Demissionair minister van Klimaat Rob Jetten heeft zijn twijfels over het nieuw
te vormen kabinet. De D66-leider vindt dat de partijen tempo moeten maken.
Daarnaast moet Jetten ook nog even extra benadrukken dat zijn marginale
partijtje geen minister zal leveren, want “‘Door plaats te nemen in een
kabinet Wilders I normaliseer je de politiek van haat en uitsluiting op de
extreemrechtse flank.”
De
grote vraag is volgens Jetten op welke onderwerpen de onderhandelende partijen
‘met een groot mandaat’ doorpakken. Niet alleen zijn er grote verschillen in
zienswijzen met betrekking tot financiën en de oorlog in Oekraïne, ook
onderwerpen als klimaat en onderwijs ontbreken op het lijstje van Putters.
“Of het een goed kabinet wordt, daar heb ik mijn twijfels over,” zegt
Jetten dan ook.
Nederland
heeft massaal gekozen voor een andere koers, iets wat blijkbaar bij D66 nog
altijd zwaar op de maag valt. De linkse klimaathysterie, woke gekte en alle
ellende die dankzij D66 op ons af wordt gestort, gaat voorlopig in de koelkast.
De extreemlinkse figuren zoals Jetten – maar ook Timmermans heeft er een handje
van – zullen zich de komende periode kinderachtig en negatief blijven opstellen
over het nieuw te vormen kabinet, terwijl een hand in eigen boezem steken er
niet bij is.
De
scheten die de D66-leider laat op social media krijgen ook steeds minder
draagvlak. Niemand maakt zich nog druk om wat Jetten te miepen heeft over het
klimaat en andere angstporno die hij de wereld in slingert. Mensen prikken er
doorheen, maar dit besef lijkt maar langzaam te landen bij de D66’ers.