De koning begon zijn toespraak door de band tussen België, een stichtend lid, en de EU in de verf te zetten. Het Belgische voorzitterschap van de Raad van de Unie heeft de afgelopen maanden “belangrijke wetgevende vooruitgang geboekt”, zei hij, en “we zullen verder blijven werken met overtuiging en inzet, want het geloof in Europa zit in ons DNA.” Dat geldt ook voor de vorst persoonlijk, zei hij, “niet alleen als staatshoofd en als Belg, maar ook als mens.”
“Unie is nog te gefragmenteerd”
Koning Filip benadrukte dat Europa de afgelopen jaren eenheid heeft getoond, onder meer in de nasleep van het Brexit-referendum, in de strijd tegen de coronapandemie en in de steun aan Oekraïne. “Bij elke crisis, bij elk kantelmoment, tonen we ons vereend en daadkrachtig.”
Maar het kan beter, vindt de koning ook. “In de Europese Unie gaat het om meer dan louter crisibeheer. Een langetermijnvisie moet haar drijven”, klonk het. Zo moet Europa “eenstemmig blijven volhouden in het gevecht tegen de klimaatverandering” en is de Unie “nog te gefragmenteerd” op economisch vlak. “We mogen de trein niet missen van elektrische mobiliteit, van halfgeleiders, van batterijen, van zeldzame grondstoffen en van artificiële intelligentie. We lopen nog al te vaak achter inzake inventie, maar vooral inzake innovatie.”
“We moeten ons economisch lot meer in eigen handen nemen”
Voor koning Filip moet de Europese Unie dan ook haar schouders zetten onder een “Europese herindustrialisering, die is gericht op de groene en digitale revolutie”. En indien daar geen budget voor is binnen de Europese begroting, “moeten we durven open te staan voor andere financieringsstromen”. “We moeten ook ons economisch lot meer in eigen handen nemen. We moeten durven te dromen van een toekomst waarin de Unie ook een grotere geo-economische rol speelt dan vandaag.”
Tot slot vindt de vorst dat de Europese instellingen werk moeten maken “van meer geloofwaardigheid met betrekking tot hun eigen werking”, want hij maakt zich “zorgen over het verlies van het geloof en vertrouwen in onze instellingen en in de groeiende autocratische trend in de wereld”. Beleidsmakers moeten zich volgens de koning richten op de “grote zorgen en angsten van de burgers én resultaten voorleggen” en de burgers ook beter betrekken bij de democratische processen.
Conflicten
Zonder een concreet conflict bij naam te noemen had koning Filip het ook over “het vermogen om ons te verontwaardigen over het lijden van volken die in een onmenselijke oorlog verwikkeld zijn”. “Europa zou het huis moeten zijn van de menselijkheid. Laat Europa dan ook de motor vormen van een geopolitiek van de menselijkheid.”
De koning had het wél expliciet over het conflict in Oekraïne. Dat noemde hij “ook onze strijd”. “Het gaat hierbij om de verdediging van onze veiligheid, en van onze waarden. Wij ook voelen ons bedreigd. En terecht.”
Het was lang niet de eerste keer dat een koning het Europees Parlement toesprak. Onder meer de koningen van Spanje, Nederland en Jordanië gingen koning Filip de afgelopen jaren al voor. Ook voor het Belgische vorstenhuis is de toespraak geen primeur. De vorige Belgische koning die een toespraak hield in het Europees Parlement was Boudewijn, in 1987 in Straatsburg.