De ironie van deze zogenaamde veiligheidsmaatregel kan niemand ontgaan. Terwijl de politie beweert dat snelheidsovertredingen de voornaamste oorzaak zijn van de circa 25.000 dodelijke verkeersongevallen jaarlijks in Europa, lijkt het werkelijke doel meer te zijn het vullen van de staatskas dan het waarborgen van de verkeersveiligheid. De flitsmarathon is verworden tot een jaarlijks terugkerende geldmachine, waarbij de hardwerkende burger het gelag betaalt.
Vorige edities van deze flitsweek hebben volgens de organisatoren aangetoond dat het aantal verkeersslachtoffers met een kwart verminderd kan worden. Echter, deze statistieken werpen vragen op over de effectiviteit en de ethiek van dergelijke massale surveillance-acties. Zijn deze maatregelen echt gericht op veiligheid, of zijn ze een excuus om onder het mom van bescherming, burgers verder te controleren en te belasten?
Het is tijd dat we ons realiseren dat dit soort massale flitsinitiatieven weinig te maken heeft met het verbeteren van de verkeersveiligheid, en meer met het autoritair handhaven van regels die vaak willekeurig lijken. De Europese automobilist verdient beter dan behandeld te worden als een prooi in een door de overheid gesanctioneerde jacht. Wat begon als een middel om de veiligheid op de wegen te verbeteren, is veranderd in een verstikkende greep om de vrijheid van de burger te beteugelen.
De vraag die we onszelf moeten stellen is: willen we leven in een samenleving waar onze bewegingsvrijheid voortdurend onder de loep wordt genomen door een overheid die belust lijkt op het beboeten van haar burgers? Het is hoog tijd voor een herbezinning op de manier waarop we verkeersveiligheid bevorderen, zonder daarbij onze vrijheden op te offeren aan een Orwelliaanse surveillancestaat.