1865: Abraham Lincoln, de 16de president van de VS, wordt op 14 april – de Burgeroorlog loopt op zijn einde – doodgeschoten in zijn loge van het Ford’s Theatre in Washington D.C. door een acteur die sympathiseerde met de zuidelijke Staten en actie voerde tegen de afschaffing van de slavernij.

1881: James Garfield, de 20ste president, wordt op 2 juli in het station van Washington in de rug geschoten door een advocaat die voor hem campagne had gevoerd. De advocaat meende dat Garfield zijn overwinning aan hem te danken had en eiste als tegenprestatie de post van consul in Parijs, wat werd geweigerd. Garfield sterft later dat jaar nog aan de gevolgen van de aanval.

1901: William McKinley, de 25ste president, wordt bij een bezoek aan de Pan-Amerikaanse Expo in Buffalo (New York) op 6 september neergeschoten door een Poolse immigrant, een fanatieke anarchist.

1933: Franklin Delano Roosevelt blijft op 15 februari, drie weken vóór hij wordt ingezworen als 32ste president van de VS, als bij wonder ongedeerd wanneer zijn Buick cabrio – van waaruit hij een speech gaf – zes keer onder vuur wordt genomen. Er vallen één dode en vier gewonden. De schutter wilde de onderdrukking van de arbeiders tijdens de Grote Depressie wreken.

1963: John Fitzgerald Kennedy, de 35ste president, wordt op 22 november in Dallas neergeschoten in zijn open limousine, vrouw Jackie aan zijn zijde. Schutter Lee Harvey Oswald, ex-marinier met communistische sympathieën, wordt twee dagen later zelf vermoord.

Na de aanslag in Dallas haastte de presidentiële limousine zich naar het lokale ziekenhuis, maar alle hulp kwam te laat voor JFK.© AP

1968: Robert ‘Bobby’ Kennedy, senator en ‘broer van’, wordt tijdens de campagne voor de presidentsverkiezingen op 5 juni neergeschoten in het Ambassador Hotel in Los Angeles. De dader, een Palestijnse migrant, verklaarde te hebben gehandeld onder hypnose. Kennedy overlijdt de volgende dag.

‘Bobby’ Kennedy en zijn vrouw Ethel, enkele minuten voor de broer van JFK zal worden neergeschoten.© AP

1972: George Wallace, kandidaat voor de nominatie bij de Democraten, overleeft op 20 maart een aanslag in een shoppingcenter in Laurel, maar raakt verlamd aan beide benen. De 21-jarige dader zou geen politieke motieven hebben gehad.

1975: Gerald Ford, de 38ste president, overleefde twee aanslagen. Op 5 september wordt in Sacramento een moordpoging door een volgelinge van sekteleider Charles Manson op het nippertje verijdeld; 17 dagen later vuurt een Marxistische revolutionaire twee kogels af in San Francisco. Die missen doel, maar Ford zal vanaf dan altijd een kogelwerend vest dragen.

1981: Ronald Reagan, de 40ste president, krijgt op 30 maart een kogel in de borst wanneer hij het Hilton Hotel in Washington verlaat. Hij verblijft 12 dagen in het ziekenhuis, maar overleeft de aanslag.

Veiligheidsagenten gooien zich op president Reagan, die is geraakt door een van de zes afgevuurde kogels.© BELGAIMAGE

Door NieuwsBlad

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meld je aan voor de nieuws brief!


1 keer per dag de belangrijkste berichten,
1 keer per week de belangrijkste headlines,
en de nieuwste uitzendingen van hnmda,
zo in je postvakje... zeg nu ja....