Conservatieve opiniemaakster Raisa Blommestijn wordt vervolgd voor “groepsbelediging.” Dit omdat ze enkele uitspraken deed over een stel doorgedraaide kansenparels die een arme blanke man in elkaar schopten en sloegen. DDS sprak met onze eigen columnist en expert extraordinaire Paul Cliteur over deze vervolging. De vragen in dit interview hebben we cursief afgedrukt. Cliteurs antwoorden zijn op gewone wijze geschreven.

Raisa Blommestijn heeft bekend gemaakt dat zij wordt vervolgd door het Openbaar Ministerie. Er is zelfs al een datum voor de zitting bekend gemaakt, namelijk 19 augustus 2024. Zij zou worden vervolgd wegens groepsbelediging en smaadschrift, heeft het OM aan haar laten weten. Wat vind jij daarvan?

Ik vind dat een verkeerde ontwikkeling van het justitiebeleid in het algemeen en vervelend voor Blommestijn persoonlijk, want zij moet nu aandacht geven aan een kwestie waar zij haar tijd helemaal niet in wil steken. Maar dat moet dus wel.

Hoe ken je haar? Er wordt vaak gezegd dat je haar begeleider bent, promotor zelfs, lees ik op X (Twitter).

Dat klopt niet. Ik ken haar als oud-collega. Zij heeft ongeveer 4 jaar gewerkt bij de afdeling waaraan ik als hoogleraar verbonden was: de afdeling encyclopedie van de rechtswetenschap aan de Universiteit van Leiden. Raisa heeft in die tijd een proefschrift geschreven (overigens niet onder mijn begeleiding) en gedoceerd. Zij was een bijzonder goede docent en zij heeft een heel mooi boek geschreven over de Weimar Republiek en de ontaarding daarvan: Het spook van Weimar: een democratie in crisis (2022).
Dat is beoordeeld door een commissie van deskundigen op dit terrein en zij heeft daarmee veel lof geoogst. Ik heb haar eigenlijk beter leren kennen na onze “Leidse tijd”, toen we allebei optraden bij programma’s van Ongehoord Nieuws. Zij presenteerde die programma’s en ik ben daar vaak als gast opgetreden. Ik heb ook samen met haar een boek geredigeerd over westerse schuld, althans het idee van die “westerse schuld”, want wij hebben nogal wat aan te merken op dat begrip: Westerse schuld: mythe of realiteit? (2022).

En nu vervolgd dus. Hoe kan dat ineens?

Het is natuurlijk niet “ineens”. Het is een trend. Geert Wilders is vervolgd op grond van dit soort artikelen als waarop nu Blommestijn wordt vervolgd. Tegen Mona Keijzer is aangifte gedaan. Thierry Baudet heeft met een rechtszaak te maken gekregen. Pepijn van Houwelingen en Gideon van Meijeren worden vervolgd door het OM. En het zou zomaar kunnen dat Caroline van der Plas, die zich recentelijk achter de opmerkingen van Mona Keijzer geschaard heeft, ook met strafrechtelijke vervolging te maken gaat krijgen (zij zijn beiden van BBB). Al deze zaken verschillen enigszins, maar ze hebben ook voor overeenkomsten. Er zit een grote lijn in.

Wat bedoel je met die grote lijn?

De grote lijn is de terugtred van de bescherming van de vrijheid van expressie en vrijheid van gedachte als beschermenswaardig cultuurgoed (neergelegd in onder andere art. 10 EVRM) en overmatige aandacht voor de bescherming van “gevoelens” van mensen die claimen beledigd te zijn, zich gediscrimineerd te achten, onheus bejegend – en dat allemaal door uitspraken van anderen. Justitie gaat zich steeds meer opwerpen als de beschermvrouwe van de gekwetste gevoelens (op basis van de groepsbelediging omschreven in art. 137c Sr. en 137d Sr., dat bescherming biedt tegen discriminatie).

Steeds minder als de beschermende instantie voor de vrijheid van expressie en vrijheid van gedachte van de genoemde mensen die allemaal een naar hun oordeel belangrijk punt willen maken in het maatschappelijk debat. Dit is een voorbeeld van zo’n artikel uit het Nederlandse Wetboek van Strafrecht waarin bepaalde groepen bescherming wordt verleend tegen belediging.

Art. 137c Sr., lid 1 (groepsbelediging): “Hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigend uitlaat over een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.”

Dat is dus ook het artikel dat wordt ingezet tegen Raisa Blommestijn?

Ja, dat heeft het OM al aangekondigd. Haar tweets (X-jes) zullen langs die meetlat worden gelegd. Een van de dingen die dan naar verwachting aan de orde komen is haar uitspraak over een groep jongeren die op een metrostation een andere jongen in elkaar timmerden en op het spoor gooiden.

De uitspraak dat zij die jongeren aanduidde als “negroïde primaten”?

Ja, en dan gaat het OM naar alle waarschijnlijkheid betogen dat dit beledigend is voor een groep op basis van het ras van die groep (zie de tekst zoals hierboven geciteerd). Het OM gaat zeggen: “u had zich anders moeten uitdrukken”. In de volksmond heet het: “dit is ‘racisme’”. Blommestijn had geen verwijzing mogen maken naar kleur.

