Op 1 mei 2022 besloot een familie uit Sint-Gillis-Waas met zes jonge sterke mannen af te reizen naar Gingelom. Hun missie? Het terugvorderen van een voorschot van 65.000 euro van een aannemer. Wat begon als een confrontatie escaleerde al snel in een heftige vechtpartij, waarbij de Oost-Vlamingen ijzeren staven, een priem en een ratelsleutel tevoorschijn haalden. De gevolgen waren niet mals: de rechtbank legde het zestal een werkstraf op. Maar was er meer aan de hand dan alleen het terugvorderen van geld?
De gemoederen waren namelijk al flink verhit in de dagen en weken voor het incident. Dreigementen werden geuit en er ontstonden hevige discussies over mogelijke contractbreuk. De aanstoker van het geweld verklaarde aan de speurders simpelweg zijn geld terug te willen. Maar was dit echt de enige motivatie achter de confrontatie?
Op die fatale dag in Gingelom stonden de Oost-Vlamingen tegenover de aannemer en zijn familie, gewapend met baseballknuppels en stokken. Het gezelschap uit Sint-Gillis-Waas was echter niet van plan zich zomaar gewonnen te geven en haalde hun eigen wapens tevoorschijn: ijzeren staven en een ratelsleutel. De kracht van getallen gaf hen de overhand en ze wisten de knuppels af te nemen en flinke klappen uit te delen. Zelfs vrouwen werden niet gespaard in deze gewelddadige confrontatie.
De gevolgen waren ernstig. Een zoon van de aannemer liep een klaplong, twee gebroken ribben en meerdere steekwonden op. Gelukkig wist de politie erger te voorkomen door tijdig in te grijpen. De rechter oordeelde dat de beklaagden op een buitensporig gewelddadige manier reageerden, met traumatische gevolgen tot gevolg.
Hoewel de burgerlijke partijen vroegen om de aanval op het zwaarst gewonde slachtoffer te kwalificeren als poging tot moord of doodslag, ging de rechtbank hier niet in mee. Er was volgens de rechter geen intentie om te doden. De Oost-Vlamingen werden veroordeeld tot werkstraffen variërend van 100 tot 180 uur. Als ze deze straffen niet tijdig uitvoeren, hangt hen een celstraf van één tot twee jaar boven het hoofd. Daarnaast moeten ze gezamenlijk de proceskosten van ruim 4.300 euro betalen en een schadevergoeding van ruim 69.000 euro, plus een rechtsplegingsvergoeding van 3.750 euro aan de slachtoffers.
Deze zaak laat zien dat geldzaken soms tot extreme situaties kunnen leiden. Wat begon als een poging om een voorschot terug te vorderen, eindigde in een gewelddadige confrontatie met verstrekkende gevolgen. Het is een pijnlijke herinnering aan de dunne lijn tussen recht en wraak.
Source: https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20241120_94840289
.