Als verslaggever en als cabaretier loopt Jonathan Krispijn voortdurend op tegen de grenzen van de vrijheid van meningsuiting, die in deze tijd steeds scherper worden getrokken. En niet alleen door politiek correct links. Ook in kringen van het coronaverzet of bij een vrijgevochten omroep als ON mag lang niet alles worden gezegd.
“Tijdens sommige optredens merken we dat zelfs corona-kritische mensen moeite hebben met wat we op het podium doen”, zegt hij. “Niet iedereen kan onze scherpe humor waarderen. Sommige spirituele types – van die Boeddha- of Kundalini-achtige mensen – vinden dat je niks negatiefs mag zeggen, omdat dat niet goed zou zijn voor het bewustzijn. Daarom heb ik nooit wat met new age gehad, met ‘je moet je ego loslaten’ en ‘we hebben onze eigen waarheid’. Dan zie je dat het hele bewustzijnsgedoe een behoorlijk groot censuurgehalte heeft.”
Zelfs binnen het eigen comedycollectief ontstond onlangs onenigheid. Voor hun Oudejaarsconference op 12 en 13 december ontwierp collega Paul Polderman een poster met een afbeelding van Jezus aan het kruis, tegen de achtergrond van een verkeersbord om de doodlopende weg te symboliseren die velen vandaag de dag bewandelen. “Dat is wel promotie om mensen naar je zaal te krijgen. Maar ik wist meteen: je gaat geheid gedonder krijgen met de christelijke achterban die naar onze shows komt”, aldus Krispijn.
Dit stelde hem voor een dilemma. “Moet ik Paul vertellen dat hij zijn eigen poster niet mag ontwerpen? Toen heb ik gezegd: ‘we gaan dit gewoon doen’. Ik ga geen zelfcensuur toepassen, zelfs niet als mensen boos worden. Via de mail kwam een aantal boze reacties binnen. Sommigen zeiden: ‘Jullie hebben voor mij afgedaan’. Het is niet anders. Als je humor wilt verbieden, verlies je het vermogen om naar jezelf te kijken. Vrijheid van expressie betekent ook accepteren dat anderen zich ongemakkelijk kunnen voelen.”
Zelfs intern leidde de poster tot discussie. “Zo vond collega Wouter Meijs dat wij in een satanische tijd leven en dat het niet terecht is het christendom belachelijk te maken. Uiteindelijk heb ik tegen Wouter gezegd: ‘Is het geen idee dat jij op die poster komt, zegt wat je ervan vindt en die avond ook komt optreden?’ Dat vond hij een geweldig idee. Zo hebben we het opgelost.” Op 12 en 13 december staan ze op het podium. “Ondanks de verschillen, dat Paul Scholderman en Wouter Meijs het oneens zijn over de poster, de stijl en de manier van grappen maken, zijn we toch bij elkaar gekomen. Dat bewijst dat vrijheid van meningsuiting ook tolerantie is naar elkaar toe.”
Krispijn heeft in zijn leven een bijzondere wending gemaakt. Hij heeft het christendom ontdekt. “Ik heb best wel een aversie tegen de newagebeweging, omdat het impliceert dat je zelf God bent. Dus ayahuascasessies, truffelceremonies, jij kunt het manifesteren. Dat straalt weinig nederigheid uit. Naar mijn idee heeft het veel te maken met spiritueel narcisme: er worden bijvoorbeeld dure events georganiseerd in naam van een ‘spirituele force frequentie’.” Krispijn zag een enorme trend van new agers die naar het christendom gingen. “Dat trok mij: ik wilde weten waarom.” Ook het Israël-Palestinaconflict speelde een rol. “Waarom denken christenen daarover zo verschillend? Zo ben ik bij het christelijk geloof terechtgekomen.”
Toch heeft dat hem er niet toe gebracht de vrijheid van meningsuiting af te zweren. “Als christen ga ik zelf ook naar een kerk, maar ik sta volledig achter de vrijheid van expressie.” Van hem mag je spotten met Jezus. Dat zou ook moeten kunnen met de islam. “De strijd om het vrije woord raakt aan diepere vragen over waarheid en moraal. Sinds ik de Bijbel lees, merk ik dat ik scherper nadenk. Jezus houdt ons voortdurend spiegels voor. Als je de Bijbel psychologisch benadert, zoals Carl Jung dat doet, ontdek je dat de verhalen een representatie zijn van onszelf. Ons geweten – dat stemmetje in ons hoofd – vraagt ons te kiezen tussen goed en kwaad. Waarom gaan we dan toch zo vaak tegen ons geweten in? Is dat de duivel, metaforisch gezien, die in ons hoofd zit? De Bijbel is een schatkamer van symboliek. Wanneer je het letterlijk neemt, verlies je de moraal van de verhalen. Dat is juist wat het katholicisme interessant maakt: de nadruk op symboliek en parabels. De verhalen – parabels en mythen – zijn spiegels voor onszelf en onze tijd.”