En wat vind jij daarvan?

Ik vind dat de vrijheid van expressie met zich meebrengt dat je een grote vrijheid moet hebben als commentator om je eigen bewoordingen te kiezen. De gebeurtenis tegen de achtergrond waarvan deze uitspraak is gedaan, is bovendien afschrikwekkend. Ik heb het filmpje op internet gezien hoe die geweldplegers te werk gingen. Ik vind het heel gezond dat iemand daardoor geschokt is en ook dat je aan je afschuw uiting geeft. Als journalist en commentator heb je ook eigenlijk een morele plicht om aan die afschuw uiting te geven. Zelfs in bewoordingen die je onder andere omstandigheden niet zou gebruiken. Ik denk ook dat het OM deze zaak glansrijk gaat verliezen. Als in de rechtszaal straks dat filmpje wordt getoond wil ik de meervoudige kamer van de rechtbank wel eens horen verklaren: “en toch had mw. Blommestijn zich niet zo mogen uitdrukken”. Een rechtbank die dat doet plaatst zichzelf volkomen buiten de samenleving, zoals het OM in feite al gedaan heeft door deze zaak te vervolgen.

Maar had zij die verwijzing naar huidskleur wel mogen maken? Dat had toch ook niet gehoeven? Als zij dat niet had gedaan was dat misschien verstandiger geweest, zullen critici van Blommestijn ongetwijfeld tegenwerpen.

Natuurlijk. Maar ik vind dat art. 10 EVRM en de equivalenten daarvan ook betrekking hebben op woordkeuze. En je moet ook je eigen bewoordingen kunnen kiezen. Bovendien erkent iedereen dat wanneer de kleuren net iets anders verdeeld zouden zijn dit geen onredelijke stelling is. Stel je ziet een filmpje van 10 blanke jongens die inslaan op 1 zwarte jongen die ze daarna op een treinspoor gooien (met het risico van dood door schuld dus). En stel een commentator merkt dan op dat die geweldplegers “blank tuig” waren (“white trash” of zoiets). Dan is toch je eerste zorg het extreme geweld en niet de bewoordingen waarmee mensen aandacht vragen voor dat geweld?

Maar de tegenstanders van Blommestijn en wellicht het OM zullen tegenwerpen dat kleur hier niet relevant was.

Ongetwijfeld en misschien was het dat ook niet. Maar de staat, het OM, het politiek correct deel van de samenleving heeft niet het morele recht om aan een individu voor te schrijven hoe men iets ervaart en hoe men uiting geeft aan de eigen ervaring. Dát is nu juist het grote morele ideaal achter art. 10 EVRM en trouwens ook achter de vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst (art. 9 EVRM).

Dus je maakt art. 137c Sr. ondergeschikt aan art. 10 EVRM?

Niet helemaal, ik geef een interpretatie aan art. 137c Sr. En ik wil ervoor waken dit artikel zo te interpreteren dat maar iedereen daaraan een extensieve interpretatie kan geven zodat steeds minder vrijheid overblijft om iets in de eigen termen te typeren.

Maar dat kan je nu allemaal wel zo zeggen, maar het OM gaat hierover. Is het bovendien wel gepast het OM zo scherp te kritiseren, zoals je nu doet?

Dat is niet alleen gepast, maar mijn professionele plicht om dat te doen. Ik ben rechtsfilosoof, politieke filosoof, juridisch commentator, hoe je het maar wil noemen, en het is mijn plicht het vervolgingsbeleid van kritische kanttekeningen te voorzien. Ook rechterlijke uitspraken trouwens. Er is niets, maar dan ook helemaal niets, op tegen om vervolgingsbeleid en ook justitieel beleid kritisch te volgen.

Vind je dit een politiek proces?

Het gaat wel die kant op nu we zien dat het steeds politici van de rechterkant van het politieke spectrum zijn die worden vervolgd. Ik heb de namen al genoemd. Het OM moet echt opletten. Als ze hiermee doorgaan verliezen mensen hun vertrouwen in de integriteit van het vervolgingsapparaat. En nee, nu doe ik niet aan stemminmakerij, ik waarschuw. Niet schieten op de boodschapper svp. Ik probeer de rechterlijke instellingen te waarschuwen voor de gevaren die men over zichzelf afroept als men justitie laat ontaarden in “woke-justitie”.

Daaronder versta ik een justitiebeleid dat de grote waarden achter het bestel (waaronder de vrijheid van expressie) onvoldoende beschermt om plaats te maken voor een steeds grotere aandacht voor (zo niet obsessie met) ervaren onrecht door “minderheidsgroepen”. Dat laatste zet ik overigens tussen haakjes, want ik denk dat die minderheden zelf helemaal niet zijn gebaat bij de ideologie van de progressieve elite die in de ban is van “woke”.

Paul Cliteur is auteur van “Westerse schuld en westerse weerbaarheid” en mederedacteur van Westerse schuld: mythe of realiteit? (2022): https://ap.lc/caMuo
westerse schuld cover voorkant

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *