De aanslag op premier Robert Fico heeft een schokgolf
teweeggebracht in het toch al sterk gepolariseerde Slowakije. Fico heeft het
overleefd. Het doet ons denken aan de aanslag op Pim Fortuyn, die het niet
overleefde. Ook in Nederland is het dreigingsniveau hoog. Kamervoorzitter
tracht de polarisatie in ons land te verminderen. Lukt dat?
Kamerleden Klaver en Dassen toen Dassen “extreem rechts” gebruikte in een
Kamerdebat. Bosma meende dat de term refereert aan de nazi’s. Klaver en Dassen
vonden het ongepast daarop aangesproken te worden. Maar Van Dale’s woordenboek
geeft Bosma gelijk. De term refereert aan neo-nazi’s en alt-right groeperingen
en dat is hier niet aan de orde. Maar afgezien daarvan is het structureel
benoemen van anderen tot “extreem”, zonder dat daar inhoudelijk ten opzichte
van de betreffende gesprekspartner aanleiding voor is, is sfeer verziekend en
polariserend. Daar is het wellicht om te doen, maar daarom zeker nog niet goed.
“Ja maar, ik ga over mijn eigen woorden en u belemmert mijn vrijheid van
meningsuiting. Bovendien is de PVV een extreem rechtse partij gezien Geert
Wilders’ uitlatingen en zijn verkiezingsprogramma.” Toch niet doen. Het
programakkoord is allerminst extreem rechts, eerder links te noemen en dient op
inhoud en daden beoordeeld te worden.
In de Nederlandse pers wordt alles wat met de PVV te
maken heeft als extreem rechts of radicaal rechts weggezet. De Telegraaf is één
van de weinige kranten die dat niet doet. In de bekende praatprogramma’s is het
al niet anders. Links schiet er niets mee op in de poll’s. De PVV scoort beter
dan ooit. Gevaarlijk is het wel. Dassen en anderen doorzien niet met welk vuur
zij spelen. Geert Wilders wordt al twintig jaar bedreigd. “Extreem rechts”
draagt bij aan het ontmenselijken van de opponent en daarmee aan het
dreigingsniveau. Gaat de kogel weer van links komen? Probeer op inhoud te
discussiëren. Dat zullen kiezers waarderen. Laat de kogel niet weer van links
komen.