Humor heeft in zekere zin eenzelfde functie, stelt Krispijn vast. “Bij humor spiegel je een duistere gedachte die iedereen kan hebben. Een gedraging, bijvoorbeeld als iemand jou irriteert. Dat zie ik ook terug in bepaalde reacties van Jezus.” Hij noemt als voorbeeld een bijbelverhaal waarin twee arbeiders voor een schamel bedrag aan de slag gingen in de akkerbouw. “Op een gegeven moment kwam er een derde werknemer die veel meer vroeg. Toen werden de andere werknemers boos, zij wilden ook meer. Daar gingen ze over zeiken. Jezus zei iets in de trant ‘dat jullie hier boos om worden, bewijst dat jullie harten niet daadwerkelijk vervuld zijn’. De strekking is: waarom hang jij je eigenwaarde op aan die van de ander? Waarom ben je jaloers op de ander?”
Hij ontdekte de functie van humor toen hij bij Jeugdzorg terechtkwam “wegens wangedrag op school” en werd geconfronteerd met theater dat jongeren bewust maakte van hun gedrag. “Ze wilden gedragsverandering bewerkstelligen met theater. We spiegelden vaak: voor het eerst maakte ik mee dat mijn leraar mij nadeed. Dat was mega-grappig. Daardoor werd ik me er met terugwerkende kracht van bewust hoe ik overkwam op de ander. Je kunt alleen zelfspot hebben als je zelfbewustzijn hebt. Dan kun je je eigen fouten herkennen en daarover een grapje maken. Dat relativeert!”
Volgens Krispijn is humor een spiegel van moreel besef: “Je lacht, omdat je erkent dat iets fout is. Daarom hebben mensen die een grap niet begrijpen, vaak weinig tot geen moreel besef. Een grap maken betekent juist dat je beseft wat moreel wel of niet kan. Je zegt iets wat eigenlijk niet hoort. Iedereen lacht en daarmee bevestigen ze juist dat zij zich bewust zijn van die grens. Maar degene die niet lacht, begrijpt niet dat de rest juist lacht omdat ze weten dat het eigenlijk ‘not done’ is.” Hij heeft het niet zo op figuren die zichzelf te serieus nemen. “Ze nemen alles bloedserieus, zien zichzelf als de morele hoeder van de waarheid en vertonen soms zelfs een soort Messias-complex.”
Bij Ongehoord Nederland was vrijheid van meningsuiting niet vanzelfsprekend. “Toen Arnold Karskens aan het roer stond, mochten wij geen kritiek geven op de BBB, PVV, NRC, VVD of een item maken over Dick Schoof. Ik sta er positief tegenover dat Arnold Karskens weg is, vanwege de censuur op de werkvloer en het gedrag naar personeel.” Het opstappen van Gert Jan Mulder als lid van de Raad van Toezicht noemt hij tragisch. “Ik vind het jammer en zonde. Zijn tweets bewijzen dat hij echt voor het vrije woord stond. Hij zei echt alles op X. Het is treurig dat hij is opgestapt, al respecteer ik dat het zijn eigen keuze was.” Krispijn is blij dat ON-presentatrice Raisa Blommestijn‚ die door toenmalig hoofdredacteur Arnold Karskens werd aangesproken op haar tweets en daarop besloot de omroep te verlaten‚ weer terug is bij ON. “Dat wij Raisa hebben teruggehaald, zegt in elk geval dat we ons geen zorgen hoeven te maken over de vraag of iemand ooit op zijn twittergedrag moet worden aangesproken, mits hij geen strafbare dingen zegt.”
Ook in zijn werk als politiek verslaggever in Den Haag ervaart hij regelmatig hoe gevoelig bepaalde onderwerpen liggen. “In de Eerste en Tweede Kamer weigeren ze vaak met ons te praten. Soms erger ik me dood: om daar zes uur te staan en maar drie mensen te spreken. Ze negeren je bijna altijd. Dat is anders dan bijvoorbeeld bij de NOS. Er zijn er die per definitie niet met je praten. Je hebt liever antwoord, dan kun je het debat tenminste faciliteren. Anders wordt het een soort sensatie-tv.”
Hij blijft proberen met iedereen te praten. “We moeten juist polariseren, zeggen wat we denken, maar wel met respect. Waar is de tijd gebleven dat we elkaar konden uitschelden en daarna een biertje drinken?” Als voorbeeld noemt hij het Midden-Oostenconflict. “Het Israël-Gazaconflict heeft gezorgd voor grote verdeeldheid onder de groep die verenigd was tegen het coronabeleid. Waar zit de grootste intolerantie? Wie wil er nu niet luisteren naar de ander? Als je het patroon ziet, is het vooral de Israël-kant die niet openstaat voor gesprek. Je moet de discussie splitsen in politiek en geloof.”
Volgens hem begaan christenen een vergissing als ze het debat over Israël niet willen aangaan. “Jezus kwam ook niet om mensen naar de mond te praten. We moeten blijven praten en luisteren naar elkaar”, zegt Krispijn. “Humor kan daarbij een brug slaan, maar alleen als we bereid zijn ook naar onszelf te kijken en niet alles te serieus te nemen. Uiteindelijk gaat het erom dat we elkaar blijven verstaan, ook als we het oneens zijn.”
Source: http://deanderekrant.nl/nieuws/interview-verslaggever-en-cabaretier-jonathan-krispijn-2024-12-11
.