Toen koning Filip in juni 2022 de Democratische Republiek Congo bezocht, wilde hij aantonen dat België klaar is om aan een nieuw hoofdstuk te beginnen in de betrekkingen tussen de twee landen. En om dat te doen, overhandigde hij een kostbaar houtsnijwerk dat bekendstaat als het Kakuungu-masker, in bruikleen van onbeperkte duur gegeven. Het masker is een van de vele culturele artefacten die uit Congo gehaald zijn en België beloofd heeft terug te geven.
LEES OOK. Koning Filip schenkt masker aan Congo, als start van grootschalige teruggave
Maar in diezelfde maand nog brak er een etnisch conflict uit in Kwamouth, een district ten noorden van de hoofdstad Kinshasa, waarbij het lokale Teke-volk het opnam tegen de Yaka en de Suku. Een conflict dat aangewakkerd werd door het teruggegeven masker. Want het Kakuungu-masker wordt namelijk door zowel de Suku als de Yaka vereerd als een voorouderlijk oorlogssymbool. Ze geloven dat het magische krachten verleent aan de strijders, waardoor ze onkwetsbaar zijn voor kogels en kunnen verdwijnen.
(Lees verder onder de foto)
De terugkeer van het masker zou daarom volgens de groep experten van de Verenigde Naties ervoor gezorgd hebben dat de Suku- en Yaka-milities aangemoedigd werden om wrede aanvallen uit te voeren op Teke-gemeenschappen. Minstens 300 mensen werden al gedood en zo’n 160.000 anderen zijn op de vlucht geslagen. Exacte cijfers zijn er niet aangezien het Congolese leger het zwaarst getroffen gebied heeft afgegrendeld. Humanitaire groepen noemen onbevestigde cijfers van meer dan 3.000 doden.
Diepe wortels
Het conflict tussen de stammen heeft diepe wortels. Het begon allemaal met een meningsverschil over landrechten. De Yaka en de Suku betaalden jarenlang belastingen aan de opperhoofden van Teke. In ruil mochten ze het land bewerken. Maar in 2022 probeerden die stamhoofden om de belastingen te verhogen, de aanleiding voor een eerste botsing tussen de stammen.
Het conflict verergerde en het leek erop dat de Mobondo, de naam die de Suku en Yaka-milities zichzelf geven, probeerden om de Teke uit Kwamouth en nabijgelegen gebieden te verdrijven.
“Het gebrek aan verantwoordingsplicht voor vermeende daders versterkt het wantrouwen onder de gemeenschappen”
Thomas Fessy
Onderzoeker bij Human Rights Watch
De Congolese regering besloot een ‘pacificatiecommissie’ naar daar te sturen in september 2022. Maar dat verergerde net het conflict, want de leider van de commissie, Fabrice Kavabioko, bleek een hooggeplaatst lid te zijn van de Suku en ook een van de boegbeelden dus van de Mobondo. Al zou Kavabioko gezegd hebben dat hij “de missie was toevertrouwd om de vrede te herstellen en dat hij dat ook heeft gedaan”.
Nog steeds gevechten
Volgens Human Rights Watch zijn er sindsdien bijna 300 verdachte Mobondo-strijders gearresteerd. Maar meer dan 1.000 anderen kregen geen straf. In plaats daarvan kregen sommigen een deal en werden ze ingelijfd bij het Congolese leger en uitgezonden om te vechten tegen de M23, een door Rwanda gesteunde rebellengroep die actief is in het uiterste oosten van het land.
“Het gebrek aan verantwoordingsplicht voor vermeende daders versterkt het wantrouwen onder de gemeenschappen”, zegt Thomas Fessy, onderzoeker in Congo bij Human Rights Watch aan The Economist. Dat journalisten en hulpverleners het gebied niet mogen betreden, zorgt ook voor wantrouwen.
Afgelopen zaterdag ondertekenden de Teke- en Yaka-autoriteiten een overeenkomst voor de vrede en stabiliteit van de getroffen provincies. Want het geweld blijft ook nu nog aanslepen. Begin deze week schreef de Congolese mediawebsite Actualite.cd nog dat er sinds januari 8 personen zijn omgekomen na invallen van Mobondo-milities.