De liberaal politica Gwendolyn Rutten kondigde vrijdag aan dat ze aan Vlaams minister-president Jan Jambon had laten weten er de brui aan te geven. Ze stopt als minister en wordt opnieuw burgemeester van Aarschot. En die beslissing kon in de afgelopen dagen op veel kritiek rekenen. Zeker omdat ze die ministerpost in eerst instantie al in woelige omstandigheden kreeg.
Ze kondigde vorig jaar haar afscheid van de nationale politiek aan omdat ze de duimen moest leggen voor Paul Van Tigchelt als opvolger van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne. “Een gebrek aan respect”, klonk het toen over de beslissing van haar eigen partij. Maar amper een paar weken later keerde ze haar kar nadat Bart Somers uit de regering stapte om terug te keren naar Mechelen. “Misschien heb ik te fel gereageerd”, verdedigde Rutten zich toen ze de post van Somers overnam.
Ook nu verdedigt Rutten haar beslissing vurig. “Als ik een beslissing neem, dan sta ik daar voor de volle 100 procent achter. Ik ben vol goesting opgestaan, er ligt veel werk op de plank in Aarschot”, zei ze in De Ochtend op Radio 1.
Rutten zegt dat ze de meeste reacties op haar vertrek wel begrijpt. “Maar wat voor mij belangrijk is, is dat ik aan de slag kan en dat ik een beslissing genomen heb die eerlijk is en waar ik voor de volle 100 procent achter sta. Voor de rest heeft iedereen het recht om daar zijn of haar mening over te vormen.” Ook partijgenoten mogen een mening over haar beslissing vormen, zegt ze. “Wat voor mij telt is dat het werk dat ik gedaan heb in de Vlaamse regering in de afgelopen maanden afgelopen is. Ik vond dat heel belangrijk.” Ze verduidelijkt dat ze haar verantwoordelijkheid genomen heeft en de omzendbrieven voor de lokale verkiezingen nog uitgestuurd heeft.
“Ik zal het heel cru zeggen: ik had ook vier weken vakantie kunnen nemen”, ging ze verder. “Maar ik kies ervoor om te werken. Er ligt in Aarschot heel veel werk op de plank. Ik kies ervoor om te werken. Ik kan niet goed stilzitten. En als ik dan moet kiezen tussen twee dingen niet of maar half doen of één ding grondig aanpakken en de handen uit de mouwen steken, dan weet ik het wel. Dan ga ik werken. Er is werk genoeg in ons land.”
Postjes pakken
“Op dit moment zit de Vlaams Regering in lopende zaken, dus vond ik het belangrijk om de dingen die ik kon voorbereiden ook voor te bereiden en die ook af te werken. Maar als dat dan klaar is? Wat verwacht men dan? Ik had ook vier weken op vakantie kunnen gaan. Niemand die mij dan ziet of hoort”, zei ze. “Je bent minister in lopende zaken, maar je kan geen nieuwe initiatieven nemen. Als titelvoerend burgemeester kan je dat ook niet. Ik blijf niet graag bij de pakken zitten. Er zijn uitdagingen genoeg. Mensen verwachten dat politici werken en ik ga aan het werk. Er zijn geen nieuwe dossiers (als minister in lopende zaken, red.). In Aarschot zijn er wel uitdagingen.”
Of ze zo haar departement en haar collega’s in de Vlaamse Regering niet in de steek laat? “Integendeel. Ik ben fier op wat ik gedaan heb. Ik draag alles netjes over. Dat is in het verleden al anders geweest. Ik heb verhalen gehoord waarin de papierversnipperaar klaar stond om ervoor te zorgen dat degene die moest starten zeker niet wist waar hij of zij aan moest beginnen. Daar hou ik niet van”, zei ze. “Het is een bewuste keuze om te werken op het niveau waar nog dossiers liggen. Als men vindt dat ik beter met vakantie was gegaan, dan moet men dat zeggen. Maar zo zit ik niet in elkaar.”
Maar de perceptie dat Gwendolyn Rutten vooral postjes wil pakken, kan ze volgens velen toch moeilijk afschudden. “Ik doe niet aan politiek omwille van perceptie”, reageerde ze daarop. “Ik wil in de spiegel kunnen kijken en weten dat wat ik doe juist is. Ik maak het mezelf niet gemakkelijk, dat weet ik ook”, zei ze. “Maar ik heb mij elke dag ten volle gesmeten. Maar we moeten ook eerlijk durven zijn: als het is afgelopen, dan ben ik liever duidelijk. Dan ga ik aan het werk.”