De grootste protestantse kerk in Amerika, de Southern Baptist Convention, heeft zich woensdag uitgesproken tegen in-vitrofertilisatie (IVF).
Vandaag om 21:58
Critici vrezen dat de houding van de Southern Baptist Convention een voorbode kan zijn van meer beperkingen of een verbod op de toepassing van dergelijke vruchtbaarheidsbehandelingen in bepaalde staten of in de hele VS. Er wordt ook gewezen op de strijd van conservatieve ‘pro-life’-groeperingen tegen abortus, een thema dat aan belang lijkt te winnen in aanloop naar de presidentsverkiezingen in november.
Het Amerikaanse Hooggerechtshof schafte in juni 2022 het landelijke recht op abortus af. Sinds die beslissing kregen staten afzonderlijk de keuze om abortus al dan niet te verbieden of te beperken. Enkele tientallen staten hebben abortus effectief verboden of de toegang tot IVF-behandelingen aan banden gelegd.
Hooggerechtshof Alabama
Eerder dit jaar oordeelde het hooggerechtshof in de conservatieve staat Alabama al dat ook bevroren embryo’s kinderen zijn. Wie een ingevroren embryo vernietigt, kan sinds die beslissing aansprakelijk worden gesteld voor “onrechtmatige dood”.
De uitspraak in Alabama was het resultaat van twee rechtszaken die drie koppels hadden aangespannen. De toekomstige ouders zaten in een IVF-traject en hadden ervoor gekozen om de embryo’s die niet meteen gebruikt werden te laten invriezen in de kliniek. In 2020 kreeg een onbevoegde patiënt “via een onbeveiligde ingang” toegang tot de vriezer met de nog ongebruikte embryo’s. Hij nam de embryo’s uit de vriezer, maar verbrandde zijn hand aan de ijskoude temperatuur, waardoor de embryo’s op de grond vielen en werden vernietigd.
Onrechtmatige dood
De ouders dienden een klacht in wegens onrechtmatige dood, maar een rechter oordeelde dat de man noch de vruchtbaarheidskliniek schuldig kon zijn aan onrechtmatige dood omdat bevroren embyro’s niet binnen de definitie van een “persoon” of “kind” vallen. Het hooggerechtshof overrulede de lagere rechtbank en bepaalde dat “buitenbaarmoederlijke kinderen” – of ongeboren kinderen “die zich buiten een biologische baarmoeder bevinden op het moment dat ze worden gedood” – óók kinderen zijn, en dus onder de wet van de onrechtmatige dood van een minderjarige vallen. “De wet op het onrechtmatig doden van een minderjarige is van toepassing op alle ongeboren kinderen, ongeacht hun locatie”, stelde rechter Jay Mitchell op basis van een wet uit 1872.
Ook al verbood die uitspraak IVF niet, toch leidde ze meteen tot grote ongerust. Dit vanwege de mogelijke impact op vruchtbaarheidsbehandelingen en het invriezen van embryo’s. Bij een IVF-behandeling is het immers de bedoeling om zo veel mogelijk kwalitatieve embyro’s te creëren om de kans op een zwangerschap te vergroten. Kwalitatieve embryo’s die niet meteen gebruikt worden, kunnen worden ingevroren tot op een later moment. Als de kinderwens van het stel echter helemaal vervuld is, worden de resterende embryo’s vernietigd of gedoneerd.