccinatieschade elkaar online opzoeken en met elkaar praten zien ze dus heel vaak dat hun groepen offline worden gehaald. Er zou dan “informatie gedeeld worden die mogelijk voor medische problemen zorgt,” heet het.
Kortom, deze mensen hebben niet alleen last van serieuze vaccinatieschade, maar ook nog eens van censuur. Terwijl artsen toegeven dat ze vaccinatieschade hebben én dit hun hele leven overhoop heeft gegooid.
Kan het kabinet Dick Schoof I, en dan met name minister van Volksgezondheid Fleur Agema, hier iets aan doen? Dat ze pro-vaccinaties is, soit. Maar het kan toch niet zo zijn dat mensen die objectief gezien écht ernstige bijwerkingen hebben gekregen daar niet over mogen spreken met elkaar?
.